Ontvangen 2 juni 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel C, komt artikel 7, derde lid, te luiden:
3. Een kind als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt voor het vaststellen van het aantal kinderen voor wie recht op kinderbijslag bestaat voor twee kinderen geteld, indien het door de verzekerde grotendeels wordt onderhouden en
a. jonger is dan 16 jaar en
1°. door of in verband met het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding niet tot het huishouden van de verzekerde noch als eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind tot het huishouden van een ander behoort, of
2°. in verband met ziekte of gebreken niet tot het huishouden van de verzekerde noch als eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind tot het huishouden van een ander behoort, of
b. 16 of 17 jaar is en niet tot het huishouden van de verzekerde noch als eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind tot het huishouden van een ander behoort.
In artikel I wordt na onderdeel H een onderdeel Ha ingevoegd, luidende:
Artikel 20 komt te luiden:
Indien voor hetzelfde kind kinderbijslag of een naar aard en strekking daarmee overeenkomende gezinsbijslag kan worden betaald ingevolge deze wet en ingevolge een rechtens geldende regeling, bestaande in een ander land, of ingevolge een regeling van een volkenrechtelijke organisatie, kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld ter voor- koming of beperking van samenloop met dergelijke gezinsbijslagen of ter voorkoming van dubbele kinderbijslag.
In artikel I, onderdeel I, wordt in artikel 41a «voor 1 oktober 2009» vervangen door: op 1 oktober 2009.
Gebleken is dat het derde lid van artikel 7 niet juist is gewijzigd. In de onderdelen a (twee maal) en b is telkens «als eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind» weggevallen. Dit wordt thans hersteld.
Met de voorgestelde aanpassing van artikel 20 wordt beoogd om de delegatiegrondslag in overeenstemming te brengen met de inhoud van de nader te stellen regels op grond van dit artikel. Die nadere regels zijn neergelegd in de Regeling samenloop met buitenlandse tegemoetkomingen 2008. Daarmee wordt vermeden, dat bij ministeriële regeling nog van de wet afwijkende bepalingen worden opgenomen. Dit artikel was opgenomen in de inventarisatie van afwijkende bepalingen naar aanleiding van de motie Jurgens.
Het overgangsrecht, op grond waarvan de oude bepalingen van toepassing blijven voor de kinderen die al 16 jaar zijn aan het begin van het vierde kwartaal van 2009, is beter uitvoerbaar indien dit overgangsrecht ook geldt voor de kinderen die op 1 oktober 2009 16 jaar zijn geworden. Hiertoe wordt in de overgangsbepaling (nieuw artikel 41a) «voor 1 oktober» gewijzigd in: op 1 oktober.