Op 21 april 2010 gaf de Tweede Kamer der Staten-Generaal, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen dat het op 27 november 2008 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien) (Trb. 2009, 141), overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba bij brieven van 25 maart 2010, Kamerstukken II, 2009–2010, 32 365 (R 1912), A/ nr. 1) aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen. Het onderhavige voorstel van rijkswet strekt daartoe.
Ter toelichting verwijzen wij naar de toelichtende nota die bij bovengenoemde brieven was gevoegd.
De regering van de Nederlandse Antillen en de regering van Aruba hebben inmiddels te kennen gegeven medegelding van het Verdrag voor hun land wenselijk te achten. Bij de bekrachtiging zal met verwijzing naar artikel 27 van het Verdrag een voorbehoud worden gemaakt ten behoeve van de Nederlandse Antillen en Aruba ten aanzien van artikel 7, eerste lid, onderdeel a (ii). Die bepaling bevat een verwijzing naar «geregistreerd partnerschap», een instituut dat de Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse wetgeving niet kent. Het voorbehoud is opgenomen in artikel 2 van het voorstel van rijkswet. Na de staatkundige hervorming zal, wanneer het land de Nederlandse Antillen ophoudt te bestaan, het voorbehoud gelden voor Curaçao en Sint Maarten.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen