Kamerstuk 32211-10

Amendement van het lid Van der Staaij over het verschaffen van de vrijheid aan gemeenten om zelf de keuze te maken of zij seksbedrijven op hun grondgebied willen toestaan

Dossier: Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)


4,7 %
95,3 %

PvdA

VVD

GL

PvdD

SP

CU

SGP

D66

PVV

CDA


Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 20 januari 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na de zinsnede «voor een seksbedrijf dat wordt verleend» ingevoegd: , of worden bepaald dat geen vergunning voor een seksbedrijf wordt verleend.

2. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. Bij gemeentelijke verordening worden regels gesteld over het uitoefenen van een seksbedrijf in de gemeente, tenzij is bepaald dat geen vergunning wordt verleend.

II

In artikel 14, eerste lid, onderdeel h, wordt na de zinsnede «dit maximum is bereikt» ingevoegd: , of is bepaald dat geen vergunning wordt verleend.

Toelichting

In het wetsvoorstel wordt gemeenten de mogelijkheid geboden om een maximum te stellen aan het aantal seksbedrijven in de gemeente. Als gevolg hiervan hebben gemeenten geen ruimte om ervoor te kiezen geen vergunning te geven voor seksbedrijven. Die optie wordt op grond van artikel 23 van het wetsvoorstel uitsluitend toegelaten voor prostitutiebedrijven. Met dit amendement wordt voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat onder welke definitie een bepaald bedrijf valt. Een nulbeleid is hiermee mogelijk voor alle seksbedrijven. Dus zowel voor bordelen, escortbureaus, seksbioscopen etc. De indiener is van mening dat gemeenten de vrijheid moeten krijgen om zelf de keuze te maken of zij seksbedrijven op hun grondgebied toe willen staan.

Van der Staaij