Ontvangen 12 september 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, komt artikel 3, derde lid te luiden:
3. Onze Minister kan de inspectie mandaat verlenen om:
a. de bekostiging voor ten hoogste vijftien procent in te houden of geheel of gedeeltelijk op te schorten, op grond van artikel 164 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 146 van de Wet op de expertisecentra, artikel 104 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 11.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 15.1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. een subsidie lager vast te stellen, te wijzigen, of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen op grond van de afdelingen 4.2.5 tot en met 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht;
c. bij of krachtens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek correcties aan te brengen of bedragen in mindering te brengen op de bekostiging;
d. voor zover het niet de enige opleiding in zijn soort betreft, een waarschuwing als bedoeld in de artikelen 6.1.5, 6.1.5b, 6.2.3, 6.2.3b en 6.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs te geven, of een besluit als bedoeld in de artikelen 6.1.4, 6.1.5b, 6.2.2, 6.2.3b en 6.3.2 van die wet te nemen;
e. de bestuurlijke boete op te leggen, bedoeld in artikel 27 van de Leerplichtwet 1969; of
f. te beslissen op een tegen een besluit als bedoeld in de onderdelen a tot en met d ingediend bezwaarschrift.
Sancties zijn ingrijpend voor scholen. Wanneer de bevoegdheid tot het treffen van sancties aan de Inspectie wordt toegekend, is van wezenlijk belang dat de grenzen van die bevoegdheid in de wet zijn vastgelegd. Dit amendement voorziet daarin. Inhoudelijk wordt aangesloten bij het toegezonden concept van de algemene maatregel van bestuur. Door nu in de wet te bepalen welke sancties maximaal aan de inspectie kunnen worden gemandateerd, is de algemene maatregel van bestuur overbodig. De wetgever bepaalt nu immers de grenzen van het mandaat. Het inhouden van de bekostiging wordt beperkt tot 15%. Bij aanvullende maatregelen is de betrokkenheid van de minister vereist.
Dijkgraaf
Biskop