Vastgesteld 8 april 2010
De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden achten het van belang dat vereenvoudiging van de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen wordt vergroot. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering kort aan te geven of er nog meer, naast de al in de memorie van toelichting genoemde, vereenvoudigingen zijn van de procedure tot verkrijging van het verlof tot tenuitvoerlegging (exequatur).
De regering geeft verder in de memorie van toelichting aan dat de regeling voor de tenuitvoerlegging van de door het Verdrag van Lugano bestreken executoriale titels enige aanvulling behoeft in het interne recht van de door dit verdrag gebonden staten. Deze leden zouden graag van de regering vernemen welke aanvulling dit betreft.
De voorzitter van de commissie,
De Pater-van der Meer
Adjunct-griffier van de commissie,
Puts