Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2012
Op 31 maart 2010 trad de Crisis- en herstelwet (Chw) in werking. Op grond van artikel 5.9 van deze wet, dienden de effecten van de in hoofdstuk 1 Chw opgenomen instrumenten op versnelling en op verbetering van de projecten waarop deze van toepassing zijn, binnen twee jaar na de inwerkingtreding te worden geëvalueerd. Het evaluatieonderzoek is in de periode mei 2011 tot en met maart 2012 uitgevoerd door een consortium van onderzoekers, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Tilburg, onder leiding van prof. mr. dr. A. T. Marseille. Hierbij bieden wij u het evaluatieonderzoek aan.1
Voorts is aan uw Kamer toegezegd jaarlijks te rapporteren over de voortgang van de uitvoering van de Chw. Hierbij bieden wij u het voortgangsrapport 2011–2012 aan.1 In december heeft u de eerste rapportage over de praktijkervaringen met de Crisis- en herstelwet, evaluatie 2010–2011 ontvangen (Kamerstuk 32 127, nr. 148).
De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten