Ontvangen 2 februari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, komt artikel 685a te luiden:
1. Indien de rechter een vergoeding ten laste van de werkgever toekent baseert de rechter deze vergoeding op de vermenigvuldiging van het aantal gewogen dienstjaren, met de ontvangen beloning per maand, en met een correctiefactor die de omstandigheden van het geval tot uitdrukking brengt. De toegekende vergoeding mag, ongeacht anders luidende afspraken tussen partijen, niet meer bedragen dan een bedrag gelijk aan het jaarsalaris van de werknemer indien het jaarsalaris gelijk is aan of hoger dan € 75 000, tenzij dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
2. Onder gewogen dienstjaren als bedoeld in lid 1 wordt verstaan: de dienstjaren afgerond op hele jaren, waarbij de dienstjaren voor het veertigste jaar tellen voor één, de dienstjaren van het veertigste tot het vijftigste levensjaar tellen voor anderhalf, de dienstjaren vanaf het vijftigste levensjaar tellen voor twee.
3. Onder het jaarsalaris, bedoeld in lid 1, wordt verstaan: het bruto loon van de werknemer, met inbegrip van vaste en overeengekomen looncomponenten, in de periode van 12 maanden voorafgaande aan de maand waarin het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is ingediend. Onder het jaarsalaris, bedoeld in lid 1, worden niet begrepen: incidentele en niet overeengekomen looncomponenten, het werkgeversaandeel in de pensioenpremie en de werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet, de door de werkgever beschikbaar gestelde auto en onkostenvergoedingen. De ontvangen beloning per maand, bedoeld in lid 1, bedraagt een twaalfde deel van het jaarsalaris.
4. De correctiefactor, bedoeld in lid 1, is:
a. gelijk aan 1, indien de ontbinding geheel in de risicosfeer van de werkgever ligt en er geen sprake is van enige verwijtbaarheid;
b. gelijk aan 0, indien de ontbinding geheel in de risicosfeer van de werknemer ligt en er geen sprake is van enige verwijtbaarheid;
c. hoger of lager dan 1 of hoger dan 0, indien er sprake is van verwijtbaarheid van de zijde van de werkgever of de werknemer, dan wel over en weer, of bijzondere omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.
5. In afwijking van lid 3 wordt een looncomponent die volgens dat lid is uitgesloten wel voor de bepaling van de hoogte van het jaarsalaris meegenomen, indien de rechter die component betrekt bij de berekening van de hoogte van de vergoeding.
6. Het bedrag, bedoeld in lid 1, wordt telkens met ingang van 1 januari door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gewijzigd overeenkomstig de ontwikkeling van de contractlonen zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen, in het voorafgaande jaar is geraamd. Het bedrag wordt daarbij afgerond op het naaste veelvoud van €1000,- . Het gewijzigde bedrag is uitsluitend van toepassing op verzoekschriften tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst die op of na de datum van herziening zijn ingediend.
Dit amendement bewerkstelligt dat de kantonrechtersformule, zoals die luidde voor 1 januari 2009, wordt vastgelegd in de wet.
Terwijl het politieke debat over het ontslagrecht nog volop gevoerd werd hebben de kantonrechters met ingang van 1 januari 2009 de kantonrechterformules aangepast. Volgens gegevens van de Algemene Werkgeversvereniging Nederland leidt toepassing van de nieuwe formule voor werknemers onder de 34 jaar met een dienstverband van 2 tot 18 jaar tot een halvering van de ontslagvergoeding. Slechts voor zes combinaties van leeftijd en dienstjaren blijft de ontslagvergoeding op het oude niveau. Voor de overige 194 combinaties gaat het om forse verlagingen.
Door in de wet de oude kantonrechters formule, ongewijzigd, op te nemen stelt de politiek de normen voor de ontslagvergoedingen en kan de rechter via de correctiefactor voor de verwijtbaarheid van het ontslag de hoogte van de ontslagvergoeding aanpassen.
Ulenbelt