Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2014
Bij brief van 17 oktober 2014 heeft de griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu mij bericht dat in de procedurevergadering van 15 oktober 2014 is besloten de behandeling aan te houden van het besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en diverse andere algemene maatregelen van bestuur in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het Omgevingsrecht (Stb. 2014, nr. 333; hierna: het Besluit). Die aanhouding geldt tot de volgende procedurevergadering van 29 oktober 2014.
Als reden voor de aanhouding wordt genoemd de discussie over onder andere de plaatsing van OV-poortjes in een AO en een VAO op 16 oktober jl.(Handelingen II 2014/15, Vervoer en beheer hoofdrailnet) over, kort samengevat, Openbaar vervoer en Spoor. In dat verband verwijst de commissie ook naar een aantal bij die overleggen ingediende moties. De plaatsing van OV-poortjes is voor het Besluit in die zin van belang, dat onderdeel van de daarin opgenomen wijziging van het Besluit omgevingsrecht is dat daarin wordt verduidelijkt dat de plaatsing van OV-poortjes valt onder een al bestaande categorie omgevingsvergunningvrije bouwwerken.
In verband met de beslissing tot aanhouding wijs ik erop dat de nahangprocedure in het kader waarvan die beslissing is genomen, voorschrijft dat het Besluit aan beide Kamers wordt gezonden en dat het niet eerder in werking treedt dan met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de dagtekening van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. De nahang stuit de inwerkingtreding niet. Het Besluit zal per 1 november 2014 in werking treden, zoals bij de aanbieding is vermeld (Kamerstuk 32 127, nr. 202). Het besluit dat de inwerkingtreding regelt, is gepubliceerd in Stb. 2014, nr. 358.
Overigens is tijdens het hiervoor genoemde VAO een motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 29 984, nr. 564) aangenomen waarin de regering wordt verzocht om, als de NS en gemeenten ondanks een daartoe zorgvuldig uitgevoerde overlegprocedure geen overeenstemming bereiken over de plaatsing van de OV-poortjes, de poortjes niet te sluiten alvorens zij met de partijen heeft geprobeerd een oplossing te bereiken en de Kamer hierover te informeren. De inwerkingtreding van het Besluit belemmert de uitvoering van deze motie niet.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus