Ontvangen 18 januari 2010
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel III, onderdeel K, komt als volgt te luiden:
Artikel 168 komt te luiden:
Artikel 168. Doorzettingsmacht gemeenten
Indien niet binnen een redelijke termijn met alle partijen, bedoeld in artikel 167, tweede lid, afspraken als bedoeld in artikel 167, eerste lid, zijn gemaakt, kunnen burgemeester en wethouders de werkingssfeer van de gemaakte afspraken, voor zover noodzakelijk voor een samenhangend onderwijsachterstandenbeleid, uitbreiden naar de partijen, bedoeld in artikel 167, tweede lid, waarmee geen afspraken zijn gemaakt.
De tekst van het artikel is verduidelijkt om meer recht te doen aan de bedoeling van het artikel zoals die in paragraaf 4.3 van de memorie van toelichting was aangegeven. Hierdoor blijkt uit het artikel dat het college van burgemeester en wethouders de werkingssfeer van de vve-afspraken, bedoeld in artikel 167, onder strikte voorwaarden mag uitbreiden naar partijen die geen deel uit wilden maken van de vve-afspraken. Het college van burgemeester en wethouders mag geen verplichtingen opleggen die niet in de gemaakte afspraken zijn opgenomen. Met de zinsnede «voor zover noodzakelijk voor een samenhangend onderwijsachterstandenbeleid» wordt tot uitdrukking gebracht dat alleen de werkingssfeer van die afspraken die noodzakelijk zijn om een samenhangend onderwijsachterstandenbeleid tot stand te brengen, mag worden uitgebreid. De uitbreiding kan onder omstandigheden dus een gedeelte, in plaats van het geheel, van de afspraken betreffen. De uitbreiding is, zoals in de memorie van toelichting aangegeven, een besluit waartegen beroep op de bestuursrechter open staat voor belanghebbenden.
Deze nota van wijziging met toelichting wordt ondertekend mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin.