Vastgesteld 30 januari 2012
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 22 december 2011 overleg gevoerd met staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:
– de brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 16 december 2011 houdende de Stand-van-zakenbrief over de Stichting Zonnehuizen (31 839, nr. 165).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Smeets
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Teunissen
Voorzitter: Smeets
Griffier: Sjerp
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Bouwmeester, Bruins Slot, Van der Burg, Dibi, Dille, Leijten en Smeets,
en staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.
De voorzitter: Ik open dit algemeen overleg van de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op de agenda staat de Stichting Zonnehuizen. Ik heet de staatssecretaris, de haar vergezellende ambtenaren, het publiek op de publieke tribune en de geachte afgevaardigden van harte welkom. Het is een kort algemeen overleg met spreektijden van twee minuten. Ik wil graag snel beginnen omdat in de plenaire zaal aan het begin van de avond onderwerpen aan de orde zijn die onze commissie betreffen.
Mevrouw Leijten (SP): Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Ik heb mij ingesteld op drie minuten spreektijd, de spreektijd die staat voor een dertigledendebat. Is het mogelijk om de spreektijden vast te stellen op tweeënhalve minuut?
De voorzitter: Dat is niet haalbaar binnen de tijd. Ik geef nu het woord aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP): Voorzitter. Vier dagen voordat het kerst is horen dat je salaris niet of maar gedeeltelijk wordt uitbetaald, is schandalig. Het feit dat mensen daarover niet op een fatsoenlijke manier geïnformeerd zijn, bijvoorbeeld via de cliëntenraad of de ondernemingsraad, maar dat zij het moesten lezen op internet is nog kwalijker. Heeft de staatssecretaris nog steeds het vertrouwen dat zij eerder uitsprak in de interimbestuurders bij de Stichting Zonnehuizen? Wat vindt zij van deze handelwijze? Hoe wil de staatssecretaris uitvoering geven aan de motie over de kwaliteit en de continuïteit van de zorg die is aangenomen door de Kamer, waar zij pal voor stond, als het personeel wellicht tussen kerst en oud en nieuw te horen krijgt dat de boedel failliet is? Hoe kan zij de continuïteit en de kwaliteit van zorg garanderen als medewerkers niet betaald worden? Gaat zij zelf zorgen voor deze 2000 mensen, kinderen en volwassenen, die wonen op kleine locaties? Hoe wil zij ervoor zorg dragen dat mensen op kleine locaties kunnen blijven wonen? Of accepteert zij gedwongen verhuizing als dat nodig is?
Wij hebben vandaag te maken met een testcase. Dit kabinet heeft aangekondigd dat failliete organisaties niet gered zullen worden. Maar de vraag is natuurlijk hoe de continuïteit in de zorg wordt gewaarborgd. De staatssecretaris kent plan B niet. De ondernemingsraad kent plan B niet. De cliëntenraad kent plan B niet. Hoe kan de staatssecretaris dan zeggen dat de cliëntenraad en de ondernemingsraad optimaal en transparant mee kunnen praten? Als de staatssecretaris vindt dat zorginstellingen bakkerijtjes zijn die je zomaar kunt overnemen en verhandelen op de markt, dan is toch wel de eerste veronderstelling dat het bidbook dat is uitgeschreven openbaar moet zijn. Ik heb twee vragen aan de staatssecretaris. Garandeert de staatssecretaris de mensen hun salaris en zorgt zij voor continuïteit? Is zij bereid om het proces van overname en verkoop van de Stichting Zonnehuizen dat nu gaande is helemaal openbaar te laten verlopen?
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Voorzitter. Vanwege de tijd sluit ik mij geheel aan bij de vragen van de SP-fractie. De PvdA-fractie vindt het heel triest dat medewerkers, maar ook patiënten, de dupe zijn van falend bestuur en falend toezicht bij Zonnehuizen. Er is een vernietigend inspectierapport gekomen. Het enige dat wel deugde volgens de inspectie was de luxe ingerichte bestuurskamer. Dat gaat toch alle schaamte voorbij, want je zult er maar werken als hardwerkend personeelslid. Het zijn niet de meest eenvoudige gevallen die daar verblijven.
Klopt het dat er sprake is van een gecontroleerde overname en dat die bijna rond is? Klopt het ook dat daarmee recht wordt gedaan aan de kwaliteit en continuïteit van zorg en dat recht wordt gedaan aan de filantropische inslag? Wij vinden het namelijk belangrijk dat aan dit laatste recht wordt gedaan, omdat dit te maken heeft met keuzevrijheid. Als de staatssecretaris dat niet kan garanderen, kan zij dan in ieder geval wel garanderen dat de zorg doorgaat, dat de kwaliteit gehandhaafd wordt en dat er geen vreemde dingen gebeuren tijdens het kerstreces van de Kamer? De rekening van dit falend bestuur en toezicht wordt namelijk keihard neergelegd bij het personeel, dat deels geen inkomen krijgt uitbetaald. Deels krijgt het personeel het volgend jaar, maar niet nu. Je zal maar een leuk vakantiehuisje geboekt hebben met je familie of je zal het geld maar nodig hebben rond de kerstdagen. Staatssecretaris, kunt u garanderen dat er een noodpotje is voor de mensen die echt in financiële nood komen?
Klopt het gerucht dat de oudste falende bestuurder Broekhuizen nog steeds op de loonlijst staat? Het zou een beetje gek zijn als het reguliere hardwerkende personeel geen geld krijgt en hij wel wordt uitbetaald.
Het laatste punt betreft de betrokkenheid van het personeel. Wil de staatssecretaris garanderen dat de ondernemingsraad en de cliëntenraad nauw betrokken worden bij de overnameplannen? Kan zij zich er actief voor inspannen om te zorgen dat het personeel zo snel mogelijk duidelijkheid krijgt voor de kerst?
Mevrouw Dille (PVV): Voorzitter. Het is duidelijk dat iedereen hier aanwezig het erover eens is dat de vorige raad van bestuur en raad van toezicht gigantisch gefaald hebben en dat daar stappen tegen ondernomen moeten worden. Wij zijn het er ook allemaal over eens dat het personeel van Zonnehuizen enorme waardering verdient. Ik heb zelf 25 jaar met deze doelgroep gewerkt en ik weet dat alleen mensen met een enorme motivatie, die er echt voor gaan, dit werk kunnen doen. Dat blijkt nu wel. Des te schrijnender is de huidige situatie, waarin niet volledige lonen worden uitbetaald juist in deze tijd voor kerstmis. Het zou gewoon niet moeten mogen. Ik wil wel eerlijk zeggen dat wij hier als Kamer weinig aan kunnen veranderen. Daar heb je vakbonden en andere partijen voor, hoe erg dat ook is. Dus ik wil geen valse verwachtingen wekken.
Ik hoop dat er goede waarborgen worden gesteld voor de overname. Ik vraag de staatssecretaris – en dat is de kernvraag – hoe zij kan garanderen dat de zorg gewaarborgd wordt. Dat is waar het uiteindelijk om draait. Die vraag wil ik graag beantwoord hebben, ook om de mensen die hier aanwezig zijn gerust te stellen. Veel meer kunnen we niet doen.
Mevrouw Leijten (SP): Ik bestrijd de uitspraak dat wij niets kunnen doen. De zorgkantoren hebben de bevoorschotting voor Zonnehuizen gestaakt. Daardoor is er nu een acuut financieel probleem. Wij zouden kunnen garanderen dat er in ieder geval bevoorschotting is voor de salarissen. Dan kunnen wij vandaag beslissen dat het personeel niet de dupe is van het staken van de bevoorschotting van Zonnehuizen.
Mevrouw Dille (PVV): Mevrouw Leijten weet net zo goed als ik dat de Kamer een taak heeft in het waarborgen van zorg. Als het faillissement rond is, heeft de Kamer de taak om een vangnet te maken waardoor de zorg gewaarborgd wordt. Veel meer kunnen wij niet doen. Dus ik blijf erbij dat ik geen valse verwachtingen wil wekken.
Mevrouw Leijten (SP): Zorgkantoren regelen de zorg namens de overheid in de regio's. Die hebben een eigenstandige positie en zij kunnen ervoor kiezen om bevoorschotting deels of geheel te staken. Zij kunnen ook opdracht krijgen om daarin wijzigingen aan te brengen. Mijn voorstel aan de staatssecretaris is om de zorgkantoren te vragen de bevoorschotting te garanderen voor het gedeelte dat de salarissen betreft. Want over één ding zijn wij het toch eens, namelijk dat het personeel niet de oorzaak is van de financiële problemen bij Zonnehuizen.
Mevrouw Dille (PVV): Met dat laatste kan ik het eens zijn en met de rest niet.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Aansluitend aan het punt van mevrouw Leijten heb ik een vraag aan mevrouw Dille, maar eigenlijk aan het kabinet. In het regeerakkoord is de harde keuze gemaakt dat instellingen failliet moeten kunnen gaan; dat is hun zelfreinigend vermogen en succes ermee. Dat is een heel harde keuze. Wij kunnen ook een andere keuze maken en ik vraag of de PVV die steunt. Wij zouden alles op alles kunnen zetten om ervoor te zorgen dat het personeel het gehele salaris voor de kerst krijgt om te voorkomen dat mensen straks geen geld hebben om te doen wat zij gepland hadden. Het personeel kan er namelijk niks aan doen. Steunt mevrouw Dille dat voorstel?
Mevrouw Dille (PVV): De collega van de PvdA weet dat ik dat voorstel niet kan steunen, omdat dit niet tot de taken van de Kamer behoort. Ik kan nu wel voor kerstman spelen, maar dat is oneerlijk tegenover de mensen die hier aanwezig zijn.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Wij kunnen het wel. Dat weet de PVV ook. Het is een politieke keuze om het niet te doen. Die keuze is gemaakt in het regeerakkoord. Wees dan ook stoer, CDA, PVV en VVD, en zeg vandaag dat je daarvoor kiest. Dat is eerlijkheid.
Mevrouw Dille (PVV): Ik heb hier eigenlijk niets aan toe te voegen. Ik denk dat ik eerlijk genoeg ben geweest.
De heer Dibi (GroenLinks): Mevrouw de voorzitter. Ik val in voor mijn collega Voortman die vandaag veel andere debatten heeft. Ik volg de zorgdebatten wel eens zijdelings en dan denk ik vaak: wat wordt er veel geschreeuwd en schande gesproken over de zorg; dat kan niet goed zijn voor de uitstraling en de beeldvorming van de zorg. Wat er aan de hand is bij de Stichting Zonnehuizen – ik heb een aantal medewerkers net gesproken op het Plein – vind ik schandalig. Ik ben niet van de afdeling «schandalig roepen», maar hier is falend bestuur de oorzaak van dit drama waar vervolgens professionals de dupe van worden. Ik ben het met mevrouw Dille eens dat de Kamer hier niet over gaat, maar de Kamer kan hier wel heel duidelijke opvattingen over hebben. De Kamer kan hierin richtinggevend zijn, leiderschap tonen en uitspreken welke uitgangspunten ten grondslag moeten liggen aan de oplossing.
Ik heb een aantal vragen. Kan de continuïteit van de zorg gewaarborgd blijven zonder de huidige professionals? Is de staatssecretaris het met mij eens dat je voor deze kwetsbare groep jongeren niet zomaar nieuw personeel kunt inhuren? Zij zijn immers gewend aan de gezichten die zij elke dag zien en als er opeens gezichten verdwijnen of nieuwe gezichten bijkomen, gaat dit ten koste van de kwaliteit van de zorg. Kan de staatssecretaris daarop ingaan? Kan de staatssecretaris zeggen of de Stichting Zonnehuizen echt failliet is, of er een overname komt door een nieuwe partner en of het personeel binnenkort te horen krijgt dat het ontslagen wordt? Ik heb namelijk net te horen gekregen dat bekend is dat een groot deel van het personeel ontslagen wordt. Kan de staatssecretaris daar opheldering over geven?
De staatssecretaris heeft in een brief aangegeven dat de overheid, als er na een faillissement van een bestaande instelling geen oplossing vanuit de markt komt, de continuïteit van delen van de zorg waarborgt door de oprichting van een tijdelijke aanbieder die deze zorg blijft leveren, een zogeheten vangnetstichting. Ik wil graag pleiten voor een dergelijke vangnetstichting, waarbij het uitgangspunt is dat de huidige medewerkers kunnen blijven werken.
Tot slot complimenteer ik de SP-fractie met het agenderen van dit punt.
Mevrouw Bruins Slot (CDA): Voorzitter. Met de kerstdagen voor de deur zijn er donkere dagen aangebroken voor het personeel van de Stichting Zonnehuizen. Mijn collega's hebben het ook al gezegd: het is pijnlijk om te horen dat mensen die zich dag in dag uit inzetten voor de zorg – en natuurlijk ook de patiënten zelf – nu in zo'n situatie zijn gebracht. Niemand wenst deze onzekerheid toe aan het personeel, aan de kinderen en de ouders. Zoals wij hier bij elkaar zitten, verschillen wij daar niet over van mening. De cliëntenraad en de ondernemingsraad zijn nu heel erg belangrijk, maar het is de vraag of zij wel voldoende bij de organisatie betrokken zijn. Het CDA hoort daar de nodige geluiden over. Het is in ieder geval goed dat de staatssecretaris heeft aangegeven dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg de cliëntenraad en de ondernemingsraad wel bij haar intensieve toezicht moet betrekken.
In haar brief geeft de staatssecretaris aan dat de inspectie zal ingrijpen wanneer het nodig is. Kan de staatssecretaris meedelen wat dit ingrijpen inhoudt? Verder vragen wij de staatssecretaris of er voldoende aandacht voor de volwassenenzorg is in plan B. Wij hebben het de afgelopen tijd heel erg over de zorg voor de kinderen gehad, maar het is de vraag of de volwassenenzorg voldoende tot uiting komt in plan B. De zorg bij Zonnehuizen is breder dan alleen de zorg voor kinderen.
Veel ouders en werknemers leven in onzekerheid. Uiteindelijk zal de instelling zekerheid moeten bieden. De staatssecretaris heeft zich garant gesteld voor de continuïteit en de kwaliteit van zorg. Ik hoor echter veel geluiden dat er binnen de organisatie heel slecht met de medewerkers wordt gecommuniceerd. Ik doe de brede oproep, die hopelijk ook gehoord wordt door de bestuurders, om die communicatie op orde te krijgen. Dat kan de onzekerheid voor veel mensen verkleinen.
Mevrouw Leijten (SP): Ik wil ook mevrouw Bruins Slot voorstellen om de staatssecretaris te vragen, erop in te zetten dat de zorgkantoren het deel dat voor de personeelssalarissen nodig is wel te bevoorschotten. Op die manier kunnen wij ervoor zorgen dat het personeel van de Zonnehuizen nu niet gedupeerd wordt. Bij faillissement is het personeel sowieso de dupe, want dan is het achtergesteld op banken met hypotheken en noem het allemaal maar op. Nu staat de stichting onder curatele en is er nog voortgang. Dan zou men toch de personeelssalarissen moeten kunnen vrijgeven uit de bevoorschotting.
Mevrouw Bruins Slot (CDA): Toen mevrouw Leijten dit debat aanvroeg, was er inderdaad sprake van dat het personeel een deel van het salaris zou krijgen en een ander deel niet. Ik heb inmiddels begrepen dat het personeel te horen heeft gekregen dat de rest van het salaris in de eerste twee weken van januari wel komt. Wat het voorstel van mevrouw Leijten betreft om het salaris in één keer uit te keren, moet ik zeggen dat de Kamer daar niet over gaat. Wel is het goed om te merken dat we nadat mevrouw Leijten het debat had aangevraagd, meer zekerheid hebben gekregen over de salarissen.
Mevrouw Leijten (SP): Sorry hoor, er wordt gewoon een cao-afspraak geschonden als je een deel van het salaris waar mensen op rekenen niet uitbetaalt. We kunnen ervoor zorgen dat het niet doorgeschoven wordt naar januari en dat het in deze maand betaald wordt. De staatssecretaris kan gewoon aan deze knop draaien, zonder dat er wordt afgeweken van het nieuwe beleid om instellingen failliet te laten gaan. Het kan, want de zorg wordt geleverd. Dus je kunt een deel van de bevoorschotting laten geven door de zorgkantoren om die salarissen te betalen. Het is gewoon een reële optie. Waarom wil het CDA daar niet over nadenken?
Mevrouw Bruins Slot (CDA): Hoe sympathiek het voorstel van mevrouw Leijten ook is, het is de vraag of het een reële optie is. Laten we die vraag bij de staatssecretaris neerleggen en laten we vooral vooropstellen dat een bestuurder in eerste instantie heeft gezegd dat de werkgever het loon volledig uitbetaalt. Op dit moment lijkt het mij een zaak voor werkgever en werknemer. Zij moeten die discussie voeren. Daarom moet de ondernemingsraad hier veel meer bij betrokken worden. Het is goed dat de staatssecretaris dit ziet en nu moeten de bestuurders er mee aan de slag.
