Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2011
Bij brief d.d. 21 januari 2011 (kenmerk 31977-9/2011D02676) verzoekt de algemene commissie voor Jeugdzorg mij uw Kamer binnen een week mee te delen wat de gevolgen zijn van het voorhands niet c.q. op korte termijn wel behandelen van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen (31 977), in relatie tot de door mij in het voorjaar aangekondigde beleidsvoornemens m.b.t. de toekomst van de jeugdzorg. Met deze brief geef ik gehoor aan dit verzoek.
Met het genoemde wetsvoorstel wordt een aantal zaken wettelijk verankerd die belangrijk zijn om de zorg voor jeugd te verbeteren: goed toegankelijke preventie, meer resultaatgerichte samenwerking rondom jeugdigen en hun ouders onder regie van de gemeenten, minder bureaucratie, jeugdigen zo min mogelijk in instellingen en zoveel mogelijk thuis. Uiteraard zie ik deze verbeteringen graag zo snel mogelijk in werking treden, vooruitlopend op grootschaliger wijzigingen op grond van het regeerakkoord. Dat geldt met name voor het – met de tweede nota van wijziging aan het wetsvoorstel toegevoegde – experimenteerartikel. Op grond van dit experimenteerartikel kan immers al op afzienbare termijn vernieuwing plaatsvinden in de jeugdzorg buiten de kaders die de huidige Wet op de jeugdzorg biedt. Op deze manier kan snel aan de slag gegaan worden met vernieuwingen die aansluiten bij de wijzigingen die uw Kamer blijkens de uitkomsten van de parlementaire werkgroep voor ogen staan en bij de voornemens in het regeerakkoord ten aanzien van de toekomst van de zorg voor jeugd.
Dit neemt niet weg dat ik mij goed kan voorstellen dat uw Kamer voor de behandeling van het genoemde wetsvoorstel inzicht wil hebben in het eerder door mij toegezegde stappenplan voor de in het regeerakkoord opgenomen stelselwijziging zorg voor jeugd.
Om uw Kamer de gelegenheid te geven voor de behandeling van het genoemde wetsvoorstel kennis te nemen van de nadere informatie over de toekomst van de zorg voor jeugd èn om benodigde vernieuwing op grond van het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking te laten treden, verzoek ik u de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in te plannen zo snel mogelijk na ontvangst van het door mij toegezegde stappenplan voor de in het regeerakkoord opgenomen stelselwijziging zorg voor jeugd.
Ik vertrouw erop hiermee de vraag van de algemene commissie voor Jeugdzorg afdoende te hebben beantwoord.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner