Kamerstuk 32334-10

Brief van het Presidium over een verzoek om voorlichting aan de Afdeling Advisering van de Raad van State naar aanleiding van Voorstel van wet van het lid Van Tongeren tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter

Dossier: Voorstel van wet van het lid Buitenweg tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter

Gepubliceerd: 28 juni 2017
Indiener(s): Khadija Arib (PvdA)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32334-10.html
ID: 32334-10

Nr. 10 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 28 juni 2017

Het Presidium legt hierbij aan u voor het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken bij brief van 20 juni 2017 om voorlichting te vragen aan de Afdeling Advisering van de Raad van State naar aanleiding van het voorstel van wet van het lid Van Tongeren tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Kamerstuk 32 334).

Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met het verzoek en deze door te geleiden aan de Afdeling Advisering van de Raad van State.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

Bijlage Verzoek om voorlichting aan de Afdeling Advisering van de Raad van State

Brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2017

Verzoek om voorlichting aan de Afdeling Advisering van de Raad van State (verder: de Afdeling) naar aanleiding van het voorstel van wet van het lid Van Tongeren tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Kamerstuk 32 334).

In de Tweede Kamer zijn vragen gerezen over de grondwettigheid van de behandeling van bovengenoemd initiatiefvoorstel. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft in haar procedurevergadering van 15 juni 2017 besloten de Kamer voor te stellen naar aanleiding van deze vragen voorlichting te vragen aan de Afdeling.

De behandeling van het betreffende wetsvoorstel ziet er tot op heden als volgt uit:

De tweede lezing is ingediend op 8 maart 2010 (Kamerstuk 32 334, nrs. 1, 2 en 3).

Op 20 oktober 2010 heeft de Kamer Verslag uitgebracht (Kamerstuk 32 334, nr. 5).

Tijdens het algemeen overleg van 11 april 2012 (Kamerstuk 31 570, nr. 22) over het kabinetsstandpunt over het rapport van de Staatscommissie Grondwet en het vervolgoverleg op 23 mei 2012 (Kamerstuk 31 570, nr. 23) is gesproken over de procedure van dit wetsvoorstel.

Op 20 augustus 2014 is de Nota naar aanleiding van het Verslag uitgebracht (Kamerstuk 32 334, nr. 8).

Op 5 maart 2015 is het wetsvoorstel in eerste termijn van de Kamer plenair behandeld (Handelingen II 2014/15, nr. 60, item 11).

De Minister van Binnenlandse Zaken heeft aangegeven: «Er komt toch een moment waarop je moet signaleren dat, ook als je een royale duiding van artikel 137 van de Grondwet hanteert, dit voorstel tot wijziging van artikel 120 in eerste lezing inmiddels niet meer ter tafel ligt.» Hierover is gesproken tijdens de plenaire vergadering van 31 mei jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 81, item 7) naar aanleiding van de motie van de leden Van der Staaij en Van Raak (Kamerstuk 34 516, nr. 13).

Dit heeft geleid tot de conclusie dat het raadzaam is de Afdeling om voorlichting te verzoeken inzake onderstaande vraagpunten:

  • 1. Hoe verhoudt de behandeling van wetsvoorstel met Kamerstuk 32 334 zich tot de procedure die wordt voorgeschreven in artikel 137, vierde lid, van de Grondwet?

  • 2. Wat betekent het antwoord op vraag 1 voor de verder te volgen procedure, mede in het licht van eerdere adviezen (Kamerstuk 29 200 VII, nr. 36, Kamerstuk 31 012, nr. 4 en Kamerstuk 31 013, nr. 4) van de Afdeling over dit onderwerp?

  • 3. Ziet de Afdeling ter zake van het onderwerp van dit verzoek nieuwe ontwikkelingen sinds het verschijnen van de notitie «Herziening Grondwet» (Kamerstuk 31 570, nr. 14) van de Minister van Binnenlandse Zaken?

De commissie verzoekt u in te stemmen met doorgeleiding van het bovenstaande aan de Raad van State, ter verkrijging van de voorlichting als hierboven bedoeld.

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Pia Dijkstra

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Van der Leeden