Kamerstuk 31874-78

Voortgangsrapportage implementatie gastouderopvang

Dossier: Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

Gepubliceerd: 19 november 2010
Indiener(s): Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31874-78.html
ID: 31874-78

Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2010

Op 1 januari 2010 is de Wet kinderopvang gewijzigd en gelden er nieuwe regels voor gastouderopvang. Op 1 juli 2010 heeft uw Kamer vier moties aangenomen over deze regels (kamerstuk 31 874, nrs. 72 t/m 75). Mijn voorganger heeft u op 16 augustus 2010 schriftelijk laten weten hoe deze moties uitgevoerd gaan worden (kamerstuk 31 874, nr. 77). Dit vergt onder meer nieuwe wettelijke regels. In deze brief informeer ik u over de voortgang bij het invoeren van de nieuwe regels voor gastouderopvang en de uitvoering van de moties.

Mijn brief behandelt achtereenvolgens:

  • de voortgang van de wetswijzigingen voor het schrappen van de eenlocatie-eis en de terugbetalingsplicht (paragraaf 2),

  • de vulling van het Landelijk Register Kinderopvang (paragraaf 3) en

  • het aanpassen van de diplomalijst (paragraaf 4).

Begin 2011 ontvangt u van mij een nieuwe voortgangsrapportage. Het overgangsjaar voor de invoering van de nieuwe regels voor gastouderopvang (2010) is dan ten einde. Dan ben ik ook in staat u een goed beeld te geven over het aantal werkzame gastouders op 1 januari 2011.

2. Voortgang wetswijziging terugbetalingsplicht en schrappen eenlocatie-eis

In de brief van 16 augustus jl. heeft mijn voorganger u onder andere bericht over het vervallen van de deadline van 1 september voor registratie van gastouders, het schrappen van de terugbetalingsplicht over 2010 (Kamerstukken II, 2009/2010, 31 847, nr. 74) en het uiterlijk voor het einde van 2010 loslaten van de eenlocatie-eis (Kamerstukken II, 2009/2010, 31 875, nr. 72).

Het schrappen van de terugbetalingsplicht betekent in de praktijk dat de registratieverplichting van gastouders in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) als voorwaarde voor vraagouders om over 2010 kinderopvangtoeslag te krijgen, is vervallen. Staat een gastouder in 2010 niet geregistreerd in dit landelijk register, dan hoeft de vraagouder de over dat jaar ontvangen toeslag niet terug te betalen. Wil een vraagouder vanaf 1 januari 2011 gebruikmaken van gastouderopvang en daar kinderopvangtoeslag voor krijgen, dan moet de gastouder uiterlijk op 31 december 2010 in het LRK staan. Vanaf 1 januari 2011 geldt registratie van gastouders wel als voorwaarde om toeslag te krijgen. Alle vraagouders hebben hierover in augustus 2010 van mijn voorganger een brief gekregen. De Belastingdienst meldt deze eis in november 2010 in de zogenoemde bevoorschottingsbrief ook nog eens.

Wettelijk gezien wordt de motie als volgt uitgevoerd: in augustus 2010 is in een ministeriële regeling de verplichting tot registratie van gastouders in het LRK om vraagouders kinderopvangtoeslag te kunnen laten krijgen voor 2010 buiten werking gesteld. Met het vervallen van deze registratie-eis voor gastouders in het jaar 2010, verviel ook de noodzaak om hiervoor voor 1 september 2010 een aanvraag bij de gemeente in te dienen.

De eenlocatie-eis wordt, zoals gevraagd in de motie van uw Kamer, geschrapt. Dit betekent dat met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 een gastouder zowel op zijn eigen woonadres als op het woonadres van één of meer vraagouders gastouderopvang kan aanbieden. De wetswijziging die hiervoor nodig is zal ik naar verwachting in december aan de Tweede Kamer aanbieden; in deze wetswijziging wordt – in aanvulling op de al gepubliceerde ministeriële regeling -ook de registratie-eis voor 2010 formeel-juridisch geschrapt.

In het kader van de kwaliteitsborging van de opvang is het noodzakelijk zicht te hebben op alle opvanglocaties. Een volledig beeld van alle locaties is nu al te krijgen via de administratie van gastouderbureaus. Het landelijk register biedt die mogelijkheid niet, omdat het LRK op dit moment maar één opvanglocatie per gastouder kan registreren. Het registratiesysteem zal daarom zodanig worden aangepast, dat gegevens over alle opvanglocaties beschikbaar komen. Dit is nodig voor inspectie van de GGD, handhaving door gemeenten en de toeslagtoekenning door de Belastingdienst. De aanpassingen in het LRK en de systemen van de Belastingdienst zullen niet eerder dan in 2012 zijn afgerond.

3. Vulling Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

Het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) ondersteunt de gemeenten bij de invoering van het gebruik van het LRK. Gastouderbureaus moeten hun gastouders aanmelden bij de gemeente. De gemeente meldt de gastouder aan in een zogenoemd voorportaal van het LRK. Leidt die aanmelding tot een positieve beschikking, dan volgt een definitieve en zichtbare registratie in het register.

Alle gemeenten zijn aangesloten bij het LRK. Het kwaliteitsinstituut helpt gemeenten op verschillende manieren met de invoering van het register:

  • 400 gemeenten hebben meegedaan aan trainingen,

  • samen met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) – de beheerder van het LRK – zijn instructies, procedures en handleidingen voor het werken met het LRK opgesteld,

  • iedere gemeente kan met vragen terecht bij een regiocoach van KING en

  • via de website www.operatiekinderopvang.nl en met nieuwsbrieven wordt gecommuniceerd met gemeenten over de invoering van het register.

Nu gemeenten zijn aangesloten bij het landelijk register, richt KING tot het eind van het jaar alle aandacht op het helpen van gemeenten om het landelijk register op een goede wijze te vullen. Dit betreft zowel de volledigheid van het LRK als de kwaliteit van de gegevens.

Voor 1 oktober zijn circa 43 000 gastouders via de gemeente aangemeld. Circa 22 000 gastouders hebben van de gemeente een beschikking gehad, waarvan circa 21 000 een positieve. De GGD zal de overige 21 000 gastouders zo snel mogelijk inspecteren, waarna ook zij van de gemeente een beschikking krijgen. Er zullen ook nog gastouders na 1 oktober bij de gemeente worden aangemeld. Mogelijk zal een deel hiervan uiterlijk 31 december nog een beschikking ontvangen. Voor aanmeldingen die te laat door de gemeente zijn ontvangen is dat echter niet met zekerheid te stellen.

In eerdere brieven is mijn voorganger uitgegaan van een totaal van 55 000 gastouders dat op 1 januari 2011 in het LRK zou staan ingeschreven. Deze inschatting is gemaakt op basis van een inventarisatie van het Implementatiebureau en beschikbare cijfers in april over het aantal aanmeldingen voor de certificaat- en diplomaroute. De huidige cijfers geven aan dat het aantal per 1 januari 2011 geregistreerde gastouders vermoedelijk iets lager ligt. Dit komt mogelijk door de systematiek van de subsidieregeling voor de certificaatroute. Om aanspraak te maken op subsidie voor de certificaatroute moesten gastouderbureaus namelijk hun gastouders voor 1 april 2010 aanmelden. Er zijn gastouderbureaus die zekerheidshalve al hun gastouders hebben aangemeld, terwijl toen nog niet zeker was of al deze gastouders de certificaatroute zouden gaan volgen; een deel heeft dat uiteindelijk niet gedaan.

Het ná 1 oktober aanmelden voor registratie heeft geen negatieve gevolgen voor vraagouders die in 2010 van deze gastouders gebruikmaken. In 2011 heeft een vraagouder echter wel pas recht op kinderopvangtoeslag vanaf het moment dat de gastouder is geregistreerd. Een te late aanmelding van een gastouder kan betekenen dat een gemeente, die tien weken plus eventueel een hersteltermijn van tien dagen heeft om te beschikken, pas beschikt ná 1 januari 2011. Hiermee lopen vraagouders het risico in de eerste weken van 2011 geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag, omdat ze gebruik maken van een niet-geregistreerde gastouder.

Het ontwikkelen, uitrollen en vullen van het LRK is een complexe opdracht waar verschillende partijen bij betrokken zijn:

  • ICTU bouwt dit nieuwe systeem dat in verschillende releases tot stand komt,

  • de in beheername en operationalisering ligt bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO),

  • KING helpt zoals aangegeven gemeenten bij de aansluiting op het LRK,

  • gemeenten moeten het LRK op de juiste wijze vullen,

  • de Belastingdienst wordt als gebruiker van alle gegevens gelijktijdig op het systeem aangesloten, en

  • op langere termijn zullen alle GGD’en via de module «Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte» eveneens gebruik maken van het LRK.

Dit traject kent vanzelfsprekend de benodigde maatregelen om fouten in, en uitval van, het systeem te voorkomen. Problemen zijn bij een dergelijk complex ICT-traject nooit geheel uit te sluiten. Ik heb met de ICTU en de DUO afspraken gemaakt hoe om te gaan met problemen in de werking van het systeem in de zin van tijdig herstel, eventuele terugvalopties en communicatie met de gebruikers.

4. Herzien van de diplomalijst

Uw Kamer heeft in een motie gevraagd de diplomalijst voor gastouders te herzien. Mijn voorganger heeft de branchepartijen kinderopvang hiervoor gevraagd een voorstel te doen voor aanpassing van de lijst. Branchepartijen hebben voorgesteld om een gelijkstellingscommissie in te stellen, te vergelijken met de gelijkstellingscommissie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Bij deze commissie kan een verzoek worden ingediend om een diploma dat niet op de lijst staat, gelijk te stellen aan de diploma’s die geldig zijn om gastouderopvang te mogen verzorgen. Ik ben van plan om hier positief op te reageren. Momenteel wordt gezamenlijk onderzocht hoe deze voorziening het beste geïmplementeerd en juridisch verankerd kan worden.

5. Tot slot: toezicht volop in gang

Gemeenten en GGD’en zijn volop gestart met toezicht en handhaving. De afspraken uit de brief van 16 augustus jl. over prioritering in het toezicht gelden hier. Over de voortgang in de werkprocessen bij de GGD’en en gemeenten zal ik u verder informeren in de brief die u begin 2011 van mij krijgt.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp