Voorgesteld 21 mei 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het vanuit de zorg voor goede ruimtelijke kwaliteit van belang is dat gemeenten grip houden op bouwmogelijkheden in het achtererfgebied;
overwegende dat vergunningvrij bouwen tot gevolg heeft dat de gemeente een deel van haar planologische autonomie verliest;
overwegende dat onderscheid tussen de behandeling van gemeentelijke (beschermde) stads- en dorpsgezichten en die van rijksbeschermde stadsgezichten kunstmatig aandoet;
spreekt uit dat de gemeentelijke beschermde gezichten in bijlage II van het Bor dezelfde status krijgen als het rijksgezicht, analoog aan de gelijke behandeling die gemeentelijke en rijksmonumenten ten deel vallen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Smaling