Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 augustus 2010
Bijgaand doe ik u, mede namens de minister van Justitie, toekomen het ontwerp voor het koninklijk besluit tot inwerkingtreding van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen.1 Tijdens het Wetgevingsoverleg met de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken op 18 januari 2010 over diverse wetten openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba heb ik u toegezegd dat dit ontwerp aan uw Kamer zal worden voorgelegd.2 Deze toezegging is door de Minister van Justitie en mij in opvolgende debatten met Uw Kamer herbevestigd. Daarbij heb ik ook aangegeven dat ik graag het debat over het ontwerp op 7 september, dus direct na het zomerreces, met u zal voeren, zodat de regering op de Slot Ronde Tafelconferentie op 9 september 2010 met mandaat van Uw Kamer kan spreken.3 Met deze brief wil ik dit verzoek nogmaals onder uw aandacht brengen en u over mijn inzet voor dit debat informeren.
Bij brief van 5 oktober 2009 heb ik uw Kamer de overeenkomst doen toekomen die ik op 30 september 2009 namens de Nederlandse regering met de regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges van Curaçao en Sint Maarten heb gesloten met betrekking tot de beoogde transitiedatum van 10 oktober 2010.4 In deze overeenkomst zijn voorwaarden opgenomen voor de daadwerkelijke doorgang van de transitie per deze datum. Deze voorwaarden betreffen onder meer de aanvaarding door de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba van de Rijkswet tot wijziging van het Statuut, de vaststelling door de eilandsraden van Curaçao en Sint Maarten van de ontwerp-Staatsregelingen van de nieuwe landen en de goedkeuring van de plannen van aanpak voor de landstaken die de nieuwe landen per de transitiedatum nog niet zelfstandig kunnen uitvoeren.
Tijdens de zomerperiode is en wordt aan deze en gene zijde van de oceaan nog hard gewerkt om aan deze voorwaarden te voldoen om te bewerkstelligen dat de staatkundige hervormingen van het Koninkrijk op de beoogde transitiedatum van 10 oktober 2010 kunnen ingaan. Om u in staat te stellen bij het debat van de meest recente vorderingen op dit terrein op de hoogte te zijn, zijn de Minister van Justitie en ik voornemens u uiterlijk voor het einde van uw zomerreces bij brief te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de overeengekomen voorwaarden. Voorts zal ik u de vastgestelde plannen van aanpak toezenden die zullen vallen onder de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten, voor de landstaken die de landen nog niet zelfstandig kunnen uitvoeren. Hiermee zal alle benodigde informatie tot uw beschikking zijn om een weloverwogen oordeel te kunnen vormen over de ingangsdatum van de transitie.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten