Ontvangen 16 juni 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 3, derde lid, «om bestuurlijke sancties op te leggen en andere besluiten te nemen.» vervangen door: om:
a. de bekostiging voor ten hoogste tien procent in te houden of geheel of gedeeltelijk op te schorten, op grond van artikel 164 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 146 van de Wet op de expertisecentra, artikel 104 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 11.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 15.1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. een subsidie lager vast te stellen, te wijzigen, of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen op grond van de afdelingen 4.2.5 tot en met 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht;
c. bij of krachtens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek correcties aan te brengen of bedragen in mindering te brengen op de bekostiging;
d. voor zover het niet de enige opleiding in zijn soort betreft, een waarschuwing als bedoeld in de artikelen 6.1.5, 6.1.5b, 6.2.3, 6.2.3b en 6.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs te geven, of een besluit als bedoeld in de artikelen 6.1.4, 6.1.5b, 6.2.2, 6.2.3b en 6.3.2 van die wet te nemen; of
e. te beslissen op een tegen een besluit als bedoeld in de onderdelen a tot en met d ingediend bezwaarschrift.
Sancties zijn ingrijpend voor scholen. Wanneer de bevoegdheid tot het treffen van sancties aan de Inspectie wordt toegekend, is van wezenlijk belang dat de grenzen van die bevoegdheid in de wet zijn vastgelegd. Dit amendement voorziet daarin. Inhoudelijk wordt aangesloten bij het toegezonden concept van de algemene maatregel van bestuur. Het inhouden van de bekostiging wordt beperkt tot 10%. Bij aanvullende maatregelen is de betrokkenheid van de minister vereist.
Dijkgraaf
Biskop