Ontvangen 9 september 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden: Na artikel 10 worden ingevoegd artikel 10a en artikel 10b, luidende:.
2. Na artikel 10a wordt ingevoegd artikel 10b, luidende:
Artikel 10b. Tijdelijke beperking voor bevoegd gezag van zwakke en zeer zwakke scholen om nieuwe bekostigde scholen op te richten
Zolang een school onvoldoende leerresultaten als bedoeld in artikel 10a, tweede lid, heeft, kan van rechtswege geen aanvang worden genomen met de bekostiging als bedoeld in artikel 74 en 85, dan wel toepassing worden gegeven aan artikel 49 of 56 voor een andere school van dat bevoegd gezag.
Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden: Na artikel 23 worden ingevoegd artikel 23a1 en artikel 23a2, luidende:.
2. Na artikel 23a1 wordt ingevoegd artikel 23a2, luidende:
Artikel 23a2. Tijdelijke beperking voor bevoegd gezag van zwakke en zeer zwakke scholen om nieuwe bekostigde scholen op te richten
Zolang een school onvoldoende leerresultaten als bedoeld in artikel 23a1, tweede lid, heeft, kan van rechtswege geen aanvang worden genomen met de bekostiging als bedoeld in titel III, afdeling I, dan wel toepassing worden gegeven aan artikel 42c of 50 voor een andere school van dat bevoegd gezag.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat besturen van zwakke scholen die onder verscherpt toezicht staan, geen nieuwe scholen meer kunnen oprichten. Op die manier wordt voorkomen dat er nog een zwakke school wordt opgericht.
Dezentjé Hamming-Bluemink