Voorgesteld 18 december 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat sprake is van een structureel overaanbod van bedrijfs-onroerend goed;
overwegende dat provinciebesturen weliswaar hun planologisch beleid met betrekking tot het toestaan van nieuwe bedrijventerreinen aanscherpen maar er nog onvoldoende in slagen om daadwerkelijk tot een nettosanering van dit overschot te komen;
van oordeel dat het ongewenst is dat dit overschot verder oploopt;
van oordeel dat het ontwikkelen van nieuwe plannen voor bedrijfsterreinen gepaard zou moeten gaan met een evenredige sanering van niet meer gebruikte gronden en gebouwen met een bedrijfsmatige bestemming;
verzoekt de regering, zolang de provincies er nog onvoldoende in slagen om het overschot van locaties voor de vestiging van bedrijven te saneren, geen projecten voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen meer toe te laten tot de Crisis- en herstelwet, als die projecten niet ook een evenredige saneringscomponent omvatten,
en gaat over tot de orde van de dag.
A. de Vries