Ontvangen 1 februari 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel III, onderdeel B, wordt in artikel 53, derde lid, de zinsnede «kunnen de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert, deze inlichtingen desgevraagd of uit eigen beweging verstrekken» vervangen door: verstrekken de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert deze inlichtingen desgevraagd of kunnen deze inlichtingen uit eigen beweging aan de stichting verstrekken.
In een gezin zijn vaak meer hulpverleners betrokken. Artsen, maatschappelijk werkers en GGZ-medewerkers zijn op dit moment niet verplicht informatie die noodzakelijk kan worden geachte voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling te verstrekken aan de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert. Dit is een belemmering voor de gezinsvoogdijwerker, die eigenlijk in het belang van het kind over alle relevante informatie zou moeten kunnen beschikken. Ook hulpverleners die niet direct het kind maar bijvoorbeeld andere gezinsleden (minderjarig of meerderjarig) behandelen zouden deze informatie, wanneer het in het belang van het kind en de uitvoering van de ondertoezichtstelling is, moeten delen met de gezinsvoogdijwerker.
Dit amendement schrijft voor dat derden die beroepshalve beschikken over inlichtingen inzake feiten en omstandigheden die de persoon van een minderjarige die onder toezicht is gesteld, diens verzorging en opvoeding of de persoon van een ouder of voogd betreffen en die noodzakelijk kunnen worden geacht voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling verplicht zijn om deze informatie te verstrekken aan de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert, indien de stichting hierom vraagt. De afweging om deze gegevens te verstrekken is dus weggehaald bij de «derden» zelf. De stichting kan besluiten om de gegevens te vragen, en de derden zijn dan gehouden deze te geven. De rechter kan worden ingeschakeld indien de gegevens niet verschaft worden en het artikel dus wordt overtreden.
Kooiman
Van Toorenburg