De heer Dibi (GroenLinks): Kan de continuïteit van de zorg gewaarborgd blijven als deze mensen ontslagen worden? Hoe kijkt het CDA aan tegen een vangnetstichting die tijdelijk zorgt voor een oplossing totdat de markt een structurele oplossing voor elkaar bokst?
Mevrouw Bruins Slot (CDA): Op dit moment is er inderdaad wel sprake van dat de salarissen later worden uitbetaald, maar er is niet, zoals de heer Dibi zegt, direct sprake van gedwongen ontslagen. Wat de vangnetstichting betreft is het de vraag wat de heer Dibi precies bedoelt. Wat zijn de effecten van een dergelijke stichting? De staatssecretaris gaat over de continuïteit van zorg en niet zozeer over de continuïteit van stenen. Daar lopen wij ook bij dit debat tegenaan. Dat maakt het lastig.
De heer Dibi (GroenLinks): Ik heb niets over de salarissen gezegd. Dat is een tijdelijk probleem en ik hoop dat het snel wordt opgelost. Ik heb begrepen dat het opgelost zal worden. Ik heb gevraagd of de continuïteit van de zorg gewaarborgd blijft als deze professionals worden ontslagen in de toekomst. Het kabinet heeft bij brief van 27 april 2011 zelf het voorstel gedaan voor een vangnetstichting. Als er geen oplossing vanuit de markt komt, moet de overheid voor een oplossing zorgen. Kunnen we met zo'n vangnetstichting de onzekerheid die nu bestaat tijdelijk wegnemen?
Mevrouw Bruins Slot (CDA): Laten we bij het begin beginnen. Het is natuurlijk vreselijk dat de oude bestuurders de situatie zo ontzettend uit de hand hebben laten lopen. Het is ook vreselijk dat personeel, kinderen en ouders daar nu de dupe van worden. In de brief van de staatssecretaris over de continuïteit van het waarborgen van zorg wordt gesproken over een vangnetstichting die in werking komt op het moment dat blijkt dat er a. een faillissement is en b. dat bepaalde garanties er niet zijn voor de kwaliteit van de zorg die geboden wordt. Hoe die stap precies genomen wordt, is afhankelijk van wat er nu gebeurt. Nu zitten wij niet in die situatie. De staatssecretaris heeft gezegd dat, op het moment dat het wel zo is, de inspectie verscherpt toezicht zal houden. Maar in die situatie zitten wij nog niet.
Mevrouw Van der Burg (VVD): Voorzitter. Wij zijn het er allen over eens dat het een rotsituatie is, in het bijzonder omdat de kerst voor de deur staat. Dat geldt voor ouders, cliënten maar ook voor werknemers. Wij weten ook dat deze mensen zich met hart en ziel inzetten voor hun cliënten en dat zij dat de afgelopen periode ook hebben gedaan. Dat blijkt uit alle rapportages en de berichten die ik heb gekregen. Dat valt alleen maar ontzettend te waarderen.
De andere kant is dat wij hier in de Tweede Kamer gaan over de basiszorg voor en de veiligheid van de kinderen. Die zorg moet de staatssecretaris borgen. Daar hebben wij het in het vorige debat ook over gehad. Dat debat ligt alweer een aantal weken achter ons. Is die zorg ook in de huidige situatie geborgd en is die ook de volgende week nog geborgd?
Wij gaan niet over de salarisbetalingen aan het personeel. Het is natuurlijk heel zuur. Ik heb net als mevrouw Bruins Slot gehoord dat er wel een garantie is dat de salarissen in januari worden uitbetaald. Dat heeft te maken met het invullen van formulieren bij het UWV. Je moet eerst een formulier invullen, waarna er achtervang is. Is het mogelijk om die procedure te versnellen? Het UWV staat voor een bepaald deel van het salaris garant. Ik zie de staatssecretaris gebaren.
De voorzitter: Het is niet de bedoeling om non-verbaal op elkaar te reageren.
Mevrouw Van der Burg (VVD): Ik leg de vraag of er op die manier nog iets mogelijk is graag bij de staatssecretaris neer.
Verder wil ik graag ingaan op de informatievoorziening aan de mensen. In een dergelijke situatie is het ontzettend belangrijk dat gecommuniceerd wordt wat er gebeurt in de organisatie. Dat geldt wellicht niet voor het bidbook, uit concurrentieoverwegingen, maar de mensen kunnen wel geïnformeerd worden over de situatie. De cliëntenraad, de ondernemingsraad en de vakbonden moeten goed geïnformeerd zijn, omdat zij de belangen van de werknemers in dezen moeten vertegenwoordigen. Rest mij om te zeggen dat ik iedereen in deze situatie heel veel sterkte toewens.
Mevrouw Leijten (SP): Ik heb al een suggestie gedaan aan CDA en PVV, wat gewoon kan, ook binnen het huidige beleid. Maar daar zal ik mij niet meer aan branden. Ik heb nu een vraag over de verkoop. De VVD is een partij van de markt. Zorginstellingen zijn bakkerijen geworden die je gewoon kunt verkopen. Vindt de VVD dan ook niet dat je, als je dan toch die failliete boedel wilt verkopen, een bord «te koop» in de tuin zou moeten hameren met het prijskaartje erbij? Er is nu helemaal niets bekend over het bidbook en ook niets over plan B. Is dat niet tegen de marktregels waar de VVD zo voor is?
Mevrouw Van der Burg (VVD): Ik heb hier al gepleit voor maximale transparantie. Dus als dat kan, heel graag, maar ik kan mij ook voorstellen dat niet alles in openbaarheid kan omdat het niet in het belang is van de overname. Soms wordt de ondernemingsraad dan wel vertrouwelijk geïnformeerd. Ik ben benieuwd of dat in dit geval is gebeurd en hoe het staat met die eventuele overname, want daar hoor ik verschillende signalen over.
