Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2010
Hierbij bied ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, de nota naar aanleiding van het verslag (kamerstuk 32 014, nr. 8) en de nota van wijziging (kamerstuk 32 014, nr. 9) inzake het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007 (32014) aan.
Aangezien er zekere verbanden (bijvoorbeeld in terminologie) zijn tussen het onderdeel identificatie van investeerders en het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet giraal effectenverkeer houdende uitbreiding van de bescherming aan cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten en het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van effecten, is gekozen voor separate maar gelijktijdige aanbieding van beide wetsvoorstellen. Hierdoor wordt het mogelijk om desgewenst samenhangende onderdelen uit beide wetsvoorstellen gelijktijdig te behandelen.
Hiermee hoop ik enigszins tegemoet te komen aan de door uw Kamer geuite wens om het onderdeel identificatie van investeerders te incorporeren in het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet giraal effectenverkeer houdende uitbreiding van de bescherming aan cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten en het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van effecten.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager