Ontvangen 15 maart 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 32a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «acht jaren of geldboete van de vijfde categorie» vervangen door: tien jaren of geldboete van de zesde categorie.
2. In het derde lid wordt «twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie» vervangen door: vijftien jaren of geldboete van de zesde categorie.
3. In het vierde lid wordt «vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie» vervangen door: twintig jaren of geldboete van de zesde categorie.
4. In het vijfde lid wordt «achttien jaren of geldboete van de vijfde categorie» vervangen door: dertig jaren of geldboete van de zesde categorie.
De huidige straffen op mensenhandel zijn nog steeds beduidend laag in verhouding tot het – vaak levenslang – veroorzaakte leed dat de slachtoffers wordt aangedaan. Daarom het voorstel om de straffen te verhogen. Het is daarbij vanzelfsprekend aan de rechterlijke macht om een passende straf op te leggen, welke in verhouding staat tot het veroorzaakte leed/letsel.
Het verhogen van de strafmaat van 18 (mensenhandel met dood tot gevolg) naar 30 jaar heeft als doel om meer eenduidigheid te brengen in de straffen voor levensdelicten. Zo staat op moord 30 jaar (artikel 289 Wetboek van Strafrecht). Door het onderhavige amendement wordt het mogelijk om dood ten gevolge van mensenhandel in de toekomst even zwaar te bestraffen als laatstgenoemd misdrijf.
De straffen voor geldboetes zijn verhoogd tot de zesde categorie en betreffen daarmee de hoogst mogelijke geldboete. Ook dit om de veroordeelde in kwestie duidelijk te maken dat mensenhandel een ernstig strafbaar feit is waar hoge sancties voor worden opgelegd.
Van Toorenburg
Van der Steur