Kamerstuk 32317-389

Verslag van een algemeen overleg

JBZ-Raad

Gepubliceerd: 17 februari 2016
Indiener(s): Malik Azmani (VVD), Loes Ypma (PvdA)
Onderwerpen: europese zaken internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-389.html
ID: 32317-389

Nr. 389 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 17 februari 2016

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 2 december 2015 overleg gevoerd met Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie over:

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 27 november 2015 houdende de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 3 en 4 december 2015 en het monitoringsoverzicht JBZ-dossiers 4de kwartaal 2015 (Kamerstuk 32 317, nr. 361);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 2 november 2015 houdende de geannoteerde agenda van de extra bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 9 november 2015 (Kamerstuk 32 317, nr. 353);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 24 november 2015 houdende het verslag van de extra bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 9 november 2015 te Brussel (Kamerstuk 32 317, nr. 358);

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 27 november 2015 ter aanbieding van het verslag van de extra JBZ-Raad van 20 november 2015 (Kamerstuk 32 317, nr. 360);

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 17 november 2015 houdende het verslag van de Valletta Top over migratie op 11 en 12 november 2015 en de informele Europese Raad van 12 november 2015 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1052);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 3 november 2015 over de toepassing van het concept van veilige landen (Kamerstuk 19 637, nr. 2076);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 5 november 2015 houdende het afschrift van het antwoord van het kabinet op de consultatie van de Commissie inzake het Pakket Slimme Grenzen (Kamerstuk 33 614, nr. 7).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Ypma

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Azmani

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Nava

Voorzitter: Elias

Griffier: Mittendorff

Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Azmani, Elias, Fritsma, Gesthuizen, Keijzer, Kuiken en Sjoerdsma,

en Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie.

Aanvang 12.08 uur.

De voorzitter: Ik heet de Staatssecretaris en de leden van harte welkom. De spreektijd is vier minuten, maar ik ga niet meteen met de hamer zwaaien als die tijd om is. Het aantal interrupties zal ik even aanzien, maar als de leden ze kort houden helpt dat om de toegestane hoeveelheid groter te maken. Ook heet ik de bezoekers op de publieke tribune en degenen die ons anderszins volgen, van harte welkom.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Ik begin even met een punt dat niet direct op de agenda van de JBZ-Raad hoort te staan, maar waarvan ik wel benieuwd ben of het ook in andere landen speelt en of de Staatssecretaris daar met zijn collega's in Brussel wel eens over spreekt. Ik doel op de problematiek van de kwetsbare groepen in de asielprocedure. We hebben vanochtend als bijzondere procedure een rondetafelgesprek georganiseerd. GroenLinks en de SP hebben daartoe het initiatief genomen, en ook de Partij van de Arbeid was daarbij aanwezig. We hebben daar indrukwekkende verhalen gehoord van mensen die zeggen: ik behoor tot de lhbt-gemeenschap en ik red het niet in de gewone asielprocedure. We gaan het daar later nog verder over hebben, maar ik vraag mij af of dit een onderwerp is dat bij meerdere Europese regeringsleiders of regeringsverantwoordelijken speelt en of de Staatssecretaris dat signaal ook meeneemt naar Brussel.

Het grote probleem dat bij elk debat over de aanpak van de vluchtelingenproblematiek moet worden aangekaart, is dat de EU afspraken maakt, deals sluit en zelfs concrete targets stelt, maar dat de lidstaten het vervolgens laten afweten. Wat doet de regering hieraan? Spreken we andere lidstaten aan en gaan we het goede voorbeeld geven door voorop te lopen?

Dan het indammen van irreguliere immigratie. Ook de SP vindt dat de grenzen beter bewaakt moeten worden, maar plaatst vraagtekens bij de manier waarop Turkije dat gaat doen. Laten we eerlijk zijn: dat land heeft niet per se de beste trackrecord wat betreft mensenrechtenschendingen. De inkt van het akkoord was nog niet droog of we kregen al berichten dat 1.300 vluchtelingen die naar Europa probeerden te komen, gedetineerd werden. Eerder al werd Turkije ervan beschuldigd Syriërs terug de oorlog in te sturen. Wat is de reactie van de Staatssecretaris hierop?

Voor de SP is hét middel om irreguliere migratie en mensensmokkel tegen te gaan, niet het detineren van mensen of het terugsturen van mensen naar een oorlog. Sterker nog: dat laatste gaat recht in tegen het nationaal recht. Hét middel is wel het mogelijk maken van legale migratie. Als ik echter kijk naar het aantal hervestigingsplaatsen dat werd benoemd in de brief van 30 november, dan blijkt dat er geen enkele plek bij komt. Nederland hervestigt 500 mensen per jaar, en dat blijft zo, zelfs nu we weten dat er wereldwijd meer dan 60 miljoen mensen op de vlucht zijn voor oorlog en terreur. Waarom voegt de regering niet de daad bij het woord en stelt zij niet meer hervestigingsplekken beschikbaar?

Op Europese basis wordt gesproken over een quotum van hervestigingsplekken op basis van een geschikte herverdeelsleutel. Is dat dezelfde sleutel als het mechanisme op basis waarvan nu ook het crisisherplaatsingsmechanisme zou moeten functioneren? Ik zeg expres «zou moeten functioneren», want als één ding duidelijk is, dan is het wel dat het niet functioneert. Van de 160.000 te herverdelen vluchtelingen zijn er nog nauwelijks mensen daadwerkelijk op het vliegtuig gestapt. In de Raad van 9 november is opgemerkt dat de te herplaatsen asielzoekers geen interesse hebben in herplaatsing naar bepaalde staten. Kan de Staatssecretaris op dit punt wat verder uitweiden? Hoe wordt er met deze asielzoekers omgegaan en om welke lidstaten gaat het?

De regering heeft tijdens de Raad van 9 november aangegeven eindelijk een begin te willen maken met het herplaatsen van asielzoekers. Wanneer gaat dit gebeuren? In het licht van de uiterst moeizame voortgang van de crisishervestiging heb ik de volgende vraag. Hoe reëel lijkt het de Staatssecretaris dat er een dergelijk programma zal komen en dat dit ook zal worden uitgevoerd? Hoe staat de regering hierin? Wil de regering hieraan meewerken? En waarom reageerde premier Rutte zo afwijzend op het voorstel van Bundeskanzler Merkel om met een aantal landen alvast aan een hervestigingsprogramma te beginnen?

Tot slot de lijst van veilige landen. Begin november achtte de Staatssecretaris plaatsing van Turkije op die lijst nog niet opportuun, mede gezien de ontwikkelingen. Is dat veranderd, nu er een akkoord tussen de EU en Turkije ligt? Ligt het in de lijn der verwachting dat Turkije nu ook op de Europese dan wel de Nederlandse lijst van veilige landen geplaatst wordt? Simpel gesteld: wat gebeurt er nu op de korte termijn met vluchtelingen uit Syrië of een ander land, die normaal gesproken wel asiel krijgen, als zij via Turkije Europa of Nederland bereiken?

De heer Azmani (VVD): Voorzitter. Op de agenda staat onder andere het functioneren van de Schengenruimte. Volgens mij kunnen wij met zijn allen wel concluderen dat de Schengenruimte niet goed functioneert. Dat heeft alles te maken met het feit dat er geen registratie plaatsvindt als iemand illegaal de Schengenruimte binnenkomt. Je zou illegale migranten moeten weren uit de Schengenruimte, tenzij er asiel wordt aangevraagd waarna er registratie moet plaatsvinden. Nee, sommige lidstaten faciliteren zelfs illegale migratie naar andere lidstaten. Waar wil men op dit punt nu uitkomen tijdens de JBZ-Raad? Gaan we als Europa onze buitengrenzen daadwerkelijk weer effectief controleren en gaan we de afspraken die we hebben gemaakt in het kader van de Schengengrenscode weer naleven? Hoe staat de Staatssecretaris hierin? Een staat zonder grenzen is namelijk geen staat. Dat is een staat in verval. Dat zal uiteindelijk alleen maar tot grote problemen leiden. Als Europa dat niet gaat doen, dan zullen andere landen dat met elkaar moeten gaan doen. Als ook dat niet lukt, ben je als lidstaat zelf aan zet. Laten we hopen dat dat niet nodig is.

Wat is de huidige stand van zaken? We weten dat het moeilijk is om de hotspots uit de grond te stampen. Er gebeurt wel het een en ander, maar dat is nog onvoldoende. Hoe ziet de Staatssecretaris dit?

Hoe staat het met de voorstellen voor het permanente noodmechanisme in het kader van de herverdeling en reallocatie versus de Nederlandse inzet om te komen tot volledige reallocatie? In dat laatste scenario zou het niet meer uitmaken waar je je asiel aanvraagt. In de verslagen staat dat een aantal lidstaten daarin geïnteresseerd is. Hoeveel zijn dat er? Verwacht de Staatssecretaris dat meer lidstaten daarop terugkomen?

Ten aanzien van afspraken maken met derde landen kom ik bij de stappen die onder andere zijn gezet met Turkije. Mevrouw Merkel denkt er meteen aan om met hervestigingsprogramma's aan de slag te gaan. In de media circuleren recent weer berichten dat zelfs de Europese Commissie bezig zou zijn met een plan voor 500.000 migranten vanuit Turkije. Is de Staatssecretaris daarvan op de hoogte? Of klopt dat bericht niet? Als ik de Minister-President goed heb verstaan, zegt hij terecht dat er geen twee sporen kunnen zijn, namelijk enerzijds voortdurende illegale migratie en anderzijds het werken met hervestigingsprogramma's. Ik neem aan dat de Staatssecretaris die opvatting deelt. Zou hij nogmaals willen bevestigen dat we geen tweesporenbeleid gaan voeren ten aanzien van Turkije? Turkije moet de toestroom doen stoppen. Dat is de afspraak die we hebben gemaakt op basis van financiële middelen.

Mijn volgende punt zijn de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv's). De laatste maanden is er een enorme groei van het aantal amv's dat naar Europa komt. De maanden september en oktober vertonen een enorme piek qua aantal amv's dat naar Europa komt. 23% van het totaal aantal asielaanvragen van Afghanen betreft amv's. Het aandeel van amv's uit Pakistan is met 15% ook groeiende. Met andere woorden: het is een soort migratiestrategie om de kinderen vooruit te sturen en hen te zien als een soort ticket waarop de hele familie kan overkomen. Dat moeten we om twee redenen niet willen. Enerzijds omdat we migratie willen terugdringen en anderzijds omdat die kinderen het slachtoffer worden van mensensmokkelaars en gescheiden zijn van hun familie. Is de Staatssecretaris bereid om samen met collega's te bekijken hoe we gezamenlijk een plan van aanpak kunnen maken om dit te voorkomen? Denk aan het voorbeeld van het opvanghuis Mulemba in Angola. De druk op landen als Afghanistan en Pakistan zou moeten worden vergroot, zodat het geen zin meer heeft om je kinderen naar Europa te sturen en amv's in eigen land worden opgevangen.

Voorzitter, tot slot. Ik weet niet hoeveel tijd ik nog heb.

De voorzitter: U moet nu echt afronden.

De heer Azmani (VVD): Dan ga ik nog kort in op de richtlijn over studies, scholierenuitwisseling en betaalde en onbetaalde stages, die kennelijk ter vaststelling voorligt. Klopt het dat zij alleen bindend is voor onderzoekers en studenten en dat zij niet geldt voor de categorieën vrijwilligers, au-pairs, scholieren en onbetaalde stagiairs? Voor die laatste categorieën is een verplichte EU-regeling namelijk niet wenselijk. Volgens mij was dat ook de inzet van het kabinet.

De heer Sjoerdsma (D66): Voorzitter. Het Europa dat staat voor fundamentele rechten, vrijheid en gelijkheid staat onder druk. Het fundament van Europese samenwerking, het vrije verkeer van personen zoals vastgelegd in het Schengenverdrag, ligt onder vuur. Er worden deals met Turkije gesloten zonder de nodige mensenrechtenwaarborgen in deze deal vast te leggen. Er worden asielzoekers teruggestuurd na misstanden in Hongarije. De Balkanlanden zijn begonnen met het sluiten van hun grenzen en lidstaten komen hun toezeggingen simpelweg niet na. Ik vraag deze Staatssecretaris of hij plannen heeft om de vrijblijvendheid daar vanaf te halen.

Dan Schengen. Hoe staat deze Staatssecretaris op dit moment tegenover Schengen? We hebben natuurlijk de uitspraken van de Minister van Buitenlandse Zaken gehoord. Ook hebben we de uitspraken van de Minister van Financiën gehoord. Wat gaat deze Staatssecretaris inbrengen in de JBZ-Raad over Schengen? In de geannoteerde agenda staat namelijk iets heel anders dan een mini-Schengen, een uitsluitings-Schengen. Ik lees er eigenlijk niets meer over terug. Waarom ligt er eigenlijk geen Schengenevaluatie op basis waarvan er gediscussieerd kan worden? Dat is toch halfjaarlijks gebruik?

Het vrije verkeer is de hoeksteen van de Europese samenwerking. Dat is cruciaal voor een handelsland als Nederland. In dat opzicht is het ook cruciaal dat we een goede grenswacht hebben aan onze buitengrenzen. Waar functioneert Frontex op dit moment niet goed? Daar krijg ik graag een antwoord op. Ik krijg graag de toezegging van de Staatssecretaris dat hij alles op alles gaat zetten bij dit overleg om de huidige Schengenruimte in stand te houden. Dan de deal met Turkije, waar nog uitgebreid over gesproken zal worden tijdens de aankomende Staat van de Unie. Voorafgaand aan deze deal heeft mijn fractie per motie verzocht tot het instellen van waarborgen tegen het terugsturen van vluchtelingen en waarborgen tegen mensenrechtenschendingen. Bijna een vanzelfsprekendheid, dacht mijn fractie, maar tot onze verbazing ontraadde de premier deze motie en stemde de coalitie tegen. Ik vind dat verbijsterend, zeker gelet op het bericht dat Turkije 1.300 vluchtelingen zou hebben onderschept en in detentie heeft gezet. Gaat Turkije voortaan iedereen detineren die op de vlucht is? Klopt het dat de terug- en overnameovereenkomst met Turkije slechts voor Turkse onderdanen geldt en dus niet voor vluchtelingen uit andere landen zoals Syrië?

