Nr. 40 MOTIE VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN

Voorgesteld 14 april 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de zwaarte en omvang van de taak van de gezamenlijke procureur-generaal een aanleiding vormt voor evaluatie binnen redelijke termijn om zo nodig in extra bijstand te voorzien;

constaterende, dat er een evaluatietermijn van vijf jaar in het wetsvoorstel consensusrijkswet 32 018 is verankerd;

verzoekt de regering om binnen twee jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel te komen met een tussenevaluatie en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ortega-Martijn