31 833
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek in verband met de totstandbrenging van een inlenersaansprakelijkheid met betrekking tot de voldoening van het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID ULENBELT

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt «het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag» vervangen door: het toepasselijke minimumloon, het toepasselijke loon op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst en de toepasselijke minimumvakantiebijslag.

II

In artikel I wordt in artikel 692, eerste lid, de zinsnede «het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag, bedoeld in de artikelen 7 en 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag» vervangen door: het toepasselijke minimumloon dan wel het toepasselijke loon op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst en de toepasselijke minimumvakantiebijslag, bedoeld in de artikelen 7 en 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

Toelichting

Door dit amendement krijgt de uitzendkracht het recht om de inlener hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor uitbetaling van het CAO-loon indien een CAO van toepassing is. De beperking in het wetsvoorstel tot het kunnen verhalen van het minimumloon doet onrecht aan de positie van de uitzendkracht. De uitzendkracht moet het CAO-loon waar hij recht op heeft in voorkomende gevallen kunnen verhalen. CAO-lonen zijn door algemeen verbindend verklaring collectieve normen die in de rechtspraktijk goed hanteerbaar zijn.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift de zinsnede «het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag» vervangen door: het toepasselijke minimumloon, het toepasselijke loon op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst en de toepasselijke minimumvakantiebijslag.

Ulenbelt