De voorzitter: In strikte zin staat een aantal zaken die u nu noemt, niet op de agenda, maar zij vloeien daar wel uit voort. Ik sta het dus toe.

De heer Sjoerdsma (D66): Ik dank u voor deze lenigheid.

Dan de misstanden in Hongarije. Er is sprake van mensonterende omstandigheden, maar ondanks verschillende oproepen vanuit deze Kamer hield de Staatssecretaris eerder vast aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel door mensen gewoon terug te sturen naar Hongarije. Pas nu de Raad van State oordeelt dat de regering dit beter moet motiveren, gaat de Staatssecretaris zich herbezinnen. Is er inmiddels een standpunt van het kabinet over het terugsturen van mensen naar Hongarije?

Er komen echt verontrustende geluiden uit de Balkanlanden. Asielzoekers worden op basis van nationaliteit gescreend. Voor degenen die niet voldoen, blijft de grens gesloten. Dat leidt tot schrijnende toestanden, tot opstoppingen. Kan de Staatssecretaris dit bevestigen en is hij bereid om Kroatië en Slovenië hierop aan te spreken?

Ik sluit af met de veilige landenlijst. Ook Nederland wil gaan screenen, maar, als ik de brief van de Staatssecretaris zo lees, wel met de nodige waarborgen. Asielzoekers uit zogenaamd veilige landen zullen sneller worden afgewezen. Mijn fractie begrijpt dat deels wel, maar wil ook graag garanties voor een zorgvuldige procedure. Is de Staatssecretaris bereid om de ACVZ na een jaar te laten evalueren of die zorgvuldige asielprocedure inderdaad gewaarborgd blijft? En zal Turkije binnenkort op die lijst van veilige landen komen te staan?

De heer Fritsma (PVV): Voorzitter. Ik begin met het migratieakkoord dat de Europese Unie heeft gesloten met Turkije. Die deal is namelijk levensgevaarlijk. Het kabinet maakt zich afhankelijk van de islamitische tiran Erdogan en laat zich simpelweg door Turkije chanteren. Die deal zorgt er bovendien voor dat we naast de huidige asielinvasie ook nog een Turkse invasie krijgen. Dat komt door twee heel grote cadeaus die aan Turkije worden gegeven. Het eerste is de snelle visumvrijstelling voor alle Turken die naar de EU willen en het tweede is de EU-toetreding die Turkije in het vooruitzicht wordt gesteld. Daarnaast krijgen we een nieuwe herplaatsingsronde van honderdduizenden Syriërs die vanuit Turkije naar de EU gebracht worden. De Hongaarse premier Orbán heeft het vandaag zelfs over een half miljoen. Wat krijgen we hiervoor terug? Geen enkele garantie dat de toestroom van asielzoekers minder wordt. Het is duidelijk dat het kabinet zich op onnavolgbare wijze heeft laten piepelen. We kunnen helemaal niets met die Turkijedeal en de PVV roept het kabinet dan ook op om deze blunder te herstellen. Haal onmiddellijk een streep door deze deal.

Het kabinet moet ook een streep door Schengen halen. De Staatssecretaris gaat met zijn collega's ook daarover praten, maar de uitkomst van dat gesprek kan natuurlijk alleen maar zijn dat Schengen niet werkt en dat het zelfs tegen ons werkt. Aan de buitengrenzen wordt geen enkele asielzoeker tegengehouden en we weten nu ook dat dit erg handig is voor IS-terroristen. Ook zonder paspoort of papieren kom je de EU in. Eenmaal binnen de EU heeft men helemaal vrij spel, zoals we weten. Het resultaat is ongeveer 60.000 asielzoekers op jaarbasis en enorme problemen, ook op het gebied van de veiligheid. Niet voor niets wil de PVV de eigen Nederlandse grenzen terug, en dat zou het kabinet ook moeten willen. Graag een reactie van de Staatssecretaris hierop.

Ondanks de immigratie- en asielrecords die door het kabinet worden gebroken, gaat de Staatssecretaris in EU-verband ook praten over het verruimen van de mogelijkheden voor legale migratie. Vindt de Staatssecretaris dit zelf ook niet onuitlegbaar? Waarom stemt het kabinet in met plannen om meer verblijfsvergunningen te verstrekken, terwijl we de instroom van migranten nu al lang niet meer aankunnen? Wie de stukken goed leest, moet concluderen dat uit de Valletta-top naar voren kwam dat de verruiming van die legale migratie moet gaan gelden voor bijvoorbeeld Afrikaanse kunstenaars, ondernemers en vrijwilligers. Kan de Staatssecretaris uitleggen welke kunstenaars, ondernemers en vrijwilligers dit precies betreft? Is straks niet half Afrika kunstenaar, ondernemer of vrijwilliger? Ik krijg hierover graag uitleg met de toezegging om deze onzin niet te laten passeren. De EU wil dus meer migratie en is niet bij machte de asielcrisis op te lossen. Er wordt voor volgend jaar zelfs een nog grotere toestroom verwacht dan dit jaar. Het kabinet mag dat natuurlijk niet laten gebeuren. In plaats van te vertrouwen op Turkije en de falende EU moet het kabinet eindelijk het heft in eigen handen nemen. Nogmaals: dat kan alleen door de eigen Nederlandse grenzen te sluiten, geen asielzoeker meer toe te laten en in dit land dus ook geen asielprocedure en asielopvang meer te bieden. Staatssecretaris, wacht hier niet langer mee. Daar kan ik het bij laten.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Voorzitter. De Partij van de Arbeid wil ervoor zorgen dat we vluchtelingen op een nette en humane manier kunnen blijven opvangen. De tijd van ieder voor zich is echt wel voorbij. Dat moeten we als Europa gezamenlijk doen. We zien aan alle kanten dat dat helaas niet vanzelf gaat. Sommige afspraken zijn nu gemaakt en andere lijken nog ver weg. Ik heb daar een aantal vragen over.

Ten eerste de lijst met veilige landen van herkomst. Mijn fractie is voorstander van zo'n lijst van veilige landen, maar ik heb daar nog wel twee vragen bij. Kan de Staatssecretaris toelichten onder welke waarborgen Kosovo aan die lijst is toegevoegd? Turkije is nog niet aan de lijst toegevoegd. Is de Staatssecretaris dat wel voornemens en onder welke criteria en waarborgen zou dat kunnen?

Een aantal collega's heeft al aangestipt dat onder andere bij de grens van Griekenland met Macedonië geselecteerd wordt op afkomst en dat een aantal mensen er niet binnenkomt. Daardoor ontstaan er schrijnende toestanden aan de grens. Ik zie dat Nederland zijn aandeel wil nemen. Kan de Staatssecretaris ons vertellen in welk verband ook over deze groepen is gesproken? Dezelfde vergelijking gaat natuurlijk op in Turkije. Onze fractie is een voorstander van de deal die met Turkije is gesloten. Wil je voorkomen dat ruim 2 miljoen mensen de noodzaak voelen om alsnog met een gammel bootje de Middellandse Zee over te steken, dan moet je ervoor zorgen dat vluchtelingen in Turkije perspectief hebben en dat je maatregelen neemt om de buitengrenzen te beschermen. Turkije kan daar een rol in vervullen. Wel maken we ons zorgen over de wijze waarop Turkije omgaat met de rechten van vluchtelingen. Onder anderen collega Gesthuizen heeft daar een aantal vragen over gesteld. Graag krijgen we daar opheldering daarover.

Er zijn een aantal vragen gesteld over de herverdeling en hervestiging in Europa, met name gelet op het akkoord dat met Turkije is gesloten. Ik krijg hier van de Staatssecretaris graag een toelichting op.

In Europees verband is samen met de Europese Commissie gepleit voor het instellen van sancties tegen Europese lidstaten die niet hun aandeel in deze gezamenlijke opgave nemen. De Minister-President liet ons weten dat het nu nog te vroeg is om in dit soort termen te spreken. Toch zie ik nu dat heel veel landen rustig achterover blijven hangen, terwijl de noodzaak om gezamenlijk actie te ondernemen alleen maar groter wordt. Welke sancties zijn er volgens de Staatssecretaris mogelijk ten aanzien van lidstaten die nu niet hun aandeel nemen in het opvangen van vluchtelingen?

Ik blijf vragen om speciale aandacht voor Eritrea. Veel aandacht gaat nu uit naar Syrië, maar we zien dat er ook veel vluchtelingen uit Eritrea komen. Het is ongemakkelijk, het is moeilijk om daar een oplossing voor te bewerkstelligen, maar als we er niet over blijven doorpraten en -denken komt die oplossing er zeker niet. Ik vraag de Staatssecretaris om aandacht daarvoor.

Tot slot het slimmegrenzenpakket. Het kabinet heeft meegewerkt aan een vragenlijst over het slimmegrenzenpakket. Ik ben zelf rapporteur op dit onderwerp, dus laat ik mij maar even onthouden van een opvatting daarover, maar ik heb wel een vraag die relevant is voor alle commissieleden. Het Nederlandse kabinet vindt dat er toegang moet zijn voor de veiligheidsdiensten, in ieder geval de politie, ten aanzien van dat slimmegrenzenpakket. Het kabinet ziet ook een rol voor hen weggelegd als het gaat om het stroomlijnen van de asielprocedures. Het slimmegrenzenpakket heeft echter nooit het doel van veiligheid in zich gehad. Wordt er bij de uitwerking van het pakket wel voldoende rekening gehouden met een secundair doel dat nu een primair doel is geworden, namelijk veiligheid?

Ik denk dat ik zoetjesaan door mijn tijd heen ben. Daarom laat ik het hierbij, en desnoods stel ik in tweede termijn de overgebleven vragen.

De heer Sjoerdsma (D66): Ik heb nog een vraag voor mevrouw Kuiken. Waarom is de Partij van de Arbeid niet meer voor de naleving van het VN-Vluchtelingenverdrag?

Mevrouw Kuiken (PvdA): Wij zijn wel voor naleving van het VN-Vluchtelingenverdrag. Het is goed dat de heer Sjoerdsma mij dat even laat ophelderen.

De heer Sjoerdsma (D66): Het is natuurlijk goed dat het in deze zaal wordt opgehelderd, maar ik constateer wel dat de Partij van de Arbeid in de plenaire zaal tegen een motie van collega Gesthuizen heeft gestemd waarin de regering wordt verzocht om zich zowel in Nederland als in EU-verband in te blijven zetten voor de naleving van het VN-Vluchtelingenverdrag. De fractie van mevrouw Kuiken heeft daartegen gestemd. Kan zij mij vertellen waarom? Wat wil de Partij van de Arbeid veranderen aan het VN-Vluchtelingenverdrag?

Mevrouw Kuiken (PvdA): Wij willen niets veranderen aan het VN-Vluchtelingenverdrag. De reden dat wij tegen deze motie hebben gestemd, waren de constateringen. Wij hebben niet tegen het naleven van het VN-Vluchtelingenverdrag gestemd.

De heer Sjoerdsma (D66): Zeker in een belangrijke discussie als de discussie over dit verdrag, kan het stemgedrag van de Partij van de Arbeid zomaar verkeerd worden uitgelegd. Wat stuitte de Partij van de Arbeid in de constateringen zo tegen de borst dat zij hiertegen heeft gestemd, zonder stemverklaring?

Mevrouw Kuiken (PvdA): Ik ben blij dat de heer Sjoerdsma zo begaan is met het standpunt van de Partij van de Arbeid. Wij zijn heel helder. Wij zijn zeer voor het VN-Vluchtelingenverdrag. We zijn ook tegen moties die bijvoorbeeld oproepen om het Vluchtelingenverdrag te veranderen in het kader van de ontheemdenstatus et cetera. In de constatering stond de aanname dat het primaire doel zou zijn om alle vluchtelingen terug te sturen naar de eigen regio, terwijl het ook mijn doel is om vluchtelingen waar mogelijk netjes in Nederland op te vangen. Dat is de reden dat ik tegen deze motie heb gestemd. Laat echter heel helder zijn dat wij voorstander zijn van het Vluchtelingenverdrag en het handhaven daarvan. Daarmee staat het nu ook goed in de Handelingen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik lees de constatering even voor: «constaterende dat het de doelstelling van de regering is om op termijn slechts nog asiel te verlenen aan vluchtelingen van buiten Europa als deze via de Verenigde Naties worden uitgenodigd om naar Nederland te komen». Dat heb ik tijdens dat debat letterlijk kunnen optekenen uit de mond van de Staatssecretaris. Dat lijkt mij dan toch een doelstelling van de regering, die ik letterlijk heb opgenomen in de motie. Dat is de enige constatering. Wat klopt daar niet aan?

Mevrouw Kuiken (PvdA): Ik heb de woorden van de Staatssecretaris niet zo opgevat. Ik denk dat er een discrepantie tussen zit. Dat is dan een terechte vraag die u aan het kabinet kunt stellen. In eerdere moties wordt ernaar gestreefd om de afspraken, zoals we die nu ook hebben met de veilige landen van herkomst, uit te breiden met andere landen, en te kijken of je met andere landen afspraken kunt maken omdat zij voldoen aan het Vluchtelingenverdrag. Dat is echter een ander streven dan wat er in uw constatering staat. Misschien was het handiger geweest – ik was echter niet de woordvoerder – als we daar ter plekke een debat over hadden kunnen voeren, maar ik herken me niet in de constatering van de motie. Dat is de reden dat ik heb tegengestemd. Had u mij gevraagd of ik nog steeds achter het Vluchtelingenverdrag sta, dan had ik gezegd: ja. Stelt u mij de vraag of ik van plan ben om het Vluchtelingenverdrag te veranderen door middel van een motie, dan zeg ik: nee.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Maar ik ben toch niet gek? Ik vraag bij interruptie om helderheid, omdat ik weet dat er discussie over wordt gevoerd. Er is hier wel degelijk een drietal partijen aanwezig dat vindt dat het Vluchtelingenverdrag niet meer houdbaar is. Dus vraag ik een Kameruitspraak om aan te geven dat het voor het Nederlands parlement wel degelijk een belangrijk punt is. Dan teken ik letterlijk op wat ik de Staatssecretaris heb gevraagd en welke vragen ik bevestigend beantwoord heb gekregen: ja, op termijn willen we ernaartoe dat Nederland alleen nog asiel verleent aan vluchtelingen als deze via de Verenigde Naties worden uitgenodigd. Dat zet ik dan in een motie en vervolgens beweert de andere coalitiepartner dat dat niet de doelstelling van de regering is. Moet de Partij van de Arbeid er dan niet voor zorgen dat zij een eigen bewindspersoon op die post krijgt die wel de dingen zegt waarmee mevrouw Kuiken het eens is?

Mevrouw Kuiken (PvdA): Als ik het voor het zeggen had gehad, had ik het natuurlijk wel geweten. Het klopt dat u niet gek bent, maar ik lees in de motie een constatering waarin ik mij niet herken en waarvan ik vind dat het geen kabinetsbeleid is. Die steun ik dus niet. Had die motie er iets anders uitgezien, dan had ik haar gesteund. Bovendien vind ik haar overbodig, omdat ik al meerdere malen in het debat heb aangegeven dat we het Vluchtelingenverdrag niet gaan aanpassen. Het kabinet zet daar ook geen stappen in. Als daar wel stappen in genomen zouden worden, zou ik zelf wel een motie indienen. Daarvoor heb ik heel eerlijk gezegd geen motie nodig van de SP of van een andere partij, dat doe ik dan zelf wel.

De voorzitter: Ervan uitgaande dat hieromtrent nog voor 14.00 uur exegese zal komen van de zijde van het kabinet, wil ik het woord geven aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA): Voorzitter. Om gelijk met het laatste onderwerp te beginnen: het CDA is wel voorstander van het aanpassen van het Vluchtelingenverdrag. Het CDA vindt dat je mensen die vluchten voor oorlog en geweld tijdelijk een veilige haven moet bieden. Het moet gericht zijn op terugkeer als het conflict voorbij is. Met de aantallen van nu slibt die veilige haven dicht. Op een gegeven moment komt dan de doelstelling die bijna Kamerbreed gedeeld wordt, namelijk mensen veiligheid bieden, in het gedrang. Die kun je op een gegeven moment niet meer bieden. Het zou mij een lief ding waard zijn als deze regering in Europa het gesprek hierover zou aangaan. CDA-leider Sybrand Buma heeft daar bij de EVP-fractie in ieder geval unanieme steun voor gekregen. Waar wacht deze regering dus nog op?

De vluchtelingencrisis overstijgt zo langzamerhand alle andere onderwerpen op de Europese agenda. Dat zal zeker niet anders zijn dan tijdens het voorzitterschap van Nederland in 2016. We hebben daarover moties ingediend, die helaas zijn weggestemd. Minister van der Steur zei tijdens het vorige AO JBZ-Raad op 7 oktober over het EU-voorzitterschap: «Een heel groot deel van het voorzitterschap is gewoon oliemannetje zijn». Hij heeft het echt gezegd: oliemannetje zijn. Ik wil daarop graag een reactie van de Staatssecretaris, die zich in Europees verband al enige tijd gestort heeft in het vluchtelingenvraagstuk. Juist bij asiel- en vreemdelingenbeleid gaat het om veel meer dan alleen wetgevingsprocedures. Zeer actueel is de bereidheid om afspraken na te komen. Erkent de Staatssecretaris dat hij allesbehalve een oliemannetje zal zijn, maar dat hij een gigantische klus voor de boeg heeft om lidstaten te bewegen afspraken na te komen?

Polen bijvoorbeeld, dat de EU-vlag in de ban heeft gedaan, ontvangt van diezelfde EU de komende vijf jaar 85 miljard aan inkomsten, maar geeft niet thuis als het gaat om het nakomen van afspraken over vluchtelingen. Wat is de uiterste consequentie als Europese lidstaten hun afspraken niet nakomen om buitengrenzen beter te bewaken, om vluchtelingen te screenen et cetera? Sinds enkele weken ligt daarom de optie van een mini-Schengen op tafel. Daarover komen soms verschillende teksten vanuit het kabinet en de coalitiepartijen. Vanuit Europa komen teksten dat daar helemaal niet over gesproken wordt. Ik hoor vandaag graag van de Staatssecretaris welke concrete voorstellen hij tijdens de JBZ-Raad gaat doen.

Dan de veelbesproken EU-top over Turkije. Vandaag gaat mijn collega Omtzigt weer proberen om de afspraken daarover bij de Kamer te krijgen, zodat ook wij kunnen zien wat er is afgesproken. Het CDA vindt de toezegging van de Turken om er niet meer mee te dreigen, massa's vluchtelingen richting Europa te sturen in ruil voor lidmaatschap en visumvrij reizen eigenlijk – het is een hard woord, maar ik gebruik het toch maar – chantage. Je ziet nu ook dat het akkoord volledig verschillend wordt uitgelegd. De Turken zijn blij met de heropening van de onderhandelingen. Premier Rutte haast zich te zeggen dat het nog wel heel lang kan duren en dat het niet op een lidmaatschap hoeft uit te draaien. Nederlanders kijken hier met afgrijzen naar. Wat is dat nou? Wat gaat er nou gebeuren?

Dan kom ik bij het visumvrij reizen. Er is zeker een link met migratie en grensbewaking, zo zei de premier. In het debat vorige week over de Europese Unie zei hij dat Nederland er belang bij heeft dat de visumliberalisatie er een keer komt. Toch is ook het visumvrij reizen voor Turken vanaf 2016 niet zonder risico's. Uit de eerste voortgangsrapportage blijkt dat er nog veel risico's aan kleven. Er is bijna nog geen enkele afspraak die al volledig is uitgevoerd. De juridische implicaties daarvan zijn zorgwekkend. Hoewel het aantal mensen dat nog steeds een visum geweigerd wordt, nu klein is, zou ik van de Staatssecretaris willen horen waarom het visum aan die mensen wordt geweigerd. Is het voor te stellen dat er geen volledige maar een beperkte visumvrijstelling komt?

Verder hebben we veel vragen over de financiële steun aan Turkije of aan de organisaties in Turkije. Wie gaat dat controleren en hoe weten we dat dat geld ook terechtkomt waar het terecht moet komen, namelijk bij de verbetering van de situatie?

De CDA-fractie heeft grote zorgen over Frontex. Dat heeft blijkbaar geen mandaat voor het controleren van persoonsgegevens aan de Schengenbuitengrenzen. Dat kwam pijnlijk naar buiten in een recent interview met de directeur van Frontex. Wil de Staatssecretaris hierop ingaan? Wat gaat hij doen om dit onderwerp vlot te trekken? Dit is namelijk ook een heel belangrijk onderwerp. Mijn laatste vraag is of Marokko ook op de lijst van veilige landen komt. In toenemende mate zien wij namelijk dat mensen van dáár zich híer melden. Ik begrijp dat je het wilt, maar je hebt geen recht om hier te zijn als vluchteling.

De voorzitter: Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering voor vijf minuten, zodat de Staatssecretaris zijn papieren kan ordenen en kan overleggen met het gezelschap dat hij heeft meegenomen.

De vergadering wordt van 12.41 uur tot 12.48 uur geschorst.

Staatssecretaris Dijkhoff: Voorzitter. Ik begin met zaken die niet op de agenda van de JBZ-Raad staan, en werk van daaruit langzaam naar de agenda toe. Ik begin met de vragen over Turkije en hoe ik terugkijk op de overeenkomst. Ik denk dat het een noodzakelijke overeenkomst is, waarvan nog veel onderdelen moeten worden uitgewerkt. Veelvuldig is mij de vraag gesteld hoe het straks precies gaat lopen. Er was geen glazen bol meegeleverd met de overeenkomst, dus dat kan ik niet precies zeggen. De intenties zijn duidelijk; het is ook noodzakelijk.

De heer Fritsma zegt dat die deal de opmaat vormt naar nieuwe problemen. Nu we het probleem gaan oplossen door de instroom te beperken, mag het weer niet op die manier. Dan denk ik op een gegeven moment: je zit vastgeketend aan alles; je mag geen sleutels gebruiken en ook geen ander gereedschap. Wij zijn geen Houdini. We komen er dus niet uit zonder afspraken te maken met andere landen. Er zijn internationale afhankelijkheden. Wij zijn afhankelijk van andere landen. Als we niet afhankelijk waren, hadden we geen asielinstroom gehad. Die afhankelijkheid kun je wel wegwensen maar niet wegwerken. Het sluiten van de grenzen en het plaatsen van hekken zal niet meteen leiden tot een nulinstroom, want daar heb je meer voor nodig, en bovendien, omdat we economisch en op andere manieren afhankelijk zijn van anderen, zal het voor nieuwe problemen zorgen. Dat je afspraken moet maken met landen als Turkije is in de ogen van het kabinet geen uitzondering maar een opmaat naar meer. Ik ben ook blij dat het kabinet in Europa het standpunt heeft ingenomen dat je toe moet naar goede opvang in de regio. Dat Europa gedeelde verantwoordelijkheid moet voelen voor zowel de kwaliteit van de opvang in de regio als de mate van burden sharing, indien dat inderdaad ertoe leidt dat er geen instroom meer is. Ik ben blij dat wat een paar maanden geleden nog een noviteit was, nu in elk geval breed omarmd wordt als denkrichting, en we nu ook een eerste concrete aanzet daartoe zien. Als landen als Duitsland dan meteen al beginnen over een rijtje landen waarmee je hierna afspraken moet maken, dan is dat bemoedigend en past dat goed bij de inzet van het kabinet in dat verband. Dat betekent niet dat het allemaal makkelijk is. Je moet elkaar in de praktijk blijven aanspreken op het respecteren van basale mensenrechten. We sturen niet voor niets geld naar de opvang. We geven het niet aan de regering van Turkije: fijn dat u mensen tegenhoudt, hier hebt u geld. Dat geld is bestemd voor de opvang. Dat loopt ook via de organisaties die daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat geld wordt ook niet in één keer overgemaakt. Je moet dus continu blijven kijken of dat geld goed besteed wordt en of het leidt tot verbetering van de opvang. Dat is het doel. Daarnaast heeft Turkije gezegd: als we dan toch zulke goede gesprekken gaan voeren met elkaar, willen wij ook goede gesprekken op andere terreinen voeren. Dat is prima. Dat betekent echter niet dat de eisen omlaaggaan, want ook in dat opzicht verloopt het allemaal niet zonder complicaties. Het idee is dat je met een land afspreekt om geen tegenstelling op te zoeken. Daarbij zouden wij uiteindelijk sowieso aan het kortste eind trekken, want die mensen willen graag van Turkije naar Europa. Dat bepaalt Turkije niet, dat bepalen die mensen. We hebben er dus een gezamenlijk belang bij om de mensen in Turkije goed op te vangen en zelfs om de stroom in de richting van Turkije in te dammen. Mensen die geen echte vluchteling zijn, moeten weten dat ze weinig kansrijk zijn om verder te komen, Europa in.

De heer Fritsma (PVV): De Staatssecretaris heeft het over afspraken, maar daar is geen sprake van. Het is pure chantage van Turkije. Dat wordt ook bevestigd door een journalist van Reuters, die vandaag een adviseur van Erdogan citeert: we hebben gewoon gezegd dat, als jullie niet doen wat wij willen, we dan alle Syrische vluchtelingen op jullie loslaten. Dat is vandaag overal na te lezen. Het is dus pure chantage. Wat hebben we concreet gekregen in ruil voor dit heel nare pakket met visumliberalisatie en EU-toetredingsgesprekken? Hebben we de keiharde garantie gekregen dat de instroom van asielzoekers richting nul gaat? Ja of nee?

Staatssecretaris Dijkhoff: De heer Fritsma is altijd goed in het verpakken van foute veronderstellingen en het daaraan koppelen van een ja-neevraag. Hij impliceert dat de visumvrijstelling en de toetreding nu al geregeld zijn. In het beeld van de heer Fritsma worden de Turken morgen lid van de EU, wordt de visumplicht morgen afgeschaft en krijgen we daar niks voor terug. Zo werkt het niet. Dit zijn processen die gaandeweg vorm krijgen. Turkije moet de instroom gaan inperken. Als dat niet gebeurt, komen ook die andere delen niet tot wasdom. Dat is een proces dat je gezamenlijk ingaat. Als Turkije laat zien dat de instroom inderdaad daalt en richting nul gaat, kunnen wij ook bijdragen aan opvang in de regio. Dat zijn communicerende vaten. Over het feit dat er ergens iemand geciteerd wordt, zeg ik het volgende: er worden wel meer dingen gezegd, ook in Europese hoofdsteden. Mij gaat het erom wat er straks gebeurt. Als het ertoe leidt dat de instroom van vluchtelingen naar Europa drastisch afneemt en uiteindelijk stopt, lijkt het mij een goede deal, omdat we niet de eisen gaan verlagen ten aanzien van de dingen die Turkije wil bespreken.

De heer Fritsma (PVV): Dit neemt natuurlijk niet weg wat de EU heeft toegezegd aan Turkije, namelijk een versnelde visumliberalisatie. Daardoor zullen alle Turken die naar de EU willen komen, dat ongehinderd doen. Er zal geen check meer zijn op openbare orde, inkomen en noem maar op. Daar is geen duidelijkheid over. Ook is er geen duidelijkheid over de herplaatsing. We lezen vandaag berichten dat met Turkije zou zijn afgesproken dat er ook nog eens een half miljoen extra Syriërs naar Europa worden gebracht in het kader van de herplaatsing. Klopt dat? Wat is er precies afgesproken? Dat is toch goed om te weten. Dat moet de Staatssecretaris gewoon duidelijk maken.

Staatssecretaris Dijkhoff: Wat de visumliberalisatie betreft, blijft het inhoudelijke eisenpakket staan. Er is geen afspraak gemaakt dat op een bepaalde datum, ongeacht of er wel of niet aan de eisen is voldaan, visumvrijstelling plaatsvindt. In alles en iedereen die van A naar B loopt, ziet de heer Fritsma een exodus, tsunami of een overstroming. Gelet op het aantal Turken dat nu een visum moet aanvragen, gaat het ook niet om een enorm aantal weigeringen. Het gaat om 50.000 visumaanvragen, waarvan zo'n 4% wordt geweigerd. Natuurlijk doen we dat niet voor niets en natuurlijk hebben we dat visum niet voor niets. Dit cijfertje is ook geen aanleiding om te zeggen: laat dat hele visumsysteem maar zitten. Daar worden inhoudelijke eisen aan gesteld waaraan voldaan moet worden. Het is dus niet zo dat er in één keer een hele golf komt en dat het allemaal weggeven is en we daar niets voor terugkrijgen. We hebben daar inhoudelijke criteria voor. Daar moet aan worden voldaan. Wat we daarvoor terugkrijgen, moeten we ook gaandeweg monitoren. Over de hervestiging zal ik straks uitgebreid te spreken komen, maar er is geen sprake van een verborgen deal daarover.

De heer Fritsma (PVV): Als het antwoord over de hervestiging straks komt, vind ik dat prima, maar ik wil gewoon het volgende weten. Is met Turkije afgesproken dat ongeveer een half miljoen Syriërs worden hervestigd in de EU? Dat die berichten flauwekul zijn en niet kloppen, prima, maar ik wil wel weten wat er op tafel ligt. Het is niet niks als een van de elementen van dit pakket is dat we een kwart van de Syriërs uit Turkije moeten halen.

De voorzitter: De vraag is helder. Mijnheer de Staatssecretaris, komt u er in de rest van uw betoog op terug of haalt u het naar voren?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik haal het naar voren. Er is geen aantal afgesproken met Turkije. Dat zal sowieso niet extra zijn. In tegenstelling tot wat de heer Fritsma zegt, zijn we niet gek. De instelling van het kabinet is altijd als volgt geweest. Als je dankzij afspraken met landen in de regio geen instroom meer hebt, is het logisch dat je aan burden sharing doet. Daar is hervestiging een instrument voor. Dat die gesprekken in Europa plaatsvinden, oké, maar daarbij gaat het altijd om een nettoverlaging. Het blijven altijd communicerende vaten. Het is niet én hervestiging én Turkije dat niet levert in het beperken van de instroom. Dat werkt natuurlijk niet. Er is nu geen aantal afgesproken en het zijn communicerende vaten. Het is niet dubbelop. Het principe is dus logisch: als Turkije ervoor zorgt dat je 100.000 mensen minder hebt, kun je aan hervestiging doen. Dat is bespreekbaar, maar niet andersom. Je gaat niet eerst 500.000 mensen ophalen en dan hopen dat ze de grens dichthouden. Dat werkt niet en dat gaan we ook niet doen.

De voorzitter: Er hebben zich nog drie interrumpanten gemeld. Het lijkt mij verstandig om de Staatssecretaris eerst zijn betoog te laten opbouwen en daarna vragen te stellen. Ik stel voor dat de Staatssecretaris eerst het gedeelte over Turkije afrondt.

Staatssecretaris Dijkhoff: Turkije is niet direct nummer één op het lijstje van landen die het beste omgaan met de mensenrechten van vluchtelingen. Daar zijn zorgen over, die ik begrijp. Turkije heeft inderdaad 1.300 vluchtelingen tegengehouden op weg naar Griekenland. Die zitten nu in een repatriëringscentrum om teruggestuurd te worden naar de provincie in Turkije waar ze in de opvang geregistreerd staan. Dit is een goed gecoördineerde operatie, die past binnen de afspraken. Het is voor sommigen een beetje ongemakkelijk om te horen, maar je hebt grenzen en traditioneel is de afspraak dat je wel of niet een recht hebt om die grens te overschrijden. Als je een grens wilt overschrijden zonder daar recht toe te hebben, dan past het ook dat je gestopt wordt, anders hoef je geen grenzen te hebben. Het past natuurlijk niet dat je per se gedetineerd wordt, maar dat doet Turkije in dit geval ook niet. De mensen worden teruggebracht naar de plek waar ze vandaan komen. In Hongarije is er sprake geweest van illegale grensoverschrijding zonder goed recht, dus daar staat een straf op. In Turkije gaat het om repatriëring.

Tot zover de deal met Turkije. Op de lijst met veilige landen kom ik nog terug.

De voorzitter: Ik ga het rijtje met interrumpanten af. Als eerste mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik vind het jammer dat we niet een apart debat over Turkije hebben, zoals dat gisteren door de PVV is aangevraagd. Mijn vraag gaat meer over het algemene signaal dat het kabinet nu wenst af te geven over de afspraken met Turkije en waar zij uiteindelijk toe zouden moeten leiden. Ik hoor de Staatssecretaris hier vandaag weer zeggen: richting nul. Is dat niet een totaal verkeerd signaal om af te geven, omdat we eigenlijk met zijn allen weten dat, met welke landen we ook proberen om afspraken te maken, een asielinstroom van nul er de komende jaren maar waarschijnlijk ook in de verre toekomst absoluut niet in zit?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik garandeer ook niet dat door de afspraken met Turkije er volgend jaar geen asielzoeker meer komt. Het streven moet zijn dat je afspraken maakt met landen in de regio. In zijn brief heeft het kabinet dat als langetermijnperspectief geschetst. Als je naar het Europees speelveld kijkt is dat, ironisch gezien, nog haalbaarder dan de tussenfase die u schetst van een Europees asielsysteem. Daar kom ik later nog op. Als je afspraken maakt over burden sharing, zowel financieel door je verantwoordelijkheid te nemen in de kampen als via hervestiging, dan is de logica inderdaad dat je niet ook nog een parallelle route openlaat. Dan blijven de smokkelaars namelijk een businessmodel hebben. Daarnaast zijn er regio's en landen waarmee nog geen afspraken zijn gemaakt, waardoor we van daaruit nog steeds asielinstroom zullen hebben. Dat is inderdaad een feit. Ik ga dus ook niet zeggen: feest met Turkije, ik ga het COA en de IND afbouwen, er komt geen instroom meer. Ik vind het een goed signaal om te zeggen: zo dicht mogelijk in de buurt van waar mensen vandaan vluchten, in de regio dus, is er ten principale een vorm van opvang. Europa draagt daaraan bij, neemt daarin zijn verantwoordelijkheid en kijkt niet weg. Het wacht niet, zoals het de afgelopen jaren wel gedaan heeft, met bijdragen totdat mensen hierheen komen. In ruil daarvoor krijgen we «invitation only» uit die regio via resettlement. Ik vind dat een goed signaal.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb daarover nog twee vragen. Ik ben er steeds naar aan het vissen. Hoe heeft de Libanese regering gereageerd op de plannen van Nederland om vooral de opvang in de regio te verbeteren? Ook in Libanon zijn immers veel Syriërs gestrand. Hoever staat het bijvoorbeeld met de afspraken met landen als Libië, Egypte, Algerije, Oekraïne of met andere landen in de regio waarnaar smokkelroutes zich zouden kunnen verleggen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Het zou erg knap zijn als we al zover waren met die landen. Zo ver zijn we nog niet, dus het applaus daarover zal uitblijven. Wel ben ik blij dat de SP heel blij is met in elk geval dit fenomeen. We doen het natuurlijk via de Europese route. Ik vind het erg knap dat we in Europa al zover zijn dat deze gedachte dominant en geaccepteerd is, dat we al concreet met één land, een heel groot land, van waaruit de hoofddoorvoer naar Europa plaatsvindt, afspraken aan het maken zijn. Ik ben er ook heel blij mee om uit andere Europese hoofdsteden te vernemen dat het naar meer smaakt. Een aantal van de landen die mevrouw Gesthuizen noemt, worden al genoemd om hierna snel mee te gaan spreken. Van een aantal landen uit Noord-Afrika krijgen we zelfs te horen dat dit een interessante afspraak is, waar men oren naar heeft. Dat zijn allemaal langdurige trajecten, waar ik niet op vooruit wil lopen, maar ik vind dat een goede ontwikkeling. Het is niet zo dat we al concrete conceptafspraken hebben met andere landen. Dat het in die richting gaat, vind ik echter niet verkeerd.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik krijg geen antwoord op mijn vraag. Ik vind woorden heel mooi en prachtig, maar ik ben het niet eens met de oproep van het kabinet dat ze allemaal vooral maar daar moeten blijven en we als Europa toe moeten naar een instroom van nul. Laat dat helder zijn. Kan de Staatssecretaris iets concreets noemen? Zelfs de afspraken met Turkije zijn immers niet eens concreet. Hoe concreet zijn dan de afspraken met landen als Libanon, Libië of Oekraïne?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik heb net gezegd dat wij daar geen afspraken mee hebben en dat er ook geen conceptafspraken zijn. Dan is het dus apart om te vragen hoe concreet de niet-bestaande conceptafspraken zijn. Die zijn dus niet concreet. We werken hiernaartoe. Iedereen moet er zijn eigen oordeel over vormen of hij vindt dat het te veel of te weinig is; de meningen daarover in de Kamer zijn wisselend. Als je echter gelet op het kabinetsstandpunt van een paar maanden geleden ziet dat er nu een proces van afspraken met Turkije is, dan denk ik niet dat velen dat toen voorspeld hadden. Ik vind het een goede ontwikkeling.

De heer Azmani (VVD): Ik vraag de Staatssecretaris om te bevestigen dat de Europese Commissie zich dus niet nu al bezighoudt met de hervestiging vanuit Turkije. Mevrouw Merkel liep daar al op vooruit. Ook is het mooi om in reactie op de vraag van mevrouw Gesthuizen te horen dat andere landen zich ook bereid voelen om die afspraken te gaan maken. Op dit moment zijn er volgens mij migratiedialogen aan de gang met Libanon en Ethiopië. Kan de Staatssecretaris er iets meer over zeggen welke stappen er in dat kader worden gezet? De regering roept op tot het instellen van een stuurgroep om tot die afspraken te komen. Zullen die dialogen ertoe leiden dat een stuurgroep hierin daadwerkelijk grote stappen gaat zetten?

Staatssecretaris Dijkhoff: We hadden al zo'n beetje de Europese Raad de JBZ-Raad binnengehaald, nu raken we ook het terrein van de Raad Buitenlandse Zaken. Met name daar worden die gesprekken gevoerd. Wel voeren we op ons dossier intensieve gesprekken over terugkeer. Die moeten op Europees niveau tot gezamenlijke afspraken leiden. Ook de landen die de heer Azmani noemt, staan op een lijstje.

Wat het andere punt betreft: ik kan Duitsland niet beletten om te spreken over hervestiging. Zo ver reikt mijn invloed niet. Gelet op het kabinetsstandpunt is het ook een logische combinatie, maar je moet niet eerst gaan hervestigen en hopen dat de ander daarna levert. Zo is het proces niet: je doet dat niet in één klap. Het is een mechanisme dat je kunt gebruiken om ervoor te zorgen dat de instroom inderdaad afneemt.

De heer Sjoerdsma (D66): De Staatssecretaris zegt: dit smaakt naar meer. Maar ik krijg vooral een vieze smaak in mijn mond van wat de Europese Unie allemaal heeft moeten weggeven. Aan de non-verbale houding van de Staatssecretaris zie ik dat hij dat een klein beetje meevoelt. We gaan die mensen terugsturen naar Turkije, maar die mensen vertrekken daar omdat ze geen perspectief hebben om aan het werk te gaan en onderwijs te genieten. Welke concrete maatregelen heeft de Europese Unie uitonderhandeld met Turkije, zodat die mensen daar wel perspectief hebben en daar dus ook willen blijven?

Staatssecretaris Dijkhoff: In dit stadium is dat niet tot achter de komma uitgewerkt, maar die 3 miljard via de organisaties die de opvang regelen, zijn er niet voor niets. Europa neemt medeverantwoordelijkheid. Europa zegt tegen Turkije niet alleen dat het zijn opvang moet verbeteren, maar laat ook zijn medeverantwoordelijkheid zien door dat te regelen, te financieren en te ondersteunen.

De heer Sjoerdsma (D66): Daarmee zegt de Staatssecretaris feitelijk toch dat deze hele deal voorlopig nog niets waard is? Zolang deze vluchtelingen geen perspectief hebben op werk en onderwijs, gaan ze toch nog steeds een weg naar Europa zoeken? Dan gaan ze toch nog steeds door? Daar gaat die 3 miljard ook niet bij helpen, want die wordt uitgegeven aan opvang, voedsel en veiligheid.

