Ontvangen 18 januari 2010
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 8, eerste lid, onder a, wordt «artikel 34, tweede lid» vervangen door: artikel 33, tweede lid.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «Het hoofd van de recherche» ingevoegd: van Curaçao en Sint Maarten.
2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba verricht de rijksrecherche de recherchewerkzaamheden, bedoeld in het eerste lid.
In artikel 13, eerste lid, wordt «gelet op de aan het gebruik van geweld verbonden gevaren» vervangen door: gelet op de hieraan verbonden gevaren.
In artikel 14 wordt het tweede tweede lid vernummerd tot het derde lid.
In artikel 20, tweede lid, wordt «artikel 7, tweede lid, onder a tot en met c» vervangen door: artikel 8, eerste lid, onder a tot en met c.
In artikel 32, tweede lid, wordt «artikel 35» vervangen door: artikel 34.
In artikel 44, eerste en tweede lid, wordt na «benoemd» telkens ingevoegd: , geschorst en ontslagen.
In artikel 53 wordt «dienen in werking te treden» vervangen door: in werking treden.
In artikel 56, tweede lid, wordt «artikel 54» vervangen door: artikel 55.
Na indiening van het voorstel van rijkswet is, mede naar aanleiding van de vragen in het verslag van de Tweede Kamer en het verslag van de Staten van de Nederlandse Antillen, gebleken dat het voorstel enkele wijzigingen behoeft. Het betreft hoofdzakelijk verbetering van enkele onvolkomenheden. De wijzigingen worden mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingediend.
In deze onderdelen worden enkele onjuiste verwijzingen naar andere artikelen gecorrigeerd.
Voor wat betreft Bonaire, Sint Eustatius en Saba zal de rijksrecherche de recherchewerkzaamheden in deze openbare lichamen uitvoeren. Het opnemen van de wijze van benoeming van het hoofd van de recherche voor deze openbare lichamen is dan ook overbodig.
Met de wijziging wordt tot uitdrukking gebracht dat, net als bij het gebruik van geweld, het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen mogelijk is wanneer het daarmee beoogde doel dit, mede gelet op de hieraan verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op andere wijze kan worden bereikt. In de oorspronkelijke redactie van artikel 13, eerste lid, kwam dit onvoldoende tot uitdrukking.
Abusievelijk is in artikel 14 tweemaal een tweede lid opgenomen. Door middel van de wijziging wordt het tweede tweede lid thans het derde lid.
In dit onderdeel wordt voorzien dat niet alleen de benoeming, maar ook de schorsing en het ontslag geschiedt bij landsbesluit (Curaçao en Sint Maarten) respectievelijk bij koninklijk besluit (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
Deze wijziging is louter redactioneel van aard.