Ontvangen 9 september 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel I, wordt artikel 163b als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «bestuurders of toezichthouders» een zinsnede ingevoegd, luidende: of indien sprake is van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in artikel 10a, eerste lid,.
2. In het derde lid wordt na «wanbeheer» een zinsnede ingevoegd, luidende: of van onvoldoende leerresultaten.
In artikel III, onderdeel J, wordt artikel 103g als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «bestuurders of toezichthouder» een zinsnede ingevoegd, luidende: of indien sprake is van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in artikel 23a1, eerste lid,.
2. In het derde lid wordt na «wanbeheer» een zinsnede ingevoegd, luidende: of van onvoldoende leerresultaten.
Dit amendement regelt dat de minister een aanwijzingsbevoegdheid heeft wanneer sprake is van onvoldoende leerresultaten. Het is niet voldoende dat de minister nu slechts een aanwijzingsbevoegdheid heeft wanneer sprake is van financieel wanbeheer of van wanbeheer in wet en regelgeving. Het is wel degelijk van belang dat de minister ook een aanwijzingsbevoegdheid heeft indien er sprake is van onvoldoende onderwijskwaliteit. Het kan niet zo zijn dat een bestuur van een school met slechte onderwijsresultaten nooit een aanwijzing kan krijgen, tenzij er sprake is van financieel wanbeheer. Een bestuur is ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs. De minister moet een bestuur hier op kunnen afrekenen.
Dezentjé Hamming-Bluemink