Staatssecretaris Dijkhoff: Eerlijk gezegd denk ik, zelfs als je het in Turkije wel verbetert, dat mensen nog steeds een poging zullen wagen. Daarom is het aan de Turken om ook aan hun kant de grensbewaking te verscherpen. Op het moment dat mensen aan de Griekse kust aankomen, kun je wel aan grensbewaking doen, maar dan haal je de mensen wel binnen als ze hun boot leksteken. Daar hoort dus bij dat je werkt aan het verbeteren van het perspectief en dat Turkije ervoor zorgt dat het aantal mensen dat de oversteek waagt, drastisch vermindert. Dat is allemaal work in progress. Daar ligt een heel actieplan onder dat door het akkoord nu ook in werking is getreden. Dat het niet van de ene op de andere dag geregeld is, snap ik. Om echter te zeggen dat een afspraak niets waard is, omdat je nog niet klaar bent met wat je het afgelopen weekend hebt afgesproken, vind ik niet realistisch.

De heer Sjoerdsma (D66): Laten we dan deze Staatssecretaris oproepen om het wel realistisch te maken. Wat is de inzet van de Staatssecretaris? Wat moet Turkije aan sociaaleconomische maatregelen nemen om dat perspectief te verbeteren? Daar gaat het dan om. Dat is het kernpunt van dit debat.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik zal die vraag eerst maar heel flauw beantwoorden: mijn inzet is vrij beperkt en daarom is dit ook niet het aangewezen gremium om dit te bediscussiëren. Het lijkt mij goed om het hierover te hebben bij de Staat van de Unie. Het ligt immers niet op mijn bord om de afspraken met Turkije te implementeren. De investering die wij doen, doen we niet voor niets. Het gaat om onderwijs, huisvesting en toegang tot de arbeidsmarkt. Volgens het actieplan zijn dat trajecten waarin Turkije een slag moet slaan. Op die gebieden zal de Kamer met ons mee kunnen kijken of Turkije daarin slaagt, met onze steun.

Mevrouw Keijzer (CDA): Er is net al een brief gekomen over de EU-top, maar er zijn door de EU nog steeds geen conclusies op papier gezet. In de brief die we gehad hebben, staat niets over hervestiging. Dat is wat ik ingewikkeld vind aan deze discussie: wij zitten nu al een tijd met elkaar te praten over afspraken, waarvan we eigenlijk de precieze inhoud niet kennen. Wij kennen de grote lijnen wel, de Staatssecretaris is lekker bezig, dat is het punt niet, maar wat is daar nu precies allemaal afgesproken? Dat moet je toch weten, wil je het hier in de voorbereiding van de JBZ-Raad echt ergens over kunnen hebben? Of ontgaat mij iets?

Staatssecretaris Dijkhoff: Met de voorbereiding van de JBZ-Raad heeft dit niets te maken, want daarover gaan wij het helemaal niet hebben. Dat staat daar niet op de agenda en dat weet mevrouw Keijzer ook, want die stukken heeft zij gehad. Waarom weten wij nog niets van een hervestigingsafspraak? Nou, wellicht omdat die niet gemaakt is en omdat er nog geen plan voorligt waar deze JBZ-Raad over moet beslissen. Ik snap wel dat we na afgelopen zondag meteen vooruit willen en naar details vragen. Dat vind ik ook prettig, alleen zitten we hier om een JBZ-Raad te bespreken wel met een andere agenda. Daar staat vooral Schengen op de agenda. Het lijkt me dan ook nuttig om het daarover te hebben. Die afspraak van afgelopen zondag moet nog uitgewerkt en ingevuld worden. Ik begrijp dat de Kamer veel vragen stelt over geruchten betreffende dingen die nog niet afgesproken zijn. Ik kan niet zo veel met de vraag waarom wij daarover geen informatie verstrekken.

De voorzitter: Mevrouw Keijzer, ik zie dat u weer het woord vraagt. Ik heb uw vragen toegestaan en dit is het antwoord erop. Op een aantal vragen is nu nog geen antwoord te geven. Ik stel de commissie voor om dat hoofdschuddend te accepteren en in een later stadium nadere vragen te stellen.

Mevrouw Keijzer (CDA): Dat moet dan maar, maar het is heel apart. Ik hoor de Staatssecretaris net weer zeggen «nog niet afgesproken is». Ik denk dat dit voorstel een goed voorstel is.

De voorzitter: Het staat niet op de agenda van de JBZ-Raad die we nu bespreken. Ik stel voor dat wij nu de Staatssecretaris de gelegenheid geven om nader met de commissie te bespreken wat wel op de agenda staat en wat daar besproken zal worden.

Staatssecretaris Dijkhoff: Er ligt nog een aantal andere vragen, zoals over de lijst van veilige landen. Mocht Turkije op de lijst van veilige landen komen te staan, wat betekent dat dan voor Syriërs die door Turkije heen vluchten? De veiligelandenlijst gaat over veilige landen van herkomst. Het zou dus op de groep Syriërs geen direct effect hebben. De veiligelandenlijst zorgt ervoor dat iemand uit dat land zelf – een Turk uit Turkije die hier asiel aanvraagt – in een andere procedure komt. Het derde land wordt niet automatisch veilig door het op deze lijst te zetten. Daar gelden de reguliere criteria voor.

Er is gevraagd of Kosovo, de westelijke Balkan, op de lijst kan komen te staan. In onze ogen wel. Kosovo is een geval apart, omdat het het Vluchtelingenverdrag en het EVRM niet heeft geratificeerd. Je zou kunnen zeggen dat het daarom niet op die lijst kan. Het probleem is alleen dat Kosovo er niet toe in staat is om die twee verdragen te ratificeren, omdat er landen zijn die Kosovo niet erkennen als onafhankelijke staat. Dat maakt het lastig. Kosovo heeft wel in de eigen Grondwet de verdragen opgenomen die toezien op de mensenrechten. De facto, als we kijken naar het aantal mensen uit Kosovo dat recht zou hebben op een status, dan zien wij niet in dat het niet zou kunnen komen te staan op de lijst van veilige landen.

Als een land op de lijst van veilige landen staat en je komt uit zo'n land, zijn er dan waarborgen? Ja, de procedure is anders. De procedure is sneller, maar biedt een persoon wel de gelegenheid om toch te betogen waarom hij of zij ondanks het veilige land van herkomst recht zou moeten hebben op asiel. De bewijslast ligt dan hoger, omdat ervan wordt uitgegaan dat er geen categorische reden is om mensen uit dat land asiel te verlenen. Die waarborg is er echter wel.

Er zijn vragen gesteld over Marokko. Ik heb de Kamer toegezegd, haar voor het eind van het jaar ook over Marokko te berichten. We zijn daar nog niet mee klaar en ik kan er nog geen uitsluitsel over geven.

De heer Sjoerdsma (D66): Ik heb nog een korte vraag over de lijst van veilige landen. Ik had gevraagd of de Staatssecretaris bereid is om de ACVZ na een bepaalde periode de procedure rondom de veiligelandenlijst te laten evalueren.

De voorzitter: De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken.

De heer Sjoerdsma (D66): Ja, excuus, voorzitter.

Staatssecretaris Dijkhoff: Bij grote wetstrajecten is het normaal om na twee of drie jaar een evaluatie te doen en zeker niet na één jaar al. Dat vind ik wel erg kort. Voordat ik hier een toezegging doe, wil ik er nog over nadenken of de ACVZ dat wel ziet zitten en ertoe genegen is. Het IND en wij als organisatie zullen in de gaten houden hoe dit loopt en we zullen daarover ongetwijfeld verder discussiëren met de Kamer, maar één jaar vind ik wel erg kort om daar al iets over te zeggen.

Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Er is een reeks vragen gesteld over hoe de herplaatsing nu loopt. De Kamerleden constateerden het zelf ook: het loopt niet goed. Dan kun je denken dat de landen die beloofd hebben om mensen over te nemen uit Griekenland en Italië, daar kennelijk geen zin in hebben. U hoort mij niet zeggen dat dit niet speelt, maar wat zeker speelt, is dat de hotspots niet goed genoeg werken. De enige hotspot die wel goed genoeg werkt, ligt in Italië, en dat dan net in een periode waarin de instroom daar niet hoog is. Ik zei in de aanloop naar het maken van die afspraken al dat de grote aantallen mensen die voor herplaatsing in aanmerking komen, niet meer in dat land aanwezig zijn. Er heeft natuurlijk al veel informele relocatie plaatsgevonden, doordat Schengen en Dublin niet werken op dit moment. Nederland werkt ook mee aan de herplaatsing, maar dat betekent niet dat wij daar naartoe gaan en vragen wie er met ons wil meevliegen. Je moet echt goed bezien of de procedure werkt en of de hotspots daar functioneren. Dat is nu niet voldoende het geval. Het aantal herplaatsingen is blijven steken op 159. Het proces loopt, maar het loopt niet snel genoeg.

Er is gevraagd hoeveel landen concreet een aanbod hebben gedaan. Tot nu toe hebben 14 lidstaten gezegd: we kunnen mensen ontvangen. Er is nu ruimte voor 3.350 personen. Dan kun je vragen waar de rest van die 160.000 blijft, maar zolang het niet lukt om die 3.350 goed door de hotspots te krijgen, is het een vrij academische discussie om na te gaan waar de rest van de concrete aanbiedingen blijft. Nederland biedt ook een aantal plaatsen aan. Zolang die niet gevuld zijn, heeft het getal ophogen geen enkel praktisch effect. We doen mee. We kijken nu eerst met Lampedusa, omdat de hotspot daar werkt.

In Griekenland werken de hotspots nog niet goed genoeg. Ik ga er zelf heen, volgende week. Niet dat het daarna direct naar behoren werkt, maar ik wil beter geïnformeerd worden over de vraag of de bottleneck nu buiten Griekenland ligt of erbinnen en wat we kunnen bijdragen aan een verbetering. Ook als de afspraak met Turkije snel leidt tot een flinke verlaging van de instroom hecht ik nog steeds aan capaciteitsopbouw in Griekenland, om de mensen daar snel te kunnen registreren, zodat wij zo snel mogelijk weten wie er op Europese bodem is.

De heer Azmani (VVD): Bij de vorige JBZ-Raad bleek ook dat te herplaatsen asielzoekers geen interesse hadden in bepaalde lidstaten. Met andere woorden, ze wilden daarvoor niet in aanmerking komen. Klopt dat? En als het klopt, is het dan niet zo dat wij ze gewoon toedelen? Is er sprake van vrijwilligheid? Het zou toch echt de omgekeerde wereld zijn als zij bepalen dat ze naar een hotspot in een bepaald land willen, en niet bijvoorbeeld naar een Baltische lidstaat.

Staatssecretaris Dijkhoff: Je kunt niet kiezen en dat blijft ook zo. Dat leidt er ook toe dat het vertrouwen van asielzoekers in het herplaatsingsproces niet vanzelf gaat. Je moet die hotspots goed inrichten, ook met holding facilities, omdat het anders niet werkt. Je zegt tegen iemand die zich netjes registreert: dit bespaart u een reis via een smokkelaar, maar ik kan u niet vertellen waar u uitkomt. Dan bestaat er het risico dat mensen zeggen: in dat geval onttrek ik mij liever aan de hotspot en ga ik op eigen houtje naar mijn land van bestemming; dan weet ik in ieder geval zeker dat ik daar aankom. Daarom moet een hotspot sluitend werken, niet alleen voor mensen die naar het land willen waar jij ze aan wilt koppelen.

Het gaat niet alleen om mensen die herplaatst willen worden. De hotspot gaat uit van de registratie van iedereen. Wij horen ook geluiden dat mensen in één keer weg zijn nadat ze gehoord hebben dat ze uitkomen in Polen, Litouwen, Spanje, het maakt niet uit, gewoon in een ander land dan zij gewild hadden. Als ze dan nog niet geregistreerd zijn en nog niet in het systeem zitten, heb je een probleem. Als mensen eenmaal in het systeem zitten en gekoppeld zijn aan een land en dan toch doorlopen naar Nederland, dan kan ik bij binnenkomst in ieder geval meteen zien dat ze gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld Roemenië. Dan kunnen we zeggen dat ze daarheen moeten. Vooralsnog is ook dit onderdeel van de hotspots niet operationeel.

De heer Azmani (VVD): De Staatssecretaris zegt dat hij er volgende week zelf naartoe gaat. Het lijkt mij wel belangrijk dat iedereen geregistreerd wordt, voordat men te weten komt wat het land van bestemming gaat worden. Dan is ook meteen duidelijk dat het totaal geen effect heeft om naar een ander land te gaan; je wordt toch teruggestuurd. Dat is immers het hele idee van een hotspot. Of dat systeem ooit gaat werken, daar heb ik zelf ook vraagtekens bij, maar ik denk dat het dan beter zou zijn.

Staatssecretaris Dijkhoff: Zeker, registratie is essentieel. Als je niet begint met registratie, dan werkt het niet. Het is niet de bedoeling dat precies het aantal mensen dat herplaatst kan worden, geregistreerd wordt. Dan werkt het natuurlijk niet.

Dat brengt mij bij de vraag hoe het zit met Schengen en Dublin. Een paar dagen lang hebben de afspraken uit beide verdragen gewerkt zoals het op papier staat. Zodra de eerste asielzoeker de Alpen overstak en wij dat hebben laten gebeuren, werkte het niet meer zoals op papier voorzien. Eerlijk gezegd was ook niet de verwachting dat het ging werken. Als de gemaakte afspraken heel strikt nageleefd zouden worden, zou dat betekenen dat Nederland een asielinstroom van een mannetje of 50, 60, misschien 100 per jaar zou hebben, via de haven van Rotterdam en de luchthavens, terwijl alle asielzoekers die naar Europa komen, opgevangen zouden moeten worden door Italië, Griekenland en Spanje. Dat zijn immers de eerste landen van binnenkomst. Dat is geen reële afspraak.

In de praktijk hebben wij direct de harde papieren afspraken losgelaten door te accepteren – zolang het niet te bont werd – dat niet iedereen die in Italië binnenkwam, ook in Italië bleef, dat mensen uit die landen door konden lopen en dat er informele herplaatsing kwam. Jarenlang ging het om beperkte aantallen en was het feit dat het niet werkt zoals we afgesproken hadden, ondergeschikt aan de pragmatische houding dat het in de praktijk werkbaar was.

Nu zien we dat het ook in de praktijk niet meer werkbaar is. Dan moet je andere afspraken maken. Ik denk niet dat we terug kunnen naar de letterlijke teksten van nu, want die zouden betekenen dat Griekenland miljoenen mensen moet opnemen, terwijl de rest van de Europese landen niets hoeft te doen. We moeten onderkennen dat er al een weeffout zat in het verhaal zelf. Zolang de Europese landen allemaal aparte asielsystemen blijven hebben, houd je het risico van mensensmokkel, omlopen en zijroutes. Ten aanzien van de mensen die Europa al bereiken, moet je dan eigenlijk afspreken dat ieder asielkantoor in elke lidstaat een soort hotspot moet zijn en dat je van daaruit kijkt of iemand recht heeft op asiel in Europa en zo ja, welke standplaats aan de beurt is. Dan staat er ook geen premie meer op het via mensensmokkelaars doorreizen binnen Europa. Dat lijkt mij een manier om Schengen te benaderen.

Wat de haalbaarheid betreft, verkeren wij in een tussenfase. De kabinetsinzet is dat het essentieel is om tot oplossingen te komen. Je ziet het begrip voor de logica groeien, althans bij een groep van lidstaten die van goede wil zijn wat de opvang betreft, terwijl een heel contingent lidstaten denkt: ik heb niets met asielopvang. Heb ik met de landen op het Europese toneel gesprekken over kwetsbare groepen? Ik vrees dat het nog iets vervelender is. Ik spreek met landen soms niet alleen over hoe je omgaat met kwetsbare groepen, maar ook erover dat je als land vluchtelingen niet mag discrimineren op basis van hun religie. Er is een blok landen in de Europese Unie waarmee we nog een paar daaraan voorafgaande gesprekken aan het voeren zijn, helaas.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Hoezeer ik meevoel met het feit dat wij in de Europese Unie allemaal de schouders hieronder zouden moeten zetten, vraag ik mij toch af of er bij de herverdeling net zo wordt gewerkt als de UNHCR normaal gesproken doet. Als de UNHCR aan hervestiging doet, wordt er wel degelijk gekeken naar de integratiemogelijkheden van de te selecteren vluchtelingen – ik zeg dat tussen aanhalingstekens – in het land waar die vluchtelingen terecht moeten komen. De IND screent daar ook op. Ik mag toch aannemen dat een dergelijk mechanisme ook meespeelt bij de hervestiging binnen onze eigen Europese grenzen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Bij relocatie wordt natuurlijk wel gekeken of iemand al familie heeft in een lidstaat, maar er is geen eisenlijst. Het is niet zo dat een land waar nog bijna geen asielzoekers zijn, bij de relocaties kan wegblijven met de redenering dat er geen vluchteling is die in dat land al familie heeft. Er is een rijtje criteria op basis waarvan er wordt geprobeerd om zo goed mogelijk te matchen. Daar is aandacht voor, maar er is geen keiharde instemmingseis. Het UNHCR-model van resettlement klinkt niet alleen raar, in de praktijk werkt het ook raar. Hier in Nederland resettelen wij 500 personen per jaar. Dat doe je voor mensen die onderaan het lijstje staan qua geschiktheid voor opvang daar. Heel plat gezegd: wij selecteren op kwetsbaarheid. Dat doet niet ieder land dat met de UNHCR aan resettlement doet. Dan krijg je nog naardere associaties. Er zijn ook landen die resettlement gewoon gebruiken als verkapte kennismigratie en dat dan ook nog verkopen als «humanitair». Ik zal geen landen noemen waar gouverneurs van staten nu ook problemen hebben met resettlement. Voor Nederland is dat een oogmerk als het gaat om deze operaties.

Ik kom op het mini-Schengen en onze inzet. De inzet is om een oplossing te vinden. Wij zijn al een hele tijd bezig een oplossing te zoeken voor de hele Europese Unie en binnen Schengen voor alle lidstaten. Er moet wel meegewerkt worden aan oplossingen. We zeggen niet: we hebben één oplossing, namelijk plan A, plan B en plan C en dat hebben wij het liefst. We hebben het, zoals al eerder geconstateerd, niet alleen voor het zeggen. We zijn afhankelijk van anderen. Daarom vraag je je ook af wat je gaat doen als plan A, B en C niet lukken. Leun je dan achterover en denk je: goh wat jammer? Of ga je doordenken over waar het op uit kan komen en hoe zich een scenario ontspint?

Bij het uitwerken van een nieuwe richtlijn kan het voorkomen dat je je zin niet krijgt en dat er iets komt wat je suboptimaal vindt. Dat is hier niet zo. Als we nu niet tot een goede oplossing komen met zijn allen, hebben we een nog veel groter probleem. Dan kun je voorspellen wat er gaat gebeuren. Als je geen terugvalopties hebt, krijg je ieder voor zich, en dat is het slechtste. Misschien moeten we ook nadenken over terugvalopties. Als een land zegt: dat wil ik niet, is het misschien wel te stimuleren om mee te werken aan plan A. Je hebt het gewoon niet in je eentje voor het kiezen. We gaan daar niet zeggen: we hebben erover nagedacht, laat maar hangen, wij willen voortaan met zes landen verder. Het zou trouwens ook een raar podium zijn om dat te zeggen. Dat is de inzet niet, maar wij zijn wel eerlijk en realistisch: geen oplossing vinden met zijn allen betekent niet dat we vrolijk verder kunnen met hoe het was, want dat is onhoudbaar.

De heer Sjoerdsma (D66): Het is goed dat de Staatssecretaris daar niet gaat zeggen: laat maar hangen. Maar de vraag die ik stelde, betrof het tegenovergestelde. Zet de Staatssecretaris, zet het kabinet vol in op het behoud van Schengen? Dat is toch een van de grootste verworvenheden die deze Europese Unie heeft.

Staatssecretaris Dijkhoff: De heer Sjoerdsma formuleert het nu goed: het behoud van Schengen. Eerder sprak hij vooral over het behoud van het aantal landen dat in Schengen zit. Ik vind dit de goede aanpak: Schengen materieel behouden. Dat gaat niet om een papiertje met daarop een aantal landen die in Schengen zitten. Het gaat juist om de waarden die eronder zitten. Onze volle inzet is Schengen behouden en de kwaliteit behouden. Dat is een uitdaging. Straks moet je kiezen. Of we gaan naar een Schengen dat inhoudelijk niets meer voorstelt, maar alleen nog een lijstje is met landen. Of je houdt rekening met een scenario waarin het inhoudelijk nog is wat wij willen dat het is, maar het rijtje landen er anders uitziet. Schengen voorziet natuurlijk al in de mogelijkheid om maatregelen te nemen tegen landen die zich langdurig onttrekken aan de verantwoordelijkheden die bij het lidmaatschap horen, maar het is niet onze inzet om daarvan gebruik te maken. We zijn het niet van plan, maar het is wel een back-up voor het geval het andere niet lukt.

De heer Sjoerdsma (D66): Laten we dat dan ook concreet maken. Is het op dit moment het standpunt van de Nederlandse regering dat artikel 26 van het Schengenverdrag zou kunnen gaan gelden voor bijvoorbeeld Griekenland? Zou het kunnen dat mensen die uit Griekenland komen, aan onze grens kunnen worden behandeld als mensen afkomstig uit landen buiten het Schengengebied?

Staatssecretaris Dijkhoff: Dat is niet wat we in de zak hebben om daar neer te leggen als voorstel. Het is ook niet iets wat wij uitsluiten. Onze inzet is erop gericht, geen domino-effect te bereiken, geen alleingang van al die lidstaten. Onze inspanningen zijn erop gericht, de te nemen maatregelen gezamenlijk met andere landen te nemen. Ik ga dan ook niet daarheen met een vastomlijnd standpunt. Nederland vindt niet per se dit of dat. Nederland vindt dat dat ook niet nodig zou moeten zijn. Het moet werken. Griekenland moet wel in lijn zijn. Wij zijn ook bereid er heel veel aan te doen dat het Griekenland lukt. We zijn bereid bijstand te verlenen, via Europese middelen, maar ook met mensen als dat nodig is. We zijn ook voor enige aanscherping, dat je kunt ingrijpen als een lidstaat de kantjes ervan afloopt. Dan moet je kunnen zeggen: als u het niet doet, moeten wij het maar voor u doen. Als dat echter niet haalbaar is, kom je op terugvalscenario's uit zoals de heer Sjoerdsma er één van noemt. Alles is bespreekbaar, maar dat is niet de inzet.

Er zijn vragen gesteld over Macedonië en over het feit dat er op de Balkan onderscheid gemaakt wordt naar nationaliteit. Dat staat natuurlijk op gespannen voet met het Vluchtelingenverdrag. We stellen dit ook aan de orde en de EU maakt zich daar zorgen over. Een van de vragen die je altijd in het achterhoofd hebt, bij alle scenario's die je onder ogen krijgt en bij alle mogelijk denkbare oplossingen, is: hoe gaat het op de Balkan. Dat is een kwetsbare regio. Daar moet je oog voor hebben en dat hebben we ook. Ook daar zit een spanning. Doordat goed registreren in Griekenland niet lukt, gaan mensen Griekenland uit. Wat Macedonië doet – selecteren op nationaliteit – is niet conform het verdrag. Ze hebben daar echter een praktisch probleem en we moeten iedere keer naar elkaar kijken. Niemand, ook wij niet, wil dat er een soort buffer op de Balkan ontstaat. De regel is niet dat Griekenland ze het land uit laat lopen naar Macedonië. De regel is dat die mensen in de hotspots geregistreerd moeten worden en dat wij dan met z'n allen bekijken of mensen recht hebben op asiel en hoe je daarmee om moet gaan. Ja, we kaarten het aan, maar de sleutel ligt eerder bij Griekenland dan bij Macedonië, laat ik het zo formuleren.

Hoe zit het op langere termijn met het mandaat van Frontex en het leveren van experts? De bijdrage van lidstaten aan Frontex is nog niet conform de uitgezette vraag. Omdat er af en toe appels en peren worden vergeleken, hebben wij de Kamer al wel geïnformeerd dat Nederland bovenmatige inspanningen levert zodat Frontex zijn taken kan vervullen en voorlopig vooruit kan. De totale vraag is vaak langere termijn, zodat niet ieder land meteen voor die hele termijn zegt: je kunt op ons rekenen. Vaak levert men pas als het moment dichterbij komt. Wij zetten er ook druk op dat iedereen zijn deel erin neemt.

Er is een vraag gesteld over het mandaat van Frontex en waarom Frontex niet werkt. De taak is om lidstaten te ondersteunen. Frontex zit zo in elkaar dat er altijd een van de lidstaten bij is die de opdrachten geeft. Dat levert weleens spanningen op, twee kanten op. Wij hebben het eerder gehad over Hongarije. Nederland was in Hongarije onder Frontex. Dan heb je te maken met een zekere spanning. Wat valt onder het mandaat en wat niet? Gevraagd is ook wat Nederland daar aan vervoer deed. Klopte dat? Over de grote lijn wel, maar we hebben de Kamer beloofd om het nog gedetailleerder na te vragen. Er is een keer een rit geweest naar een rechtbank. Om die rit was verzocht door de Hongaarse autoriteiten. Die rit was niet afgestemd met het agentschap Frontex. We hebben er met Frontex over gesproken dat dit nauwkeuriger besproken moet worden in de operationele planning met de lidstaten. Die coördinatie moet verbeterd worden, zodat wij niet operationeel in een dilemma komen. Frontex opereert onder de lidstaten waar je hulp aan verleent, maar die lidstaat moet dat goed coördineren met Frontex. Er is niets onoorbaars gebeurd, maar het was niet zoals het hoorde. Die rit was niet wat het moest zijn, daar wilde ik de Kamer over informeren.

Mevrouw Keijzer (CDA): Ik had gevraagd of Frontex een mandaat heeft voor het controleren van persoonsgegevens aan de buitengrenzen van Schengen. Er is een interview geweest met de directeur daarvan, en die zei eigenlijk: wij mogen niets, zelfs dat mogen we niet. Klopt dat nou? Zo ja, wil de Staatssecretaris dat aan de orde stellen bij de JBZ-Raad, om ervoor te zorgen dat Frontex kan doen wat het moet doen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Hier is inderdaad een wereld te winnen. Bij de vorige JBZ-Raad is het aan de orde geweest omdat we ook over grensbewaking hebben gesproken. Toen heeft de JBZ-Raad geconcludeerd dat daar een wijziging in moest komen. Het is een beetje technisch, maar het is verder aan de Commissie. Die hebben wij verzocht om een solide juridische basis te creëren zodat het agentschap beter ondersteund kan worden, ook wat betreft de bevoegdheden inzake persoonsgegevens, centrale informatiesystemen en de toegang daartoe. Mevrouw Keijzer noemt dat punt terecht. De Commissie heeft de opdracht gekregen, dat te repareren. Ook hierin is weer sprake van afhankelijkheid van de lidstaten. Voor veel lidstaten is dit praktisch geen probleem, omdat de lidstaat prima meewerkt en Frontex echt gebruikt als ondersteuning. Als een lidstaat echter, ondanks het belang dat wij aan Frontex hechten, een heel ambigue houding inneemt, dan vinden wij dat Frontex moet kunnen handelen en dat het niet afhankelijk moet zijn van de lidstaat. Als we Frontex namelijk inzetten omdat de lidstaat tekortschiet, is de afhankelijkheid die er nu in zit, funest. Die moeten we wegnemen. Daarom verwachten wij dat de Commissie binnenkort met het voorstel komt waartoe ze opdracht heeft gekregen.

