Voorgesteld 7 april 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat zorgvuldig dient te zijn omschreven in welke gevallen DNA-verwantschapsonderzoek in het belang van het onderzoek toelaatbaar is;
overwegende, dat een gedegen afweging van de proportionaliteit en
subsidiariteit van deze opsporingsbevoegdheid hierbij noodzakelijk is;
tevens overwegende, dat de regering voorstelt om de uitwerking van deze criteria in een instructie van het College van procureurs-generaal te regelen;
voorts overwegende, dat zowel het College van procureurs-generaal als de Raad van State kritische kanttekeningen heeft geplaatst bij de voorgestelde verankering;
verzoekt de regering een nota van wijziging aan de Kamer te zenden om het criterium van het onderzoeksbelang een basis in de formele wet te geven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Berndsen
Dibi
Recourt
Rik Janssen