Ontvangen 11 mei 2010
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 81 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 81a
De Wet politiegegevens wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 17, derde lid, wordt «in een ander land» vervangen door «in een land binnen het Koninkrijk of in een ander land» en wordt «in Nederland» vervangen door: in het Europese deel van Nederland.
B
Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 17a (verstrekking aan politie en gezagsdragers Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
1. Politiegegevens kunnen worden verstrekt aan de verantwoordelijken, bedoeld in artikel 36b, eerste lid, onder b, voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de politietaak in het Europese deel van Nederland dan wel de politietaak, bedoeld in 36b, eerste lid, onder a.
2. Politiegegevens kunnen worden verstrekt aan leden van het openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor zover zij deze behoeven in verband met hun gezag of zeggenschap over de politie of over andere personen of instanties die met de opsporing van strafbare feiten zijn belast, en voor de uitvoering van andere hen bij of krachtens de wet opgedragen taken.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de verstrekking van politiegegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede over de daarbij te stellen voorwaarden aan het gebruik daarvan door ontvangstgerechtigde politieautoriteiten.
C
Na § 5 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 5a. Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 36a (toepasselijkheid op Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba met inachtneming van het in deze paragraaf bepaalde.
Artikel 36b (afwijkende definitiebepalingen)
In afwijking van artikel 1, onder b, f en k, wordt voor de toepassing van deze wet in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitsluitend verstaan onder:
a. politietaak: de taken, bedoeld in artikel 5 van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van het politiekorps voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de taken, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Veiligheidswet BES;
b. verantwoordelijke: dit is bij:
1°. het politiekorps: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
2°. de Koninklijke marechaussee: Onze Minister van Defensie;
3°. de buitengewone agenten van politie: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;
c. ambtenaar van politie: de ambtenaar, belast met de uitvoering van de taken, bedoeld onder a, alsmede de buitengewone agenten van politie, bedoeld in artikel 10 van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor zover zij werkzaam zijn ter uitvoering van de politietaken.
Artikel 36c (omzetting bepalingen naar toepasselijkheid Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
1. Voor de toepassing van:
a. artikel 4, zesde lid, wordt in plaats van «De artikelen 14, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 49 en 50 van de Wet bescherming persoonsgegevens» gelezen: De artikelen 14, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 39 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES;
b. artikel 7, derde lid, wordt in plaats van «Artikel 272, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht» gelezen: Artikel 285, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht BES;
c. artikel 10, eerste lid, onder a, sub 1° en 3° wordt in plaats van «artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering» gelezen: artikel 100, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES;
d. de artikelen 10, tweede lid, onder d, derde lid, onder c, vierde lid, onder c, en 12, derde lid, onder c, wordt in plaats van «buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering» gelezen: de buitengewone agenten van politie, bedoeld in artikel 184, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES;
e. de artikelen 11, vierde lid, 14, derde lid, en 19, aanhef, wordt in plaats van «Politiewet 1993 bevoegde gezag» gelezen: Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevoegde gezag op Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
f. artikel 14, vierde lid, wordt in plaats van «artikel 15 van de Archiefwet 1995» gelezen: artikel 20 van de Archiefwet BES;
g. artikel 17, derde lid, wordt in plaats van «het Europese deel van Nederland» gelezen: Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
h. de artikelen 18, tweede lid, 32, tweede lid, 33, tweede lid en 34, vierde lid, wordt in plaats van «het College bescherming persoonsgegevens» gelezen: de Commissie van toezicht bescherming persoonsgegevens BES, bedoeld in artikel 44 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES;
i. artikel 20, eerste lid, wordt in plaats van «Politiewet 1993 bevoegd gezag» gelezen: Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevoegde gezag op Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
j. artikel 23, eerste lid, wordt in plaats van «openbaar ministerie als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel c,» gelezen: openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
k. artikel 24, eerste en tweede lid, wordt in plaats van «een lid van het College van procureurs-generaal» gelezen: de procureur-generaal, bedoeld in artikel 2 van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
l. artikel 28, tweede lid, wordt in plaats van «Artikel 37, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens» gelezen: Artikel 29, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens BES.