Mevrouw Keijzer (CDA): Welke landen zijn dat dan? Daar ben ik wel in geïnteresseerd. Als de Staatssecretaris in dit geval spreekt over de Commissie, neem ik aan dat hij de Europese Commissie bedoelt.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ja.

Mevrouw Keijzer (CDA): Welke landen zijn dat? Met welke landen is de gegevensuitwisseling lastig, waardoor ook weer de grensbewaking in de knel komt?

Staatssecretaris Dijkhoff: Wij hebben de traditie om geen landen te noemen, maar in eilandrijke zonnige gebieden is dit een groter probleem dan in het koudere noorden.

De voorzitter: Met deze vrij algemene geografische duiding kan mevrouw Keijzer leven, begrijp ik.

Mevrouw Keijzer (CDA): Ik heb een donkerbruin vermoeden, en dat komt door de zon.

De voorzitter: De heer Sjoerdsma, kort alstublieft. Ik kijk op de klok. Er wordt straks iemand beëdigd in de plenaire zaal en wij hebben nog een tweede termijn te gaan.

De heer Sjoerdsma (D66): Daar zullen wij bij zijn, voorzitter.

De Staatssecretaris geeft eigenlijk aan dat er in die zonovergoten landen waar wij allemaal jaloers op zijn, een spanning zit tussen wat de nationale lidstaten willen en wat Frontex wil. Hoe gaan we die spanning oplossen? Welke oplossingsrichting ziet de Staatssecretaris voor zich? Hij zegt Europees, zoals D66 het wil, niet te zien zitten, maar hoe ziet hij het dan wel zitten?

Staatssecretaris Dijkhoff: In reactie op de oproep van D66 voor een Europese grenswacht heb ik gezegd: het is geen doel op zich, maar het kan een middel zijn, zij het alleen voor lidstaten die andere lidstaten benadelen door het niet op orde hebben van de grenzen. Ik hoef geen Tsjechen op Schiphol neer te zetten. Als wij gewoon ons werk doen, kunnen wij dat zelf. In die zin is het geen doel op zich. Het is altijd vervelend: om te komen tot een systeem waarin we falende lidstaten mogen overrulen, moeten we eerst de instemming hebben van die lidstaat. Het is immers een Europees besluitvormingsproces. Hoe punitiever we het opzetten en hoe harder we erover roepen, hoe kleiner de kans dat het ooit gebeurt. Op de vorige JBZ-Raad heb ik gezegd dat ik een snellere koppeling wil tussen een evaluatie van hoe een land met Schengen en de grensbewaking omgaat en van de maatregelen, en dat ik maatregelen wil die sneller in de praktijk te brengen zijn dan weer een brief waarin staat: goh, u doet uw werk nog niet goed, net zoals vorig jaar en het jaar daarvoor.

De voorzitter: Ik zie de heer Fritsma het woord vragen, wellicht ter vermijding van een tweede termijn?

De heer Fritsma (PVV): Ja, ik had nog een onbeantwoorde vraag.

De voorzitter: Wij zijn ook nog niet helemaal klaar. Zegt u even snel wat de onbeantwoorde vraag is?

De heer Fritsma (PVV): De vraag over legale migratie vanuit Afrika naar de EU, zoals is afgesproken op de top in Valetta.

De heer Azmani (VVD): Ik had een vraag gesteld over de enorme instroom van alleenstaande minderjarige vreemdelingen als migratiestrategie. Daar wil ik graag een reactie op hebben, evenals over de richtlijn over onderzoekers, studenten en stagiairs waar ik wat vragen over heb gesteld.

De voorzitter: Heel goed. Dan vraag ik de Staatssecretaris om, dit gehoord hebbende, zijn betoog nu af te ronden. Hij had nog wat kleine dingen.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik begin met de vraag van de heer Fritsma over legale migratie uit Afrika. De afspraak uit Valetta gaat niet over de verruiming van arbeidsmigratie. In specifieke afspraken wordt gerefereerd aan studenten en wetenschappers. Dat is in lijn met wat wij hier in Nederland al doen. In andere lidstaten zit dat anders, maar in Nederland leidt dit niet tot een verruiming. Er zijn bestaande afspraken bevestigd – ook dat is geen uitbreiding – over terug- en overname. Bij de kunstenaars, waar de heer Fritsma zo in geïnteresseerd was, kan ik u zeggen dat het alleen gaat om het faciliteren van de visumafgifte voor mensenrechtenverdedigers en kunstenaars. Ook dat is voor Nederland al praktijk. Er is geen sprake van een uitbreiding.

De heer Azmani had het over de toename van minderjarige asielzoekers als aandeel van de totale instroom. Wij zullen nagaan of andere lidstaten dezelfde trend zien of dat dit specifiek voor Nederland geldt. Dat kan de consequentie hebben die de heer Azmani noemt. De landen Afghanistan en Pakistan waar hij op doelde, zijn sowieso door Duitsland al behoorlijk geagendeerd met betrekking tot stappen die Europa zou moeten ondernemen om de instroom vanuit die landen terug te dringen. Het moet niet zo zijn dat mensen denken: er is een stroom op gang, ik ga ook mee; dat geeft namelijk geen recht op asiel. Die route kunnen we beter zien te voorkomen.

De heer Azmani (VVD): Ik beroep mij op gegevens van Eurostat, dus de totale asielgegevens van Europa. Daaruit blijkt in de laatste twee, drie maanden een enorme instroom van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Wij weten allemaal dat daar een migratiestrategie achter zit en dat dit ten koste gaat van de ontwikkeling van die kinderen. Wij hebben daarover zelf iets opgenomen in het regeerakkoord, namelijk dat wij dit in het belang van de ontwikkeling van het kind niet goed vinden en dat die kinderen óf herenigd moeten worden met de familie in het land van herkomst óf dat er opvangvoorzieningen moeten komen. Wij hebben daar in het verleden goede resultaten mee gezien. De vraag is of de Staatssecretaris bereid is om daarover en marge van de JBZ-Raad met collega's van gedachten te wisselen. Ik denk namelijk dat er op dit onderwerp een Europese inzet moet komen, om deze praktijk zo snel mogelijk de kop in te drukken.

Staatssecretaris Dijkhoff: Dat zeg ik toe.

De heer Azmani had ook een vraag over de richtlijn met betrekking tot studenten en onderzoekers. Hij vroeg of die ook voor trainees en vrijwilligers bindend was. Er ligt nu een politiek akkoord voor trainees en bepaalde categorieën vrijwilligers. Nederland denkt positief over het tot nu toe bereikte resultaat. De trainees zijn vooral hoogopgeleiden. Het beleid van Nederland is erop gericht, hen hierheen te halen. Ten aanzien van vrijwilligers zit er een waarborg in. Het gaat alleen om vrijwilligers via de European Volontary Service en alleen vooraf geaccrediteerde organisaties kunnen ervan gebruikmaken. Daar zit zeker een beperking op en een waarborg in.

Mevrouw Kuiken had gevraagd naar het kabinetsstandpunt over slimme grenzen en rechtshandhaving. De koppeling die nu gelegd is, is ook in mijn ogen noodzakelijk, omdat het systeem informatie zou bevatten over onderdanen uit derde landen die Schengen in en uit gaan. Die informatie zit niet al in andere systemen. Gezien de veranderde vormen van terrorisme en criminaliteit en in verband met de migratiestromen heeft de informatie uit dat systeem duidelijk een toegevoegde waarde. Er moeten wel waarborgen gelden als van die informatie gebruikgemaakt wordt voor bijvoorbeeld strafrechtelijk onderzoek. Wij denken aan gelijke voorwaarden als bij het VIS of bij de Eurodac-verordening. Dat moet daarin dus ook opgenomen worden, zoals mevrouw Kuiken vroeg.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Excuus, voorzitter, maar u had mij nog niet gehoord in een interruptie. Even los van de vraag of je er wel of geen voorstander van bent om personen vanuit de rechtshandhaving toegang te verschaffen tot het systeem – dat is overigens iets wat het merendeel van de lidstaten wil – is mijn vraag de volgende. In de oorspronkelijke opzet van het plan was dit een secundair doel en geen primair doel. Nu een meerderheid van de lidstaten voorstander is en er binnenkort een gewijzigd voorstel naar de Kamer gestuurd zal worden, is mijn zorg als rapporteur dat het oorspronkelijk secundaire doel meer een primair doel aan het worden is. Ik wil wel dat dit voldoende meegenomen wordt, omdat je daarmee ook een ander belang hecht aan de opzet en aan de werkwijze van het systeem. In de laatste informatierondes die we hierover hebben gehad, merk ik een verandering in de wijze waarop er wordt omgegaan met de koppeling van systemen. Dat maakt dat wij van het kabinet mogen verwachten dat het daar scherper op is in zijn beoordeling van het systeem en in de wijze waarop het de Kamer daarover informeert.

Staatssecretaris Dijkhoff: Zeker. Het nieuwe commissievoorstel moet er nog komen. Wij zullen er scherp op letten dat het niet omgekat wordt, dat de oorspronkelijke doelstelling niet uit het zicht verdwijnt en het niet iets heel anders wordt dan het was. Wij zullen opletten dat de secundaire doelstelling, die belangrijker wordt, nog wel gepaard gaat met waarborgen met betrekking tot de koppeling en hoe daarmee om te gaan. Wij zullen daar ook in onze appreciatie aan de Kamer specifiek aandacht aan besteden.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Ik maak het nog even heel erg expliciet. Wij zien nu dat een oorspronkelijk secundair doel bezig is om een van de twee primaire doelen te worden. Dat vergt misschien ook dat je andere eisen stelt aan het systeem. Het systeem was primair het vergemakkelijken van grensoverschrijdingen en alle andere zaken die daarbij horen. Secundair was eigenlijk alleen maar de rechtshandhaving. Doordat andere lidstaten nu een groot voorstander zijn van de rechtshandhaving, wordt dat een primair doel. Dat vraagt wellicht ook om een andere opzet van het systeem. Het gaat mij dus niet alleen om waarborgen, maar ook om een beoordeling van de vraag of het systeem wel doet wat het moet doen om te kunnen voldoen aan het secundaire doel dat nu een primair doel aan het worden is. Die appreciatie zal er nadrukkelijk ook in moeten zitten.

Staatssecretaris Dijkhoff: Jazeker. Daarom zijn wij in eerste instantie benieuwd hoe de Europese Commissie die zaken verenigt. We zijn heel benieuwd hoe de Kamercommissie daar vervolgens over oordeelt, maar dat komt later. Als dit soort aspecten prominenter worden, vereist dat meer waarborgen in het systeem zelf. Dat ben ik helemaal eens met mevrouw Kuiken. We zijn heel benieuwd hoe de Commissie dat gaat doen. Het doel is inderdaad makkelijker reizen voor mensen die daar recht op hebben. Het doel is om selectiever te zijn en niet alleen om maatregelen te nemen omwille van de veiligheid. Daarom is de koppeling ook niet geheel onlogisch, anders loop je het risico om het eerst makkelijker te maken en het daarna apart te hebben over de veiligheid, waardoor alles drie keer zo moeilijk wordt en de winst weer verloren gaat. Je moet in dat systeem een zekere selectiviteit inbouwen.

Tot slot heb ik nog één vraag te beantwoorden van mevrouw Keijzer over het oliemannetje. Als wij als voorzitter geen oliemannetje hebben, dan lopen zaken niet gesmeerd. Ik heb zelf een oliemannetje, mijn politiek assistent, en ik zou niet weten hoe ik zonder hem zou moeten functioneren. Ik denk dat oliemannetje op zich geen negatieve rol is, zeg ik in een poging om toe te redeneren naar mevrouw Keijzer. Ik dacht namelijk dat zij het toch een beetje een naar woord vond. Het is inherent aan het voorzitterschap dat er een verschuiving plaatsvindt naar invloed achter de schermen. Dat betekent niet dat je je kleur verliest of je mening. Je kunt je invloed aanwenden, maar je hebt een dienende rol als voorzitter. Het is niet zo dat jij eens even lekker een halfjaar gaat bepalen wat Europa doet. Kon dat wel, dan denk ik dat we de 27,5 jaar nadat wij net zelf aan de beurt zijn geweest enorm spijt zouden hebben van het feit dat anderen het inhoudelijk voor het zeggen hebben. Wel kun je landen vanuit je voorzittersrol aanspreken op niet alleen het maken van afspraken, maar ook op het nakomen ervan. Formeel ligt de handhaving natuurlijk bij de Europese Commissie, maar het Luxemburgse voorzitterschap heeft de afgelopen maanden ook laten zien – en dat wil ik graag voortzetten – niet te schromen om inzichtelijk te maken welke landen het bij woorden houden en welke tot daden overgaan. Misschien moet je af en toe ook wat van je olie op het vuur gooien om zaken duidelijk te maken.

De voorzitter: Ik kijk naar de klok en ik kijk naar de leden van de commissie. Is er dringend behoefte aan een tweede termijn? Dat is het geval. Dan vraag ik u om u te beperken tot de absolute hoofdzaken.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Ik begin met Hongarije, want ik lees in de brief die de Staatssecretaris heeft gestuurd niets anders dan wat hij vandaag heeft gezegd, namelijk dat er wel degelijk buiten het mandaat is geopereerd. Wat klopt er dan niet aan de constatering dat Nederland wel degelijk heeft geholpen met het voorgeleiden van deze mensen? Daar hoor ik graag nog een reactie op.

