Vastgesteld 12 november 2009
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 2 november 2009 overleg gevoerd met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (31 927).
Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Jonker
De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Esmeijer
Maandag 2 november 2009
19.27 uur
De voorzitter: Spekman
Aanwezig zijn 2 leden der Kamer, te weten:
Karabulut en Spekman,
en mevrouw Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (31927).
De voorzitter:
Ik open de vergadering.
MevrouwKarabulut(SP)
Voorzitter. De bundeling van deze uitkeringen lijkt vrij technisch, maar ik maak me toch zorgen als ik zie hoe het gaat met het aan het werk helpen van ouderen. Het is een kwetsbare groep die aan een baan geholpen moet worden, namelijk oudere werklozen, voor een deel arbeidsongeschikt. Ik lees in een bericht dat 60% van de 45-plussers langer dan een jaar werkloos is. De kansen voor 55-plussers zijn nog kleiner. Deze groep is kwetsbaar en er zijn te weinig banen. Daarom vind ik het iets te kort door de bocht om te stellen dat de bundeling van de uitkeringen, een andere financieringssystematiek – namelijk de welbekende financiële prikkel uit de Wet werk en bijstand – en de verdelingssystematiek zouden leiden tot minder werklozen. Daarover gaan mijn vragen.
Wat gaat er veranderen ten opzicht van de huidige situatie? De staatssecretaris schrijft het niet, maar ze zegt eigenlijk dat de gemeenten niet te weinig moeten doen om deze groep werklozen aan het werk te helpen. Welke kwalitatieve inspanningen gaat zij samen met de gemeenten verrichten om daadwerkelijk te zorgen dat deze mensen een baan krijgen en niet meer afhankelijk zijn van een uitkering?
Hoeveel uitkeringen denkt de staatssecretaris concreet te kunnen verminderen door deze bundeling en hebben de gemeenten voldoende banen voor deze groep, temeer daar wij in een crisis zitten? Met deze bundeling gaat een structurele bezuiniging van naar ik meen 2,4 mln. gepaard. Is dat wel zo verstandig? Kan dit wel in tijden van crisis, terwijl de werkloosheid oploopt en wij weten dat deze groepen toch al gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt? Als deze mensen aan een baan worden geholpen, betekent dit dan ook duurzame uitstroom? Ik hoor hier graag een antwoord op, alsmede op de vraag of de bezuiniging niet moet worden geschrapt, gezien de economische omstandigheden.
Stel dat deze mensen inderdaad aan een baan worden geholpen en vlak daarna weer een uitkering nodig hebben, vallen zij dan onder de voorwaarden van de IOAW en IOAZ, of belanden zij gewoon in de bijstand? Dit is de keerzijde van de o zo geroemde financiële prikkel in de WWB. Het gaat natuurlijk niet alleen om financiële prikkels, maar om het duurzaam aan een baan helpen van mensen. Hoe voorkomt de staatssecretaris dat de financiën voorop komen te staan, in plaats van de sociale aspecten? Is zij bereid om een jaar na inwerkingtreding de Kamer te informeren over wat er met deze groepen is gebeurd op de arbeidsmarkt?
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
StaatssecretarisKlijnsma
Voorzitter. Mevrouw Karabulut heeft dit wetsvoorstel aangevlogen op grond van de vragen hoe je ervoor zorgt dat zo veel mogelijk mensen een baan krijgen, ook oudere mensen en mensen die in de IOAW, de IOAZ en de WWIK zitten, en hoe zij met nog meer enthousiasme van gemeenten re-integratie tegemoet kunnen zien. Dit wetsvoorstel heeft als achterliggende gedachte dat we een aantal zaken in elkaar willen schuiven, zodat de regelgeving duidelijker wordt en de interactie met gemeenten in die filosofie wordt opgeschoond. We willen dus proberen WWB-gerelateerde zaken veel helderder te maken. De invalshoek van mevrouw Karabulut is ook wel de mijne. Doordat je met de filosofie van de WWB veel meer versnelt, zullen de gemeenten veel meer hun best doen, omdat er meer prikkels zijn om ook deze mensen aan een plek te helpen. Ik moet ruiterlijk zijn, vind ik, want dit zal voor gemeenten lastig zijn nu wij wederom in een recessie zitten, een economisch dikke dip. Gemeenten zullen, net als bij langdurig werklozen die in de WWB zitten, dit ter hand blijven nemen. Zo simpel ligt het. Wij vergen dat ook van ze.
Mevrouw Karabulut vraagt hoe het met deze mensen gaat als zij slechts voor korte tijd een plek hebben gekregen en toch weer uitvallen. Komen ze dan in de bijstand terecht of in hun oorspronkelijke uitkering? Het hangt er een beetje van af hoe lang ze hebben gewerkt. Ze kunnen nog even in de WW terechtkomen. Als men heel kort heeft gewerkt, komt men gewoon weer in zijn of haar oorspronkelijke uitkering terecht, dus niet in de bijstand.
Ik stel niet voor om na een jaar weer inzichten te bieden. Er wordt al heel veel gemonitord. Ik stel voor om dit aan te haken aan bij de gegevens die wij sowieso van de gemeenten krijgen om inzicht te bieden en geen aparte monitor voor deze maatregel in het leven te roepen.
De bezuiniging van 2,4 mln. is ingeboekt, omdat de gemeenten met deze wet natuurlijk veel minder administratieve rompslomp krijgen omdat ze in één vloeiende beweging kunnen afrekenen. Het is voor hen veel eenduidiger, omdat er nu van bepaalde budgetten wordt uitgegaan. Vroeger moesten ze alles een voor een declareren. Dat was veel meer administratief gedoe.
De achterliggende gedachte achter dit wetsvoorstel is dat de interactie met onze medeoverheden wordt opgeschoond en vergemakkelijkt en dat tegelijkertijd de prikkels van de WWB meer bij deze inkomensvoorzieningen aan de orde kunnen zijn. Tot nu toe moesten gemeenten steeds declareren.
MevrouwKarabulut(SP)
Voorzitter. Ik ben een klein beetje heel erg verbaasd. Ik denk dat de staatssecretaris mij heel goed heeft begrepen wanneer zij zegt dat ik inderdaad meer naar de sociale aspecten kijk, naast alle techniek van dit wetsvoorstel. Natuurlijk zijn eenvoudige regels en een eenvoudige verantwoording prima. Maar zij geeft geen antwoord op mijn vraag wat dit wezenlijk gaat veranderen, gezien het hoge aantal oudere werklozen. Wat gaat er wezenlijk in het beleid veranderen? Zijn die banen er opeens en hoe gaat zij dat regelen? Van de oudere werklozen – ik spreek dan over de 45-plussers – is 60% langer dan een jaar werkloos. Zij kan mij toch niet wijsmaken dat dit alleen maar samenhangt met het ontbreken van een financiële prikkel!
Die financiële prikkel leidt lang niet in alle gevallen tot duurzame uitstroom. Dat weet de staatssecretaris ook. De keerzijde van de Wet werk en bijstand is dat er inderdaad een soort wurgsysteem ontstaat. Goede gemeenten investeren in mensen, maar gemeenten die vooral naar de korte termijn kijken, zorgen ervoor dat mensen in kleine laagbetaalde baantjes belanden waarmee zij nog steeds niet uit de armoede raken. Vandaar mijn oproep aan de staatssecretaris om in ieder geval de bezuiniging te schrappen, want die is zeker niet realistisch, tenzij zij zegt dat zij voor al deze mensen een baan regelt. Kijk vervolgens hoeveel banen voor deze groep worden gecreëerd en wat een jaar later is gebeurd. Dat mis ik.
StaatssecretarisKlijnsma
Voorzitter. Ik heb noch in het wetsvoorstel noch in de memorie van toelichting geschreven dat dit wetsvoorstel ertoe zou leiden dat alle mensen die het betreft onmiddellijk en onverwijld een baan zouden kunnen krijgen, want dan had mevrouw Karabulut echt een punt. Met het wetsvoorstel wordt beoogd, de interactie tussen overheden eenvoudiger te maken. Daaruit vloeit voort dat gemeenten, analoog aan de WWB, de prikkel die zij krijgen door het inverdienen als zij iemand aan een baan helpen, ook bij deze drie inkomensvoorzieningen sterker krijgen dan oorspronkelijk. Je zou kunnen zeggen dat dit een mooi bijeffect is, maar ik pretendeer niet dat door dit wetsvoorstel alle mensen die in de IOAW, de IOAZ of de WWIK zitten, onverwijld en onmiddellijk een baan hebben. Dat kan ik niet gestand doen.
Mevrouw Karabulut stelt dat ik de bezuiniging moet wegwerken omdat die niet bepaald bewerkstelligt dat mensen sneller een baan hebben. Zij heeft daar uiteraard een punt, want hoe meer geld je steekt in re-integreren, hoe sneller mensen een plek hebben. Tegelijkertijd is deze bezuiniging geënt op het feit dat de administratieve lasten een stuk verminderen. Dat is wat wij hiermee beogen, een effectievere uitvoering. Dat kunnen we heel goed gestand doen.
MevrouwKarabulut(SP)
Slechts een heel klein deel van die 2,4 mln. komt uit besparingen door efficiencyvoordelen. De rest wordt bespaard, dus bezuinigd op de uitkeringen. Dat is toch niet realistisch, gezien de economische crisis waarin we verkeren en de arbeidsmarktpositie van deze groep?
StaatssecretarisKlijnsma
Kijk, op basis van de huidige cijfers over het hele bijstandsvolume sta ik al voor een bijstelling van het budget in 2009 van 14 mln., in 2010 van 580 mln. en in 2011 van 990 mln. Die bedragen plussen wij extra bij op het I-deel van de WWB. Mevrouw Karabulut moet niet zeggen dat wij niet extra investeren, want dat doen we. Deze bezuiniging is echt geënt op het feit dat de interactie veel minder geld kost. Zo simpel ligt het. Omdat gemeenten analoog aan de WWB mensen gaan helpen, krijgen de gemeenten de prikkel van het inverdienen. Wij hebben dit ook bij de WIJ gedaan. Mevrouw Karabulut is het daar ook niet mee eens, maar dit is analoog aan die manier van denken. Dat is een keuze.
MevrouwKarabulut(SP)
Tot slot dan, ik constateer dat wij het oneens zijn, dat de staatssecretaris negeert dat er wel degelijk wordt bezuinigd op de uitkeringslasten en dat dit gegeven de economische omstandigheden niet wenselijk is, zeker niet wanneer je de belabberde arbeidsmarktpositie van deze groep daarbij betrekt; dat is volgens mij het belangrijkste. Ik zal niet voor dit wetsvoorstel stemmen.
StaatssecretarisKlijnsma
Ik ben het hier echt fundamenteel mee oneens, omdat de bezuiniging geënt is op het administratieve inverdienen. Wij zijn er van overtuigd dat die bezuiniging goed onderbouwd is, gezien het administratieve inverdienen en het feit dat gemeenten met de prikkel die ze vanuit de WWB kennen, mensen eenvoudiger van een plek kunnen voorzien. Ik vind het jammer dat mevrouw Karabulut dit wetsvoorstel niet kan steunen. Zo is het leven.
De voorzitter:
Mevrouw Karabulut krijgt nog een keer het woord vanwege uitlokking.
MevrouwKarabulut(SP)
Dat vind ik ook jammer. Ik vind het geen goed voorstel en ik heb gezegd waarom ik het geen goed voorstel vind. Dat is wel degelijk omdat het om bezuinigingen gaat en ik onvoldoende heb gehoord hoe de staatssecretaris deze mensen aan het werk zal helpen. Ook krijgen wij de resultaten niet teruggekoppeld. Zij wil dit allemaal niet. Daarmee maakt zij het voor mij onmogelijk om haar wetsvoorstel te steunen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de meningen blijven verschillen, maar dat het wetsvoorstel desalniettemin donderdag op de stemmingslijst kan worden geplaatst.
Sluiting 19.44 uur.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Van Gent (GroenLinks), Blok (VVD), Jan Jacob van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Timmer (PvdA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), voorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Tony van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Vermeij (PvdA), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Karabulut (SP), Vos (PvdA) en Meeuwis (VVD).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Sap (GroenLinks), De Krom (VVD), Smilde (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Pieper (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Linhard (PvdA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), De Wit (SP), Cramer (ChristenUnie), Biskop (CDA), Elias (VVD), Joldersma (CDA), Bosma (PVV), Tang (PvdA), Heerts (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gerkens (SP), Gesthuizen (SP), Heijnen (PvdA) en Weekers (VVD).