Ontvangen 14 juni 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt artikel 13.2a, derde lid, als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de dubbele punt aan het slot van de aanhef wordt ingevoegd: zes maanden.
2. Onderdelen a en b vervallen.
De bewaarplicht van telecommunicatiegegevens is in Nederland ingevoerd met het wetsvoorstel met nummer 31 145, na een langdurige en uitgebreide nationale en Europese discussie over het nut, de noodzaak en effectiviteit van het langdurig bewaren van historische verkeersgegevens. Hoewel het Nederlandse parlement de bewaarplicht niet zag zitten stemde de Nederlandse regering hier toch mee in en moest de EU-richtlijn dataretentie worden geïmplementeerd. Daarbij is niet gekozen voor de minimale bewaartermijn van 6 maanden, maar voor 12 maanden.
Nut en noodzaak van het langdurig opslaan van telecommunicatiegegevens zijn nu nog steeds onvoldoende aangetoond. Ook de Europese Commissie heeft in het evaluatierapport over de richtlijn dataretentie niet duidelijk kunnen maken wat de toegevoegde waarde is van het langdurig bewaren van telecommunicatiegegevens. Bovendien kan de bewaarplicht nog steeds eenvoudig worden omzeild door kwaadwillenden, de effectiviteit is dus hoogst twijfelachtig.
Het voorliggende wetsvoorstel halveert de duur van de opslag van het internetverkeer van twaalf naar zes maanden, maar laat de termijn van twaalf maanden intact voor telefoonverkeer. Dit amendement beoogt ook de termijn van de bewaarplicht voor telefoonverkeer terug te brengen tot het minimum dat op grond van de richtlijn dataretentie is toegestaan.
Gesthuizen