Mevrouw Leijten (SP): Ik vind het heel gek dat hier wordt gesproken van een overname. Wij weten allemaal dat er een bidbook is, waarin de verkoop wordt gedaan, waarin staat dat het vastgoed op een bepaalde manier wordt gewaardeerd. Dus er is een verkoopboek – laten we het bidbook maar zo noemen – en dat is niet openbaar. Vindt mevrouw Van der Burg van de marktpartij van dit land, dat nu echt goed volgens de concurrentieregels? Zo kan toch niet een derde partij zeggen: hé, dan koop ik de boel op.
Mevrouw Van der Burg (VVD): De transparantie moet optimaal zijn, zodat iedereen kan bieden. Ik denk alleen niet dat er veel partijen staan te springen om dit over te nemen. Mevrouw Leijten weet ook dat er een tekort is van tientallen miljoenen. Ik hoop dat de situatie zich zo ontwikkelt dat er een goede overname komt door een partij die de zorg kan garanderen. Daar gaat het uiteindelijk om en het gaat ook om de medewerkers. Ik ben het met degenen eens die zeggen dat wisseling van het personeel niet altijd in het belang van de cliënten is. De andere kant van het verhaal is dat wij dat niet kunnen garanderen.
De heer Dibi (GroenLinks): Het antwoord bevreemdt mij van deze marktpartij. Als je het volgens de regels van de markt wilt laten gaan, moet er ook maximale transparantie zijn. Maar ik heb een andere vraag. Als de oplossing niet van de markt komt, is een vangnetstichting dan een tijdelijke oplossing voor de VVD?
Mevrouw Van der Burg (VVD): Volgens mij is dat een van de scenario's, zoals mijn collega Bruins Slot keurig heeft uitgelegd. Als er een faillissement komt en er is geen marktpartij bereid tot overname, dan zou de volgende stap zo'n vangnetconstructie zijn. Volgens mij is dat ook de volgorde.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Via twitter werd mij duidelijk dat ik de Stichting Zonnehuizen net een «filantropische instelling» heb genoemd. Ik bedoelde natuurlijk een «antroposofische instelling». Dus ik bied mijn excuses hiervoor aan. Ik heb het in de haast verkeerd uitgesproken, maar ik weet heel goed dat de Stichting Zonnehuizen een antroposofische instelling is. In het kader van de keuzevrijheid vinden wij het belangrijk om daar ruimte voor te behouden.
De voorzitter: Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de eerste termijn van de Kamer en zijn wij toegekomen aan het antwoord van de staatssecretaris. Met het oog op de tijd is er geen ruimte voor interrupties. Na het antwoord van de staatssecretaris wordt bekeken of er vragen zijn blijven liggen en of er ruimte is voor een tweede termijn.
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: Voorzitter. Ik begrijp heel goed hoe vreselijk het is voor mensen om in een instelling te werken waar dit gebeurt. Ik moet echter helderheid bieden. In mijn rol kan ik erop toezien dat dingen volgens de vereiste, zeer zorgvuldige procedures gaan, maar ons beleid is om niet te interveniëren in een faillissement. Een eerder kabinet heeft dit bij een andere instelling wel gedaan, maar dat heeft uiteindelijk tot drama's geleid. Ik begrijp heel goed dat medewerkers van wie ook nog gevraagd wordt om goed voor de cliënten te blijven zorgen, helemaal geen troost vinden in zo'n beleidsmatige opmerking. Dat is sneu en dat spijt me. Ik zal proberen, uit te leggen wat de stand van zaken is en op welke punten ik wel wat kan doen. Waar ik iets kan doen, doe ik dat natuurlijk ook.
Mijn laatste informatie is dat er nog steeds sprake is van een surseance van betaling. Die kan resulteren in een faillissement, maar dat hoeft niet. Mevrouw Van der Burg verwees naar het UWV. Die instelling komt pas in beeld bij een faillissement. De opmerking in de brief van de bestuurder verbaast mij. Het is belangrijk om nu aan te geven dat nog een aantal stappen gezet zal worden. Aan de hand van de gestelde vragen licht ik dit toe.
Uit alle bronnen heb ik vernomen dat er geen enkele reden is om te twijfelen aan de inzet van de bestuurder, met name ten aanzien van de plannen voor de kwaliteit van de zorg. Ik heb een aantal instrumenten om op dat punt te sonderen. Eén daarvan is de inspectie. De inspectie houdt intensief toezicht. Momenteel komt zij er bijna iedere dag. De inspectie is in gesprek met de ondernemingsraad en met de cliëntenraad en op die wijze hebben wij een lijn om de vinger aan de pols te houden. Dit geldt voor de kwaliteit van de zorg aan jonge cliënten, maar ook voor de zorg aan volwassen cliënten. Ik denk dat wij het er allemaal over eens zijn dat wij daartoe een enorm beroep doen op de kwaliteit van de medewerkers. Er wordt nu van hen gevraagd om hun eigen onzekerheid en boosheid – die ik mij heel goed kan voorstellen – ondergeschikt te maken aan hun toegewijde zorg voor de cliënten. Dat verdient een enorm respect.
