Ontvangen 12 april 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.6 wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
B0
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Hoge Raad neemt in belastingzaken met betrekking tot Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kennis van een beroep in cassatie, ingesteld hetzij door de belanghebbende of door Onze Minister van Financiën van onderscheidenlijk Aruba, Curaçao, Sint Maarten of Nederland, hetzij «in het belang der wet» door de procureur-generaal bij de Hoge Raad.
II
In artikel 2.6 wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea
Na paragraaf 3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. De belanghebbende die bevoegd was beroep in te stellen bij de Raad van Beroep voor belastingzaken in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Onze Minister van Financiën van Aruba, Curaçao, Sint Maarten of Nederland kunnen bij de Hoge Raad beroep in cassatie instellen tegen uitspraken van de Raad van Beroep voor belastingzaken. Tegen andere beslissingen van de Raad van Beroep voor belastingzaken kan slechts tegelijkertijd met het beroep in cassatie tegen de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld.
2. Het beroep kan worden ingesteld binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de uitspraak van de Raad van Beroep voor belastingzaken.
3. Afdeling 4 van hoofdstuk V, met uitzondering van artikel 28, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing.
4. Indien verwijzing naar een andere rechter moet plaats hebben, geschiedt deze steeds naar de Raad van Beroep voor belastingzaken.
5. De Raad van Beroep voor belastingzaken is in het geval, bedoeld in het vierde lid, zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die nog niet over de zaak hebben geoordeeld.
III
Artikel 8.3 komt te luiden:
De indiener van dit amendement onderschrijft de strekking van het amendement Van Bochove (stuk nr. 13), maar is evenwel van mening dat de werkingssfeer moet worden uitgebreid tot het hele Koninkrijk. Met dit amendement wordt derhalve voor het gehele Koninkrijk de mogelijkheden tot beroep in cassatie bij de Hoge Raad gelijkgetrokken aan de situatie in Nederland, waar beroep in cassatie mogelijk is in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken.
De wijziging van de inwerkingtredingsbepaling (artikel 8.3) bewerkstelligt dat het beroep in cassatie in belastingzaken op het daarvoor geëigende moment kan worden ingevoerd.
Bikker