Voorgesteld 6 april 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het kabinet fors heeft geïnvesteerd in subsidies voor de verbetering van taal- en rekenvaardigheden;
overwegende, dat scholen steeds terughoudender worden om deel te nemen aan dergelijke subsidies vanwege de administratieve lastendruk en hoge kosten die gemaakt moeten worden voor verantwoording en begeleiding;
constaterende, dat de besteding van overheidsmiddelen efficiënter geschiedt zonder verspilling van middelen aan administratieve lasten als deze middelen worden overgeheveld naar de lump sum van scholen zodat scholen eigen accenten op dit terrein kunnen aanbrengen in hun beleid;
verzoekt de regering na het aflopen van de bestaande subsidieregelingen voor taal en rekenen geen nieuwe subsidieregelingen op te stellen en eventuele additionele middelen toe te voegen aan de lump sum van scholen, waarbij het voor de eerste drie jaren om geoormerkte gelden zal gaan met een aparte verantwoording,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jan Jacob van Dijk