Kamerstuk 31989-17

Amendement van de leden Van Toorenburg en Anker over het schrappen van de doorzettingsmacht van gemeenten

Dossier: Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid


31 989
Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

nr. 17
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN TOORENBURG EN ANKER

Ontvangen 12 januari 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel III, onderdeel J komt als volgt te luiden:

J

In artikel 167a wordt de zinsnede «de bevoegde gezagsorganen van de scholen en de kinderopvang, bedoeld in de Wet kinderopvang in de gemeente» telkens vervangen door de zinsnede: de bevoegde gezagsorganen van de scholen en de houders van kindercentra of peuterspeelzalen bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in de gemeente»

II

Artikel III, onderdeel K komt als volgt te luiden:

K

Artikel 168 vervalt.

III

In artikel III, onderdeel L, artikel 169, vervalt de zinsnede «, 168».

Toelichting

Artikel 23 GW borgt de vrijheid van scholen op het terrein van richting en inrichting. Het instellen van een doorzettingsmacht van de gemeente bij het maken van afspraken over VVE tast deze vrijheid aan. Voor peuterspeelzalen en kinderdagopvang tast het neerleggen van een doorzettingsmacht bij de gemeente de autonomie van de instelling aan. Bovendien is niet duidelijk hoe effectief het instrument van de doorzettingsmacht is en wat met het instrument van doorzettingsmacht gerealiseerd kan worden dat in de huidige situatie niet mogelijk is. Daarnaast kan het neerleggen van een doorzettingsmacht bij de gemeente contraproductief uitwerken op de samenwerking tussen betrokken partijen waardoor partijen besluiten om geen medewerking meer te verlenen.

Verder leidt het neerleggen van een doorzettingsmacht bij de gemeente tot de facto ongelijkwaardigheid van de betrokken partijen, al zijn deze partijen formeel nog wel gelijkwaardig. Dit is niet bevorderlijk voor het voeren van constructief overleg waarbij de betrokken partijen er zelf uit moeten komen. Ook is het niet bevorderlijk voor het draagvlak voor deze afspraken.

Met dit amendement blijven alle betrokken partijen verplicht deel te nemen aan een op overeenstemming gericht overleg. Op deze wijze wordt artikel 23 GW niet aangetast en blijven de betrokken partijen gelijkwaardige partners.

Van Toorenburg

Anker