Voorgesteld 15 maart 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat Bulgaarse en Roemeense prostituees zich vaak ten onrechte inschrijven als zzp'er, om de benodigde tewerkstellingsvergunning te omzeilen;
overwegende, dat zij veelal geen zelfstandig werkende ondernemer zijn, maar feitelijk in loondienst werken;
overwegende, dat deze schijnzelfstandigheid van prostituees moet worden bestreden, om betreffende uitbuiting tegen te gaan;
verzoekt de regering in overleg te treden met de Arbeidsinspectie, de Belastingdienst, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Kamer van Koophandel en de gemeenten om te bezien welke doelgroepspecifieke maatregelen nog kunnen worden getroffen om schijnzelfstandigheid in de prostitutiebranche effectief te bestrijden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Toorenburg
Arib