Ontvangen 5 september 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 3 komen het tweede en derde lid te luiden:
2. Voor zover in deze wet bevoegdheden worden toegekend aan een vertegenwoordiger, heeft hij die bevoegdheden slechts voor zover de zorgverantwoordelijke een beslissing heeft genomen die inhoudt dat de cliënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van een beslissing die hem betreft. Dit laat onverlet de bevoegdheid van de vertegenwoordiger om andere dan rechtshandelingen voor de cliënt te verrichten en hem raad te geven en te waken over diens belangen. Deze beslissing wordt door de zorgverantwoordelijke niet genomen dan na overleg met de vertegenwoordiger dat op overeenstemming is gericht. Indien het overleg met de vertegenwoordiger niet tot overeenstemming leidt, neemt de bij de zorg betrokken arts de beslissing.
3. De zorgverantwoordelijke legt zijn beslissing, bedoeld in het tweede lid, schriftelijk vast en vermeldt daarbij de datum en het tijdstip, ter zake van welke beslissing de cliënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen, op welk onderzoek dit oordeel gebaseerd is en wat de gevolgen van dit oordeel zijn. Tevens informeert hij de cliënt en zijn vertegenwoordiger over de mogelijkheid op grond van artikel 45 een klacht in te dienen over dit oordeel.
Met nota van wijziging nr. 29 is artikel 3 van het wetsvoorstel ingrijpend aangepast. In het nieuwe artikel 3 wordt tot uitdrukking gebracht dat de cliënt centraal staat, de eigen regie voert en dus zijn eigen beslissingen neemt. De beslissing of een cliënt wilsonbekwaam is, hoort volgens de indiener bij de zorgverantwoordelijke te liggen. Deze beslissing hoort echter wel goed onderbouwd te zijn. Daarnaast is de indiener van mening dat de cliënt en zijn vertegenwoordiger op de hoogte dienen te worden gesteld van de mogelijkheid een klacht in te dienen over het oordeel van de zorgverantwoordelijke.
Agema