Ontvangen 2 februari 2017
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 14:3, onderdeel AG, wordt in artikel 57, onderdeel a, «De cliëntenvertrouwenspersoon heeft tot taak de cliënt of de vertegenwoordiger advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden die samenhangen met het verlenen van onvrijwillige zorg aan de cliënt, met zijn opname en verblijf in een accommodatie, of met het doorlopen van de klachtenprocedure» vervangen door: Er is een cliëntenvertrouwenspersoon, die tot taak heeft de cliënt of de vertegenwoordiger advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden die samenhangen met het verlenen van onvrijwillige zorg aan de cliënt, met zijn opname en verblijf in een accommodatie, of met het doorlopen van de klachtenprocedure.
Met dit amendement beogen de indieners om de bepaling van de cliëntvertrouwenspersoon in de Wet zorg en dwang zoveel mogelijk gelijkluidend te laten zijn aan de bepaling omtrent de patiëntvertrouwenspersoon in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (artikel 11, eerste lid). De patiëntvertrouwenspersoon is via een aparte stichting onafhankelijk gepositioneerd om de patiënt die gedwongen zorg krijgt opgelegd bij te staan met raad en daad. In de vormgeving van de cliëntvertrouwenspersoon gaat het per zorginstelling verschillen hoe deze is vormgegeven en is de onafhankelijke positie van de cliëntvertrouwenspersoon niet gewaarborgd. Het kunnen krijgen van onafhankelijk advies is voor een patiënt of cliënt niet wezenlijk anders. Daarom stellen de indieners voor om cliëntvertrouwenspersoon in dienst te laten treden bij een onafhankelijke stichting, zoals dat ook de praktijk is met de patiëntvertrouwenspersoon.
Leijten Voortman