2. De artikelen 1, onder h, 17a, 35, 36 en 46 zijn niet van toepassing.
Artikel 36d (verstrekking aan gezagsdragers Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
1. In afwijking van artikel 16, eerste lid, verstrekt de verantwoordelijke politiegegevens aan:
a. leden van het openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor zover zij deze behoeven in verband met hun gezag of zeggenschap over de politie of over andere personen of instanties die met de opsporing van strafbare feiten zijn belast, en voor de uitvoering van andere hen bij of krachtens de wet opgedragen taken;
b. de gezaghebber, voor zover hij deze behoeft in verband met het gezag en zeggenschap over de politie;
c. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Defensie voor zover zij deze behoeven in verband met:
1°. het verrichten van onderzoek naar aanleiding van klachten als bedoeld in artikel 18 van de Veiligheidswet BES, of
2°. disciplinaire straffen vanwege niet nakoming van verplichtingen of plichtsverzuim als geregeld bij of krachtens artikel 21, tweede lid, van de Veiligheidswet BES of artikel 10, vierde lid, van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, of
3°. schorsing of ontslag van de ambtenaar van de Koninklijke marechaussee voor zover werkzaam ter uitvoering van de politietaken, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Veiligheidswet BES vanwege niet nakoming van verplichtingen of plichtsverzuim als geregeld bij of krachtens artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931.
2. Artikel 16, tweede lid, is uitsluitend van toepassing op de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, onder c.
Artikel 36e (verstrekking aan Nederlandse politie, openbaar ministerie en bijzondere opsporingsdienst)
1. Politiegegevens kunnen worden verstrekt aan de verantwoordelijken, bedoeld in artikel 1, onder f, voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de politietaak, bedoeld in artikel 36b, eerste lid, onder a, dan wel de politietaak in het Europese deel van Nederland.
2. Politiegegevens kunnen worden verstrekt aan leden van het openbaar ministerie van het Europese deel van Nederland, voor zover zij deze behoeven in verband met hun gezag of zeggenschap over de politie of over andere personen of instanties die met de opsporing van strafbare feiten zijn belast, en voor de uitvoering van andere hen bij of krachtens de wet opgedragen taken.
3. Politiegegevens kunnen worden verstrekt aan opsporingsambtenaren die werkzaam zijn bij een bijzondere opsporingsdienst in het Europese deel van Nederland voor zover zij deze behoeven voor de vervulling van hun taak.
Artikel 36f (toepasselijkheid Wet administratieve rechtspraak BES)
1. In afwijking van artikel 29 geldt een beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 25 of 28 gericht aan de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 36b, eerste lid, onder b, als een beschikking als bedoeld in artikel 3 van de Wet administratieve rechtspraak BES.
2. De artikelen 38 en 39 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES zijn van overeenkomstige toepassing.
3. In procedures inzake beslissingen als bedoeld in het eerste lid waarbij de verantwoordelijke of onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen ingevolge artikel 37 van de Wet administratieve rechtspraak BES worden verplicht tot het geven van inlichtingen met betrekking tot politiegegevens die zijn te herleiden tot een informant als bedoeld in artikel 12, zevende lid, kan Onze Minister van Justitie beslissen dat hieraan geen uitvoering wordt gegeven. Artikel 29, vijfde lid, tweede en derde zin, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 36g (toezicht)
1. De Commissie van toezicht bescherming persoonsgegevens BES, bedoeld in artikel 44 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES, ziet toe op de verwerking van politiegegevens in Bonaire, Sint Eustatius en Saba overeenkomstig het bij en krachtens deze wet bepaalde.
2. De artikelen 50 en 51 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES zijn van overeenkomstige toepassing.
Mede namens de Minister van Justitie licht ik bovenstaande wijzigingsvoorstel als volgt toe.
In het op 19 april 2010 bij de Tweede Kamer ingediende voorstel voor de Tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland – A (Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – A) (kamerstukken II 2009/10, 32 368, nr. 2) wordt onder meer de Wet politiegegevens (artikel I, onderdeel C) aangepast, opdat die wet mede van toepassing wordt in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De wijzigingen van de Wet politiegegevens worden uit voornoemd wetsvoorstel gehaald en door middel van de onderhavige tweede nota van wijziging overgeheveld naar het voorstel voor de Veiligheidswet BES. Hiermee wordt beoogd zeker te stellen dat deze wijzigingen op 10 oktober 2010 in werking kunnen treden. Voor wat betreft de toelichting op de wijzigingen van de Wet politiegegevens zij verwezen naar de memorie van toelichting bij het voorstel voor de Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – A (kamerstukken II 2009/10, 32 368, nr. 3, blz. 3–6).
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten