Kamerstuk 32015-37

Amendement van de leden Kooiman en Van Toorenburg ter vervanging van nr. 20 rondom het aanmerken van pleegouders als belanghebbende

Dossier: Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming


100,0 %
0,0 %

CU

SP

PVV

VVD

PvdA

CDA

D66

GL

PvdD

SGP


Nr. 37 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KOOIMAN EN VAN TOORENBURG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 201

Ontvangen 9 februari 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

Aan het eerste lid van artikel 798 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Degene die niet de ouder is en de minderjarige op wie de zaak betrekking heeft gedurende ten minste een jaar als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, wordt aangemerkt als belanghebbende.

Toelichting

Pleegouders worden in rechtszaken rondom hun pleegkind thans niet altijd als «belanghebbende» in de zin van artikel 798 Rv beschouwd. Hierdoor hebben zij bijvoorbeeld geen wettelijk vastgelegd spreekrecht in procedures voor de rechter. De gezinsvoogd kan dit nu wel aan de rechter verzoeken, maar een dergelijk verzoek wordt niet automatisch toegewezen.

Doordat de pleegouders niet altijd als belanghebbende worden beschouwd, worden zij dus niet altijd betrokken bij bijvoorbeeld de verlenging van de machtiging uithuisplaatsing of van de ondertoezichtstelling van hun pleegkind. Naar het oordeel van de indieners hebben kinderen die onder toezicht zijn gesteld en in een perspectiefbiedend pleeggezin verblijven er echter wel belang bij dat ook hun pleegouders bijvoorbeeld het woord mogen voeren en hun zienswijze mogen geven.

Dit amendement wijzigt artikel 798 Rv vanuit die achtergrond dusdanig dat direct uit dit artikel blijkt dat pleegouders die reeds een aanmerkelijke periode voor het kind zorgen, automatisch als «belanghebbende» dienen te worden beschouwd. Hierbij geldt als voorwaarde dat de betrokken pleegouders reeds ten minste een jaar voor de minderjarige zorgen. Voor pleegouders die korter voor de minderjarige zorgen, kan de praktijk blijven bestaan waarbij de rechter op verzoek kan beslissen hen als belanghebbende aan te merken. Door de plaatsing van artikel 798 in het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering heeft het amendement geen gevolgen voor de kring van belanghebbenden bij scheidingszaken.

Kooiman

Van Toorenburg