Wat kunnen wij voor de medewerkers doen? Er is een aantal keren om een vangnetconstructie gevraagd. Een dergelijke constructie is nodig om de kwaliteit van de zorg te garanderen als bij een faillissement een noodtoestand ontstaat. Tot nu toe is er nog sprake van een surseance van betaling. Als het onverhoopt tot een faillissement komt, staan er verschillende plannen klaar. Er wordt steeds over plan B gesproken. Volgens mijn informatie is er een aantal zeer deugdelijke scenario's. Eén van die scenario's kan een verkoop zijn, zo zeg ik tegen mevrouw Leijten. Voor verkoop is het van groot belang dat er onderhandeld kan worden. De gegevens in verband met de verkoop moeten confidentieel zijn. Als je de financiële situatie van deze organisatie openbaar maakt, komt bedrijfsgevoelige informatie op straat te liggen en daarmee verklein je de kans voor Zonnehuizen om hier goed uit te komen. Dat is een belangrijke reden om het proces stap voor stap zijn eigen weg te laten gaan. Daarbij kan alleen een vangnetconstructie in gang gezet worden, wanneer plan B of eventueel plan C de continuïteit in gevaar brengt. Ik noem de betrokken organisatie maar niet, maar enkele jaren geleden was er een heel groot gevaar voor de kwaliteit van de zorg. Er moest toen ingegrepen worden en daarvoor is de vangnetconstructie gebruikt. Zoals gezegd, de inspectie komt bijna dagelijks bij Zonnehuizen. De continuïteit en de kwaliteit van de zorg zijn niet in gevaar. Voor de cliënten, volwassenen en kinderen, is er de rust dat alle betrokkenen zich inspannen om een constructie te vinden. Wij houden op dat punt druk op de bestuurder, de raad van toezicht, de bankiers en het zorgkantoor. Ver weg van cliënten en medewerkers, op een hoger niveau, wordt gezocht naar een oplossing – zo heb ik van het zorgkantoor begrepen – waarbij er zo veel mogelijk getracht wordt om de medewerkers die met cliënten werken absolute voorrang te geven bij het vermijden van ontslag.
Er is naar de stand van zaken gevraagd, waarbij ook aandacht werd besteed aan het gerucht of wellicht de roddel dat het faillissement al is aangekondigd. Officieel is mij gemeld dat er nog steeds sprake is van een surseance van betaling. Wij moeten vandaag met elkaar spreken op basis van stevige informatie. De huidige bewindvoerder is op alle mogelijke manieren bezig om rust te brengen. Blijkbaar lukt dat niet altijd. De brief zie ik als een communicatieongeluk. Ik zeg tegen mevrouw Bruins Slot dat je niet voorzichtig en transparant genoeg kunt zijn. Je moet zo goed mogelijk en zo laag mogelijk in de organisatie met de medewerkers overleggen. Je moet oog in oog met de medewerkers zitten om ervoor te zorgen dat de emoties geabsorbeerd kunnen worden. Hierbij is het vertrouwen met nadruk aan de orde. De bestuurder heeft dat nu ook gehoord.
Wanneer er sprake is van een faillissement wordt eerst de noodzakelijke zorg gegarandeerd. Het is reëel om te verwachten dat alle betrokkenen alles zullen doen om ervoor te zorgen dat de gebruikelijke zorg geleverd blijft worden. Iedere inhoudelijke verandering heeft een enorm effect op betrokkenen. Het gaat niet om een bakkerij. Dat woord ik heb ik overigens niet gebruik in dit kader. Het gaat om zeer kwetsbare mensen.
Ik zeg tegen de heer Dibi dat het juist in zorgrelaties heel belangrijk is dat de eigen medewerkers zo veel mogelijk op hun eigen plek kunnen blijven werken. Dat heeft voorrang bij de maatregelen die op dit moment genomen worden.
Mevrouw Bouwmeester vroeg of het waar was dat een oud-bestuurder nog steeds op de loonlijst staat. Dat is mij niet bekend. Dat zal uitgezocht worden. Het jaarverslag zal op dat punt duidelijkheid bieden. Mocht het waar zijn, dan kan ik mij de irritatie daarover zeer goed voorstellen.
De vraag van mevrouw Dille hoe ik de zorg wil waarborgen, heb ik zojuist beantwoord. De beschikbare instrumenten heb ik daar maximaal voor ingezet. Ik heb gewezen op de toezegging van het zorgkantoor om de medewerkers die met cliënten werken zo veel mogelijk in alle rust hun werk te laten doen.
Wanneer moet de IGZ ingrijpen? Gelukkig hoeft de IGZ dat niet te doen. Zij richt zich op het primaire proces. Er wordt met betrokkenen gesproken om na te gaan of de onrust bij de medewerkers haar weerslag heeft op de betrokkenheid en op de motivatie. Men is wellicht geneigd om een andere baan te gaan zoeken. Op dit moment spelen er veel emoties. Mede om die reden komt de inspectie zo vaak bij de instelling. Ik hoop dat de mensen zich gesteund voelen. Het streven is om in de top een transitie te bewerkstelligen met nieuwe mensen zodat de mensen op de werkvloer zo veel mogelijk met hun werk door kunnen blijven gaan. Dat is het scenario dat wij voor ogen hebben.
Ik meen hiermee de vragen te hebben beantwoord.
De voorzitter: De leden hebben één minuut om te reageren op het antwoord van de staatssecretaris.
Mevrouw Leijten (SP): Dames en heren, zo werkt dus de democratie.
De voorzitter: Wilt u via de voorzitter spreken?
Mevrouw Leijten (SP): De staatssecretaris heeft duidelijk aangegeven dat zij de continuïteit van zorg zal waarborgen. Ik heb haar gevraagd of zij zelf de zorg op zich neemt, maar op die vraag heb ik geen antwoord op gekregen. Ik heb het voorstel gedaan om de bevoorschotting via de zorgkantoren vrij te geven voor het salaris van het personeel. Als de staatssecretaris dat doet, dan laten wij het personeel niet de dupe worden en is geen sprake van gratis medelijden.
Dan het verkoopproces. Dit kabinet zegt: het is prima als zorginstellingen failliet gaan. Daar wordt gewoon op aangekoerst. De geruchten zijn hard. De vakbond zegt ook dat het al is aangekondigd. Bij een faillissement moet er een bord «te koop» in de tuin komen en moeten ook anderen een kans krijgen om de boel over te nemen en niet alleen een bieder die op hoog niveau zonder het personeel en zonder de cliëntenraad iets bekokstooft. Misschien willen het personeel en de cliënten het wel zelf doen. Daartoe is geen mogelijkheid als een overname alleen maar op hoog niveau in ivoren torens wordt bekokstoofd. Ik wil graag dat de staatssecretaris garandeert dat bij een faillissement cliënten, personeel en anderen dan de heer Winter een uitgebreide kans krijgen om Zonnehuizen over te nemen.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar toezegging dat de continuïteit en de kwaliteit van zorg geborgd worden. Ik ben wel een beetje verbaasd dat de staatssecretaris doet alsof het daar een oord van rust, orde en regelmaat is. Dat is natuurlijk absoluut niet het geval.
Mijn vraag over de noodvoorziening voor het inkomen van het personeel is blijven liggen. Het personeel heeft er gedurende het hele jaar op gerekend om in december een bepaald bedrag te krijgen. Wellicht hebben mensen een vakantie geboekt of willen zij iets speciaals doen met gezin, familie of vrienden. Het zou verschrikkelijk zijn als deze mensen in de problemen komen, zeker omdat de problemen zijn veroorzaakt door een falend bestuur en het falend toezicht. Is er noodvoorziening voor personeel dat voor kerst in de problemen komt? Het salaris had eigenlijk gisteren uitbetaald moeten worden.
Mevrouw Dille (PVV): Voorzitter. Eigenlijk heb ik maar één vraag. Mocht het faillissement toch onvermijdelijk zijn, wil de staatssecretaris er dan op toezien dat er duidelijk met alle betrokkenen wordt gecommuniceerd over de wijze waarop de vangnetconstructie er in de praktijk uitziet, dus met het personeel, de ondernemingsraad en de cliëntenraad? Ik denk dat daar wel behoefte aan is.
De heer Dibi (GroenLinks): Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. Ik heb het gevoel dat de zorg die in de Kamer en bij de medewerkers leeft, zeker ook bij haar leeft. Hoe dramatische de situatie ook is, de focus van GroenLinks ligt op het waarborgen van de continuïteit van zorg. Dat wil zeggen: met de huidige professionals. Dat hoorde ik de staatssecretaris ook zeggen.
De staatssecretaris moet voorbereid zijn op alle scenario's, dus zeker ook op de vangnetconstructie. Volgens mij is zij dat ook. Is zij bereid om op zeer korte termijn bij de instelling op bezoek te gaan om de zorgen van de Kamer en mogelijke oplossingen kenbaar te maken aan de medewerkers? Het is belangrijk dat zij ieder geval onze betrokkenheid daar toont.
Mevrouw Bruins Slot (CDA): Voorzitter. Het is goed dat de staatssecretaris aangaf dat de mensen op de werkvloer en de kinderen centraal staan. De bestuurders daarboven moeten er uiteindelijk voor zorgen dat medewerkers zo veel mogelijk op hun eigen plek kunnen blijven werken. Ik heb de staatssecretaris daar een aantal dingen over horen zeggen. Zij heeft zich ervan vergewist dat er een aantal deugdelijke scenario's ligt. Het zorgkantoor heeft van VWS te horen gekregen dat het zich vooral moet richten op de medewerkers die nu met de handen aan het bed staan. Ook na dit debat kan ik mij heel goed indenken dat de onzekerheden zeer groot blijven, ondanks de goede bedoelingen, ook van de staatssecretaris, om te doen wat men kan doen. Daar kunnen wij op dit moment niets aan veranderen. Ik kan alleen zeggen dat wij betrokken zullen blijven.
Mevrouw Van der Burg (VVD): Voorzitter. Ook ik dank de staatssecretaris. Ik heb haar horen zeggen dat de kwaliteit van de zorg op orde is en dat de veiligheid van de kinderen en de volwassenen geborgd is. De kwaliteit staat onder druk, maar is nog van het benodigde niveau. Ik heb haar ook horen zeggen dat de medewerkers die echt met de cliënten werken in de scenario's voorrang krijgen. Dat is heel belangrijk voor de kwaliteit van de zorg. Ik heb ook begrepen dat meerdere partijen een bid zullen doen.
Mevrouw Leijten (SP): Mag ik weten waar die informatie vandaan komt?
De voorzitter: De voorzitter bewaakt hier de orde en niemand anders. Mevrouw Van der Burg maakt rustig haar betoog af.
Mevrouw Van der Burg (VVD): Dank u, voorzitter. Ik heb de staatssecretaris horen zeggen dat er meerdere scenario's zijn. Ik neem aan dat er dan meerdere mogelijkheden zijn. Als er maar een partij is, dan hoor ik dat graag alsnog.
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: Voorzitter. Mevrouw Leijten vroeg of ik de zorg zelf op mij zou nemen. Op het terrein van deze specifieke zorg ben ik niet deskundig. Laat ik vooral doen waar ik voor ben en dat is in ieder geval ervoor zorgen dat iedereen op zijn eigen plek zo goed mogelijk zijn werk kan doen.
Mevrouw Leijten weet ook dat de door haar voorgestelde constructie voor uitbetalen van de salarissen met zich brengt dat ik als bankier optreed. Om die reden is dat niet mogelijk. Zij mag ervan uitgaan dat ik er bij plan B en C op zal toezien dat de zorg en het primaire proces door kunnen gaan.
Het is natuurlijk niet allemaal pais en vree op de werkvloer. De mensen werken zich drie slagen in de rondte en kunnen 's nachts niet slapen van de zorgen. Dan is het zeer belangrijk dat de inspectie kan constateren dat de zorg niet in gevaar is. Ik bedoel dat als een extra compliment aan het personeel.
Alle kopers zijn welkom. Er is geen sprake van een onderhandse verkoop, maar de onderhandelingen verlopen via een bepaalde procedure. Op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken staat er wel een bord «te koop» in de tuin.
Ik heb gelezen dat de bestuurder heeft geregeld dat mensen die iets leuks hadden gepland dat nu niet door kan gaan zich tot een bepaald adres kunnen wenden.
Bij een faillissement moeten wij onmiddellijk de inspectie vragen om een soort een-op-eenrelatie met de instelling te onderhouden. Ik zal de mensen die daar bezig zijn niet voor de voeten lopen. Wel heb ik een brief die ik namens het personeel heb gekregen meteen beantwoord. Ik geef de betrokkenen even de tijd. Ik wil de boel niet in de war gooien. In januari wil ik daar op bezoek gaan. Kamerleden mogen ook op bezoek gaan. In de huidige situatie is echter de kans groot dat je de mensen nog verder van streek maakt en dat wil ik natuurlijk voorkomen. Ik hoop dat duidelijk is dat wij aandacht hebben voor het pleidooi van de cliënten en medewerkers.
Dit zijn de antwoorden op de vragen die ik had genoteerd.
De voorzitter: Zijn er nog onbeantwoorde vragen?
Mevrouw Van der Burg (VVD): Voorzitter. Zijn er meerdere scenario's?
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: Er zijn meerdere scenario's.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Wanneer is bekend of de oud-bestuurder die er een potje van heeft gemaakt nog op loonlijst staat? Als dat het geval is, gaat dat ten koste van het huidige personeel. Wat kan de staatssecretaris daaraan doen?
Mevrouw Leijten (SP): Ik heb verzocht om het bidbook openbaar te maken. Ik wil dat de mogelijkheid er is dat cliënten of personeel in een consortium de boel over kunnen nemen. Daar wordt over nagedacht, maar er wordt totaal geen informatie gegeven. Als de staatssecretaris blijft zeggen dat de gegevens geheim zijn, geeft zij die route geen kans. Dan is er helemaal geen sprake van een openbare verkoop.
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: De verkoop is openbaar. Ik weet niet welke feiten achter de aanname van mevrouw Leijten zitten. Ik ga niet over het bidbook. Ik mag hopen dat initiatieven van het personeel gehoord worden. Mijn informatiekanaal is de inspectie. Ik kan erin bemiddelen dat die geluiden gehoord worden en op de juiste plek terechtkomen. Alle mogelijke kopers zijn welkom, zoals ik heb gezegd. Ik hoor net dat er op dit moment acht partijen zijn. Ik moet eerlijk bekennen dat ik in het vuur van dit antwoord de overige vragen die waren blijven liggen, ben vergeten.
De voorzitter: Mevrouw Bouwmeester vroeg wanneer bekend is of de oud-bestuurder nog op de loonlijst staat.
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: Zo snel mogelijk. Ik ga een brief sturen om dat na te vragen.
Ik licht nog even toe waarom ik zo-even zo verbaasd was. Het UWV hoort bij een faillissement aan de orde te komen.
De voorzitter: Dames en heren. Ik vraag u allen, mee te werken aan een goed verloop van de vergadering. Ik vraag het publiek op de publieke tribune geen tekenen van goed- of afkeuring te geven. Ik snap dat het moeilijk is, maar dat zijn de regels in dit huis.
De heer Dibi (GroenLinks): Het UWV is al bij de zaak betrokken. Dan is er toch sprake van een faillissement?
Mevrouw Leijten (SP): Ik heb uitdrukkelijk gevraagd om het bidbook openbaar te maken. De cliëntenraad heeft daar ook uitdrukkelijk om gevraagd. De raad heeft zelfs een brief naar de staatssecretaris geschreven. Als de staatssecretaris vol blijft houden dat cliënten en het personeel toe kunnen treden tot de onderhandelingen over een eventuele overname, dan moet ik constateren dat dit onjuist is. In parlementaire zin is het niet netjes om de Kamer onjuist te informeren.
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: Als het UWV nu al bij de zaak betrokken is, is dat nieuw voor mij. Normaliter gebeurt dit op het moment dat het faillissement aan de orde is. Misschien is deze procedure, om welke reden dan ook, eerder in werking getreden. Dat betekent vooralsnog niet dat daarmee het faillissement ook realiteit is. Dat lijkt mij geen juiste conclusie. Maar zoals ik al zei, het verbaasde mij.
Ik heb persoonlijk geen brief over een bidbook gekregen. Dit is ook niet bekend bij de mensen aan mijn rechterzijde. Ik kan ervoor zorgen dat mijn inspectie de vinger aan de pols houdt bij de mensen van deze organisatie. Als zij het gevoel hebben dat er boven hun hoofd niet eerlijk wordt omgegaan met hun kansen als medebieder bij een eventuele verkoop, dan kan ik daar de vinger op leggen en ervoor zorgen dat die signalen gehoord worden. Ik ga zelf niet over het bidbook. Als de medewerkers het gevoel hebben dat zij geen kans krijgen om mee te doen, dan kan ik dat signaal overbrengen. Het is mij niet bekend dat er hierover een brief is gestuurd. Ik kan wel toezeggen dat wij het signaal doorgeven met het oog op de transparantie en de optimale mogelijkheden voor alle betrokkenen. Dat had in mijn reactie gestaan als ik hier een brief over had gekregen.
De voorzitter: Wij zijn gekomen aan het eind van dit algemeen overleg.
Mevrouw Leijten (SP): Ik wil graag een motie indienen over het bevoorschotten in verband met de salarissen. Er is overigens wel een brief door het ministerie gestuurd, maar die heeft de staatssecretaris wellicht niet gezien. De cliëntenraad heeft eerder aan de bel getrokken met de mededeling dat de raad niet betrokken wordt en geen inzage krijgt. Dat misverstand is dan bij dezen opgehelderd.
De voorzitter: Zo dadelijk is er een VAO, met mevrouw Leijten als eerste woordvoerder. Ik dank de staatssecretaris en haar ambtenaren, het publiek op publieke tribune en de geachte afgevaardigden.