Ik wil de Staatssecretaris nog een keer exact hetzelfde vragen als ik onlangs al deed in een plenair debat, bij de behandeling van de begroting van Justitie. Wil het kabinet toe naar een systeem waarin vluchtelingen van buiten de Europese Unie alleen asiel wordt verleend in Nederland als ze uitgenodigd worden als vluchteling via het UNHCR-hervestigingsmechanisme?

De heer Azmani (VVD): Voorzitter. Dank aan de Staatssecretaris voor het realisme ten aanzien van Schengen en dat er gewerkt wordt aan fall-backscenario's voor het geval de dingen niet gaan zoals we dat graag zouden willen zien.

De voorzitter: Kunnen we dat «fall-back» vermijden?

De heer Azmani (VVD): Excuus, voorzitter: een terugvaloptie.

Tot slot dank voor de toezegging van de Staatssecretaris om in samenspraak met zijn Europese collega-ministers op dit dossier te kijken naar de aanpak van alleenstaande minderjarige vreemdelingen, zodat we kunnen voorkomen dat er van deze kinderen misbruik wordt gemaakt en dat er sprake is van meer schade dan dat het recht doet.

De heer Sjoerdsma (D66): Voorzitter. Dank aan de Staatssecretaris voor zijn beantwoording, ook dank voor zijn antwoorden over Schengen. Hij zei dat hij zich volop zal inzetten om Schengen te behouden. Ik denk dat wij hem straks vanuit de Kamer ook nog een steuntje in de rug moeten geven, zodat de Staatssecretaris daar in het buitenland mee kan wapperen.

De voorzitter: Betekent dit dat u het VAO dat u hebt aangevraagd, doorzet?

De heer Sjoerdsma (D66): Ja, dat doen we.

De voorzitter: Dan geven we dat vast door, want daar is dan haast bij.

De heer Sjoerdsma (D66): Ik had ook nog een specifieke vraag gesteld over Hongarije, namelijk of er inmiddels al een standpunt is ingenomen over het terugsturen van mensen naar Hongarije onder het Dublinakkoord.

De heer Fritsma (PVV): Voorzitter. Ook ik dank de Staatssecretaris voor zijn antwoorden. Hoe meer hij vertelt over de EU-deal met Turkije, hoe zorgelijker het wordt. Ik begin nu ook te begrijpen waarom de coalitiepartijen steeds een plenair debat hierover blokkeren, want de EU heeft gewoon een draak van een akkoord gesloten met Turkije, niet alleen voor wat betreft de elementen visumvrijstelling en nieuwe toetredingsgesprekken. Als extra zorgpunt hebben we natuurlijk die herplaatsing en de Staatssecretaris maakt zich er makkelijk van af door te zeggen: ik kan niet beletten dat Merkel of Duitsland met Turkije praat over herplaatsing. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Als dit in dat akkoord zit, dan moet dit kabinet dat akkoord natuurlijk verwerpen, zo simpel is het. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd, dus wordt vervolgd. Ook ik zal het VAO aangrijpen voor een motie.

Mevrouw Kuiken (PvdA): Voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor zijn beantwoording. Wij zien elkaar zo meteen weer bij het VAO.

Mevrouw Keijzer (CDA): Voorzitter. Ik heb nog twee opmerkingen. De opmerking over oliemannetjes van mij was niet bedoeld om oliemannetjes in diskrediet te brengen, want oliemannetjes heb je nodig, dat heeft de Staatssecretaris mooi gezegd. De vraag is wel waar je prioriteit ligt. Als ik het bericht van Minister Koenders zie over de drie hoofdprioriteiten voor het Europese voorzitterschap, dan denk ik echt dat het kabinet niet in de gaten heeft dat hét onderwerp de vluchtelingen zou moeten zijn.

Twee: ik heb net gevraagd naar de afspraken over de Turkijetop en toen zei de voorzitter dat wij het daar vandaag niet over hebben, maar agendapunt 4 van de JBZ-Raad is de herverdelingssystematiek, dus wij hebben het er vandaag wel over. Ik wil van deze Staatssecretaris de afspraken horen die er gemaakt zijn over een extra herverdeling van vluchtelingen vanuit Turkije. Als dat namelijk gaat om 500.000 mensen, zoals nu in alle kranten staat, dan betekent dat voor Nederland op grond van de gebruikelijke percentages ruim 20.000 mensen. Dat moeten wij weten. Is de Staatssecretaris bereid om de afspraken die gemaakt zijn bij de top in Turkije per ommegaande te doen toekomen aan de Kamer?

Staatssecretaris Dijkhoff: Voorzitter. Mevrouw Gesthuizen had gelijk: ik heb het misschien niet duidelijk genoeg gezegd. Daarom hecht ik eraan om Hongarije te verduidelijken. Ik heb eerder een brief gestuurd. Daarna hebben we de zaak op operationeel vlak verder uitgeplozen en daaruit kwam naar boven dat Nederland één rit naar de rechtbank heeft gedaan. Het Nederlandse personeel heeft geen mensen voorgeleid. Er was één rit naar een rechtbank. Ze hebben hem naar de rechtbank gebracht. Misschien moeten we discussiëren over wat we onder «voorgeleiden» verstaan en wat niet. Ik doe er niet geheimzinnig over: Nederland heeft één transport naar een rechtbank gedaan. Dat was niet goed, maar het laat zien dat daar spanning zit. Operationeel werk je met de lidstaat waar je ondersteuning aan biedt. Zij zeggen: dit moet en dit kan. Dan heb je met Frontex het probleem dat de coördinatie niet goed loopt. Je krijgt geen sein dat het niet goed is. Daarom vinden wij dat Frontex strakker moet sturen. Als wij onze mensen ter beschikking stellen om namens Frontex met de lidstaat samen te werken, dan vinden wij dat Frontex ervoor moet zorgen dat de gegeven opdrachten binnen het mandaat passen. Dat heeft Frontex ook opgenomen. Deze ene rit was niet waarvoor we onze mensen daarheen gestuurd hebben.

Mevrouw Gesthuizen vroeg naar een beperking van wie hier asiel kan krijgen. Dan slaat zij wel een aantal waarborgen over waar het kabinet aan hecht. Het kabinet heeft gezegd dat er altijd regio's zullen zijn in de wereld waarmee je geen afspraken hebt over opvang in de regio. Daar passen financiële afspraken bij, daar past praktijkondersteuning bij, daar past burden sharing via hervestiging bij. Als die afspraken er met een regio niet zijn, dan kan men in Europa asiel aanvragen. Er zitten wel de nodige clausules in de afspraken. Die zijn nodig, voordat het alleen nog maar op uitnodiging kan, om het in het Nederlands te zeggen. Afspraken met de regio zullen vooral gelden voor grotere stromen uit brandhaarden. Er zullen altijd regio's zijn waarmee je die afspraken niet hebt en daar vandaan komen mensen natuurlijk niet enkel op uitnodiging hier naartoe. Dat is hoe het kabinet zijn standpunt geformuleerd heeft.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik vind dat wel heel interessant, want ik begrijp dat liefst iedereen tegengehouden moet worden. Het kabinet wil immers zo snel mogelijk afspraken maken met alle landen die de doorvoer van mensen richting Nederland organiseren. Hoe valt dat te rijmen met de opmerking van de Staatssecretaris dat er altijd brandhaarden zullen zijn in regio's waarmee je geen afspraken hebt gemaakt?

Staatssecretaris Dijkhoff: Er is meer dan één regio in de wereld. Wij willen dat mensen in de eigen regio fatsoenlijk en goed worden opgevangen, beter dan nu. Daarmee ontvalt ook de noodzaak om aan opvang te doen in Europa. Er zullen echter ook regio's zijn waarmee je of die afspraken niet hebt, of waar er geen grote brandhaard is, maar waar wel sprake kan zijn van individuele redenen om te vluchten voor onderdrukking. Als je geen afspraken hebt met de regio, kunnen mensen alsnog hier in Europa asiel aanvragen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Maar intussen gooit u wel alvast zo snel mogelijk de deuren dicht?

Staatssecretaris Dijkhoff: Nee, ondertussen gaan we zo snel mogelijk investeren in de regio en zal Turkije ervoor zorgen dat de mensen die in Turkije zitten, daar opvang hebben en een veilige plek, zodat zij niet hoeven over te steken en door te reizen naar Griekenland.

De voorzitter: Zou u de laatste concrete vragen willen beantwoorden? Of was u daar al doorheen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Nee, ik heb er nog een paar.

De heer Sjoerdsma had nog een concrete vraag gesteld over Hongarije, Dublin en de Raad van State. De Raad van State concludeert niet dat overdracht aan Hongarije in strijd is met artikel 3, maar wel dat nadere informatie nodig is over de situatie waarin een Dublinclaimant in Hongarije terechtkomt. Wij hebben dergelijke uitspraken in het verleden vaker gehad over andere landen. Wat wij dan doen, is zorgen dat we die informatie krijgen, zodat we nader onderzoek kunnen doen. Dat kan leiden tot de conclusie dat het niet goed werkt, maar in het verleden is het ook vaak genoeg zo geweest dat de informatie die wij aanleverden en het onderzoek dat wij deden, ertoe leidden dat de Raad van State oordeelde dat teruggaan wel kan. Wij zullen die informatie opvragen en dan zal ik beoordelen of ikzelf daarin een ander standpunt inneem dan ik tot nu toe deed. Tot dat oordeel er is, zullen we geen Dublinclaims op Hongarije doen. Is die duidelijkheid er en leidt die bij mij en bij de Raad van State tot de conclusie dat het goed kan, dan pakken we dat weer op.

Tot slot heeft mevrouw Keijzer een vraag gesteld over de herverdeling en zei ze: dat staat vandaag wel op de agenda. Daarmee haalt zij herplaatsing en hervestiging door elkaar. Op de agenda staat de herplaatsing. Dat zijn de hotspots voor mensen die al in Europa zijn, tussen Griekenland, Italië en de andere Europese landen. Dat staat op de agenda. Daarover worden wij bijgepraat. De afspraken met Turkije en de verwijzing naar het actieplan heeft de Kamer inmiddels ontvangen. Er is wel afgesproken om verder te praten over hervestiging met Turkije, maar er is geen afspraak gemaakt over concrete aantallen en ook niet over een verdeelsleutel onder de Europese landen. Dat is niet op een zondagmiddag snel te doen. We hebben nog geen hervestigingsplan met concrete getallen of dat soort zaken, behalve de 20.000 die al in het voorjaar afgesproken zijn.

De heer Fritsma (PVV): Vandaag circuleren er echt zorgwekkende aantallen van 500.000. De Staatssecretaris zegt: we hebben het niet over heel concrete aantallen. Dat lijkt mij moeilijk voorstelbaar. Is er ook niet gesproken over aantallen bij benadering? Waar komen die geruchten vandaan over honderdduizenden? Of zegt de Staatssecretaris: het klopt gewoon niet, het is flauwekul wat bijvoorbeeld de Minister-President van Hongarije zegt? Er moet meer informatie komen hierover!

Staatssecretaris Dijkhoff: Als er concrete afspraken in het verschiet liggen, dan zullen wij die met de Kamer delen. U zegt: er circuleren geruchten. Iedere keer dat iemand een gerucht herhaalt, circuleert het nog een keer. Er is geen afspraak gemaakt over 500.000 of over een ander concreet aantal.

De voorzitter: Laatste vraag van de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV): Dus ook niet bij benadering? Tienduizenden of honderdduizenden is nogal een verschil.

Staatssecretaris Dijkhoff: Door mij sowieso niet. Over hervestiging staat een haakje in de afspraken. Daarbij zullen mensen aantallen invullen en zo hun eigen gedachten hebben, maar het gaat in ieder geval niet om een onbeperkt aantal.

Mevrouw Keijzer (CDA): Ik hoor de Staatssecretaris in zijn eerste zin zeggen: ja, er is in Turkije wel gesproken over hervestiging. Dat hoor ik hem zeggen. Nu hij dat zegt, zou het heel goed zijn om duidelijk aan de Kamer te laten weten over welke aantallen we het hebben. Als je het hebt over 500.000 mensen, dan heb je het over 20.000 mensen voor Nederland. Dat gaat het COA 400 miljoen kosten. Dat kan niet op deze manier.

Staatssecretaris Dijkhoff: Wat er over hervestiging te zeggen valt, staat in het stuk dat de Kamer heeft ontvangen. Meer is er niet afgesproken. Daarover is al van gedachten gewisseld. Er is geen geheime bijlage of zo die ik zou kunnen delen. Er is geen afspraak gemaakt over aantallen. Er is afgesproken dat er verder gesproken wordt over hervestiging. Ik heb al eerder gezegd dat we het logisch vinden als dat gekoppeld is aan een drastische reductie van de instroom. Als er in de ideale situatie geen instroom meer is vanuit Turkije, is burden sharing bespreekbaar, maar het gaat nooit om een heel aantal in één keer. Er is altijd sprake van een communicerend vat met de instroom die er al is. Er zijn geen afspraken gemaakt over aantallen te hervestigen mensen uit Turkije.

De voorzitter: Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de beantwoording door de Staatssecretaris. Ik heb één toezegging gehoord:

  • de Staatssecretaris zegt toe, in de marge van de JBZ-Raad met zijn collega's te spreken over een gezamenlijke inzet om te voorkomen dat alleenstaande minderjarige kinderen naar Europa gestuurd worden en zo de dupe worden van het huidige asielsysteem en van mensensmokkelaars.

Sluiting 14.03 uur.