Ontvangen15 december 2010
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 4, eerste lid, wordt «Onze Ministers van Justitie en van Financiën» vervangen door: Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Financiën.
B
In artikel I worden na onderdeel E twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ea
In artikel 7b, zevende lid, wordt «Onze Ministers van Justitie en van Economische Zaken» vervangen door: Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
Eb
In artikel 7e, eerste lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
C
In artikel I, onderdeel X, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
D
De in artikel I, onderdeel DD, opgenomen titels VI., VIB. en VIC. worden als volgt gewijzigd:
1. In artikel 33b wordt «diverse vormen van kansspelen» vervangen door: de diverse vormen van kansspelen.
2. In artikel 33d, tweede lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
3. In artikel 35 wordt «de artikelen 3, 7, 10, 14c, 21, 25, 27c, 27i, 30j, eerste lid, 30m, eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde lid, 30t, eerste lid en 30z» vervangen door: deze wet, met uitzondering van titel VA., paragraaf 2.
4. In titel VIB. vervalt paragraaf 2, onder vernummering van paragraaf 3 tot paragraaf 2 en vernummering van de artikelen 35b tot en met 35d tot artikelen 35a tot en met 35c.
5. In artikel 35a (nieuw), eerste lid, wordt «de artikelen 3, 4a, 7, 10, 14c, 14d, eerste lid, 20, eerste lid, 21, 25, 27c, 27e, eerste lid, 27i, 27j, eerste lid, 30j, eerste lid, 30m, eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde en vierde lid, 30t, eerste, tweede en vijfde lid, 30u, eerste lid en 30z.» vervangen door: de artikelen 1, eerste lid, onder a, b en d, tweede lid, 4a, 7, 10, 13, 14, 14c, 14d, eerste lid, 20, eerste lid, 21, 25, 27, 27c, 27e, eerste lid, 27i, 27j, eerste lid, 30h, eerste lid, 30j, eerste lid, 30m, eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde en vierde lid, 30t, eerste, tweede en vijfde lid, 30u, eerste lid, en 30z.
6. In artikel 35b (nieuw), eerste lid, wordt «de artikelen 30g, tweede lid, en 30u, tweede lid.» vervangen door: artikel 30u, tweede lid.
7. In artikel 35b (nieuw) wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde lid en vierde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. De raad van bestuur kan een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht opleggen wegens overtreding van de voorschriften, vastgesteld bij of krachtens de artikelen 1, onder c, en 7c.
8. Artikel 35b (nieuw), vierde lid (nieuw), komt te luiden:
4. Bij een overtreding als bedoeld in het eerste lid is artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
9. In artikel 35c (nieuw) wordt, onder vernummering van het eerste tot en met het vierde lid tot tweede tot en met vijfde lid, voor de huidige tekst een lid ingevoegd, luidende:
1. De burgemeester kan een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de eerste categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht opleggen wegens overtreding van het voorschrift vastgesteld bij artikel 30g, tweede lid.
10. In artikel 35c (nieuw), vierde lid (nieuw), wordt «bedoeld in de artikelen 30d, eerste lid, en 30g» vervangen door: bedoeld in de artikelen 30b, eerste lid, en 30d, eerste lid, en wegens overtreding van het voorschrift, vastgesteld bij artikel 30g, eerste lid.
11. In artikel 36b wordt «Onze Minister» gewijzigd in: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
E
In de aanduiding van de ondertekenaars wordt «De Minister van Justitie» vervangen door: De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Onderdelen A, B, C, D, tweede en elfde lid, en E
Deze onderdelen houden verband met de wijzigingen in aanduiding en samenvoeging van enkele ministeries per 14 oktober 2010 en de portefeuilles van de leden van het nieuwe kabinet.
Onderdeel D, eerste lid
Dit betreft een redactionele verbetering, aangebracht naar aanleiding van een opmerking van de leden van de fractie van de SGP in het verslag.
Onderdeel D, derde tot en met vijfde, zevende en achtste lid
De mogelijkheid tot bestuursrechtelijke handhaving door de kansspelautoriteit wordt met deze aanpassingen ook mogelijk bij de voorschriften waarvoor oorspronkelijk alleen in strafrechtelijke handhaving was voorzien. De gehele Wet op de kansspelen (hierna: Wok) zal hiermee primair bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. Naast bestuursrechtelijke handhaving is de inzet van het strafrecht mogelijk als ultimum remedium in geval van overtreding door niet-vergunninghouders. De verruiming van de mogelijkheid tot bestuursrechtelijke handhaving biedt een aantal voordelen ten aanzien van de handhaving van de Wok. Zo vergt handhaving van de Wok specifieke kennis en deskundigheid betreffende (illegale) kansspelen. Het verruimen van de bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden van de kansspelautoriteit als gespecialiseerde toezichthouder zal bijdragen aan de slagvaardigheid en effectiviteit van de handhaving. Voorts zal met de komst van de kansspelautoriteit de aanpak van illegale kansspelen naar verwachting worden geïntensiveerd, hetgeen zal leiden tot meer zaken. Met de voorgestelde verruiming van de mogelijkheid tot bestuursrechtelijke handhaving wordt voorkomen dat dit onnodige extra druk op de strafrechtsketen zal veroorzaken. Anderzijds ontstaat er de flexibiliteit om het strafrecht bij de aanpak van illegale kansspelen alleen dan in te zetten wanneer dat noodzakelijk is en het meest effectief is. Daarnaast biedt bestuursrechtelijke handhaving de mogelijkheid tot de toepassing van herstelmaatregelen, zoals bestuursdwang en de last onder dwangsom, waarmee direct en effectief kan worden ingegrepen bij overtredingen als het bevorderen door derden van het aanbieden van illegale kansspelen. Met de grotere reikwijdte van de bestuursrechtelijke handhaving komt de noodzaak te vervallen tot de (toekomstige) invoering van de bestuurlijke strafbeschikking bij lichtere overtredingen, zoals deze nog is geschetst in de memorie van toelichting (pp. 13–14).
Met deze aanpassing ontstaat een duaal handhavingstelsel ten aanzien van illegale kansspelen, waarbij per geval gekozen kan worden gekozen voor bestuursrechtelijke danwel strafrechtelijke handhaving. Zoals hiervoor vermeld, zal voor handhaving op de eerste plaats de inzet van het bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium zijn aangewezen. In zijn algemeenheid zal strafrechtelijke handhaving echter de voorkeur verdienen in gevallen waarin sprake is van (ernstige) meervoudige of herhaalde overtredingen, indien er zich verwevenheid voordoet met (andere) criminele activiteiten of er de behoefte bestaat aan de toepassing van strafvorderlijke dwangmiddelen en bevoegdheden, alsmede de oplegging van specifiek strafrechtelijke sancties.
De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang zal gaan gelden voor het volledige toezicht door de kansspelautoriteit op grond van het voorgestelde artikel 34 Wok. Aangezien op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang tevens de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom met zich mee brengt, kan de afzonderlijke regeling van de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom, in het in paragraaf 2 opgenomen artikel 53a Wok, komen te vervallen. In verband hiermee worden de voorgestelde artikelen 35b tot en met 35d Wok en paragraaf 3 vernummerd.
In de opsomming in het voorgestelde artikel 35a (oud: 35b), eerste lid, Wok wordt artikel 3 vervangen door artikel 1, tweede lid. Deze laatste bepaling, die wordt toegevoegd door onderdeel A van het wetsvoorstel, is abusievelijk niet vermeld. Artikel 3 Wok bevat daarentegen geen handhaafbaar voorschrift of een grondslag voor de vaststelling daarvan en kan daarom worden geschrapt.
Onderdeel D, zesde, negende en tiende lid
De naleving van artikel 30g Wok valt als onderdeel van titel VA., paragraaf 2, op grond van het voorgestelde artikel 34 Wok niet onder het toezicht door de kansspelautoriteit. Daarom wordt artikel 30g, tweede lid, geschrapt uit de opsomming voorschriften in het voorgestelde artikel 35b (oud: 35c) Wok, dat voorziet in een boete op te leggen door de raad van bestuur van de kansspelautoriteit. In plaats daarvan wordt in het nieuwe eerste lid van het voorgestelde artikel 35c (oud: 35d) Wok voorzien in een bestuurlijke boete op te leggen door de burgemeester. In verband met voorgaande wijziging wordt in het nieuwe vierde lid (oud: derde lid) van het voorgestelde artikel 35c (oud: 35d) Wok de vermelding van artikel 30g gepreciseerd tot het eerste lid van dat artikel.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven