Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2009
In het Algemeen Overleg van 10 september over de aal heb ik u toegezegd u nader te informeren over de exacte hoeveelheden schieraal die de vissers op grond van het «Masterplan Aalherstel in Nederlandse binnenwateren» van de Combinatie van Beroepsvissers (CvB) over de dijk zouden zetten. Met deze brief kom ik aan uw verzoek tegemoet.
Zoals ik u in mijn brief van 16 maart 2009 (Tweede Kamer, 31 700 XIV, nr. 134) heb laten weten heb ik waardering voor het initiatief van de Combinatie van Beroepsvissers om in deze ernstige situatie ook zelf verantwoordelijkheid te nemen. Ik heb dit plan dan ook sterk verdedigd bij de Europese Commissie. Echter, zoals met u besproken, heeft de Commissie op basis van het ICES advies aangegeven dit plan niet voldoende te achten. Het doel van het plan van de CvB is de uitzet van 157 ton schieraal, waarvan 50 ton schone schieraal afkomstig uit geselecteerde gebieden. Op 29 juni van dit jaar heeft de CvB mij hun plan betreffende de uitzet van de 157 ton schieraal aangeboden.
U vindt het plan als bijlage bij deze brief.1
Het plan van de CvB beschrijft hoe de deelnemende vissers de schieraal vangen, verzamelen, vervoeren en tenslotte uitzetten op de geselecteerde uitzetlocaties. In totaal wordt op deze wijze niet 157, maar 144 ton schieraal uitgezet. U kunt dit terugvinden in bijlage 5.2 a van bijgevoegd plan. In het plan wordt geen onderscheid genoemd tussen mannelijke en vrouwelijke schieraal.
Ook zou de toegezegde hoeveelheid van 50 ton schone aal uit geselecteerde gebieden niet worden bereikt, omdat er in de gebieden die als schoon te boek staan onvoldoende vissers aan het plan wilden deelnemen. In totaal zou ongeveer 40 ton schone schieraal uitgezet kunnen worden.
Om toch de 157 ton uittrek te realiseren, becijferde de CvB dat de rest aangevuld wordt door schieraal die uittrekt doordat vissers stilliggen.
Vissers die niet deelnemen aan de uitzet van schieraal mogen op grond van het plan van de CvB in september en oktober niet vissen. Dit zou dan door de overheid moeten worden gereguleerd. In de opzet van het plan conformeert een deel van de vissers zich vrijwillig aan dit plan. Voor vissers die het plan niet steunen, zou door mij een visverbod ingesteld moeten worden voor de maanden september en oktober.
Ook stelt de CvB in het «Masterplan Aalherstel in Nederlandse binnenwateren» als voorwaarde dat de 700 000 euro van LNV enkel beschikbaar moet zijn voor vissers die meedoen aan de uitzet van de 157 ton schieraal en niet voor de vissers die stilliggen.
Uit voorgaande blijkt, zoals ik ook in het debat aangaf, dat de sector een feitelijke uitzet van 157 ton uiteindelijk niet kon realiseren en ook aanvullende voorwaarden stelde, waardoor de uitvoering van het oorspronkelijk plan niet mogelijk zou zijn.