Voorgesteld 2 februari 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de officier van justitie een actieve regierol binnen de verplichte ggz gaat krijgen;
overwegende dat de officier van justitie de nieuwe rol binnen de verplichte ggz goed kan vervullen indien er een andere werkwijze dient te worden gehanteerd dan de huidige in het kader van de taak onder de Wet BOPZ;
overwegende dat het Openbaar Ministerie in verband met deze nieuwe rol dient te beschikken over meer expertise, meer fte's, een relevant netwerk en voldoende middelen;
overwegende dat nog onvoldoende helder is hoe deze rol in de praktijk structureel wordt ingevuld en hoe aan de andere rolinvulling wordt voldaan;
verzoekt de regering, voor juni 2017 voor beide Kamers in kaart te brengen hoe deze nieuwe rol in de praktijk gerealiseerd gaat worden, welke stappen hierin moeten worden gezet en hoe de voortgang is, voordat de Wet verplichte ggz in werking treedt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bruins Slot
Pia Dijkstra