Kamerstuk 32123-IXB-8

Uitlenen medisch personeel (o.a. verpleegkundigen) en btw-heffing

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiƫn (IXB) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 2 oktober 2009
Indiener(s): Jan Kees de Jager (staatssecretaris financiƫn) (CDA)
Onderwerpen:
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-IXB-8.html
ID: 32123-IXB-8

32 123 IXB
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2010

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2009

Bij uw brief van 14 juli 2008 heeft u aan mij een brief gezonden van High Care Detacheringen te Rotterdam (hierna: High Care). Daarin geeft High Care aan dat zij geconfronteerd wordt met oneigenlijk concurrentie. Mede naar aanleiding van die brief zijn door de Belastingdienst onderzoeken gestart naar de toepassing van de btw-wetgeving door o.a. de ondernemers die High Care in haar brief heeft genoemd. In mijn brief aan u van 11 maart jl. (2009D11312), heb ik u geïnformeerd omtrent het feit dat terzake een aantal gerichte onderzoeken liepen, maar nog niet waren afgerond. Inmiddels zijn die onderzoeken afgerond. Gelet daarop informeer ik u, conform mijn toezegging van 11 maart jl., als volgt.

De ingestelde onderzoeken betreffen de btw-heffing bij een aantal individuele ondernemers. Over de individuele onderzoeken en de resultaten daarvan kan ik u in verband met de op mij rustende geheimhoudingsplicht geen verdere mededelingen doen. Wel kan ik u in algemene zin het volgende mededelen.

Het ter beschikking stellen van personeel, zoals verpleegkundigen, door bijvoorbeeld een uitzendbureau aan bijvoorbeeld een ziekenhuis waar dat personeel onder leiding en toezicht van het ziekenhuis hun werkzaamheden uitvoert, is een prestatie die aan btw-heffing is onderworpen. Dat is bevestigd door de Hoge Raad in het arrest van 7 december 1994, nr. 29 571. De Hoge Raad overwoog daarbij dat het ging om diensten, bestaande in het ter beschikking stellen van medisch personeel, die belanghebbende verricht aan de instellingen, en niet om diensten bestaande in het verrichten van de (para)medische werkzaamheden. Anders gezegd, het uitzendbureau verricht geen medische diensten, maar (enkel) het ter beschikking stellen van (medisch) personeel.

Onder het ter beschikking stellen van personeel, dat onder verschillende aanduidingen plaatsvindt (o.a. detacheren, uitlenen, ter beschikking stellen), moet worden verstaan de situatie waarin een werkgever zijn werknemer ter beschikking stelt van een ander, waarbij die werknemer onder toezicht of leiding van die ander arbeid verricht. Het feit dat een werknemer over specifieke vakkennis beschikt, al dan niet gecombineerd met de aan het desbetreffende beroep gekoppelde professionele verantwoordelijkheid, sluit niet uit dat die werknemer onder toezicht of leiding werkzaam kan zijn.

Van het ter beschikking stellen van personeel (bijv. verpleegkundigen) moet overigens worden onderscheiden de situatie waarin de presterende ondernemer zich rechtstreeks tegenover zijn afnemer verbindt bepaalde werkzaamheden – bijv. het verrichten van gezondheidskundige verzorging van individuele personen – uit te voeren, waarbij die presterende ondernemer ook voor de inhoud en kwaliteit van die werkzaamheden aansprakelijk is. Als sprake is van gezondheidskundige verzorging van individuele personen dan zijn deze vrijgesteld van btw mits deze diensten worden verricht door een beoefenaar van een medisch of paramedisch beroep die een op dat beroep gerichte opleiding heeft voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (kortweg: de Wet BIG).

De laatste tijd doet zich wel de situatie voor, en in feite vraagt High Care daarvoor aandacht, dat sommige uitzendbureaus voor medisch personeel, met name van (gespecialiseerde) verpleegkundigen, in hun relatie met o.a. ziekenhuizen niet langer spreken van het ter beschikking stellen van personeel, maar van het verrichten van verpleegkundige diensten. Daarmee wordt beoogd de btw-vrijstelling deelachtig te worden die geldt voor het verrichten van verpleegkundige diensten jegens individuele personen. Of dat oogmerk ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd, hangt sterk af van de inhoud van de gesloten overeenkomst en de wijze waarop die overeenkomst daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Met name is hier van belang of de verpleegkundige, die deel kan uitmaken van een verpleegkundigenmaatschap, (uiteraard binnen bepaalde kaders) naar eigen inzicht kan handelen en daarvoor ook aansprakelijk is. Het gaat hier overigens niet om de aansprakelijkheid die verpleegkundigen al op grond van de Wet BIG hebben, ongeacht of zij in een dienstbetrekking werkzaam zijn dan wel als zelfstandig ondernemer handelen. Eerst als een verpleegkundige in meer algemene zin direct aansprakelijk is voor zowel de inhoud als de uitvoering van overeengekomen werkzaamheden, is sprake van meer dan het enkel ter beschikking stellen van personeel met een specifieke deskundigheid. Als de verpleegkundige echter onder leiding en toezicht van (medewerkers van) het ziekenhuizen hun werkzaam (blijven) verrichten, is in feite (nog steeds) sprake van het ter beschikking stellen van personeel. Alsdan is overeenkomstig de beslissing van de Hoge Raad van 7 december 1994 terzake btw verschuldigd.

De Belastingdienst, dus ook de inspecteurs die bevoegd zijn voor de ondernemers die High Care in haar brief heeft genoemd, handelen volgens de hiervóór weergegeven uitgangspunten. Als die ondernemers anders hebben gehandeld, zal terzake uiteraard binnen de wettelijke kaders handelend worden opgetreden. Dat zal betekenen dat als terzake geen of te weinig btw op aangifte is betaald, die btw alsnog van de betrokken ondernemers wordt nageheven.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager