Ontvangen 25 maart 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I komt onderdeel KK als volgt te luiden:
KK
In artikel 258 vervallen het tweede tot en met vierde lid. Onder vernummering van het vijfde lid tot derde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. Zolang het onderzoek van de rechter-commissaris naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 182 niet is beëindigd kan geen dagvaarding worden betekend, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechter-commissaris. De rechter-commissaris geeft geen toestemming alvorens de verdachte te hebben gehoord, althans behoorlijk daartoe te hebben opgeroepen.
Met dit amendement bewerkstelligt indiener dat de rechter-commissaris niet zomaar uit het vooronderzoek kan worden gezet door het enkel uitbrengen van een dagvaarding door de officier van justitie. Indiener is van mening dat de beslissing bij de rechter-commissaris, als leider van het onderzoek, moet liggen. Dat het onderzoek nog niet is beëindigd zal vaak meebrengen dat reeds gehonoreerde verzoeken nog niet konden worden uitgevoerd. Het is verspilling van tijd en menskracht (en dus duurder) indien diezelfde verzoeken, op een meervoudige (regie)zitting opnieuw zouden moeten worden behandeld. Datzelfde geldt voor nieuwe aan de rechter-commissaris gedane verzoeken waarop door de rechter-commissaris nog niet is beslist.
Van der Steur