Ontvangen 5 april 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel GG, worden in artikel 238, tweede lid, de twee laatste volzinnen vervangen door: De rechter-commissaris kan, zonodig na de officier van justitie en de verdachte of diens raadsman te hebben gehoord, het onderzoek beëindigen. Indien hij zijn onderzoek voortzet, doet hij een proces-verbaal in het dossier opnemen met de mededeling dat het onderzoek uit hoofde van deze Titel nog niet is afgerond.
Dit amendement zorgt ervoor dat het onderzoek door de rechter-commissaris door kan gaan, ook als de officier van justitie de verdachte heeft gedagvaard. Hierdoor wordt efficiënter geprocedeerd en de rollen van de rechter-commissaris en officier van justitie zijn zuiver. In het voorstel is tot dusver als regel op genomen, dat de rechter-commissaris zijn onderzoek beëindigt wanneer de officier van justitie aankondigt tot dagvaarding over te zullen gaan. Dit kan een nadelige invloed hebben op de voorbereiding van het onderzoek ter terechtzitting. Weliswaar kan de zittingsrechter eventueel alsnog besluiten dat de rechter-commissaris – met terugverwijzing – zijn onderzoek afrondt, maar dit levert vertraging op van de behandeling van de strafzaak ter zitting. Met het amendement wordt het mogelijk gemaakt voor de rechter-commissaris om zijn onderzoek voort te zetten ook als de officier van justitie een dagvaarding heeft uitgebracht. De zittingsrechter wordt geattendeerd op het feit dat het onderzoek nog doorloopt door een mededeling in het procesdossier, zodat hij in voorkomende gevallen rekening kan houden met de nog lopende onderzoeksverrichtingen van de rechter-commissaris. Niet zelden zal de rechter-commissaris zijn onderzoek dan inmiddels ook hebben afgerond.
Van der Steur