Ontvangen 6 april 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, vervalt onderdeel 1.
II
In artikel I, onderdeel A, vervalt onderdeel 2.
III
In artikel I, onderdeel A, vervalt onderdeel 3.
IV
Artikel I, onderdeel A, onderdeel 4, komt te luiden:
4. Onder vernummering van het vierde tot zesde lid, worden na het derde lid twee leden ingevoegd, luidende:
4. De rechter kan op vordering van de officier van justitie of ambtshalve bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
5. Een bevel als bedoeld in het vierde lid gaat in op het ogenblik waarop de verdachte ter tenuitvoerlegging van dit bevel wordt aangehouden, dan wel op het tijdstip waarop de tenuitvoerlegging van een ander bevel tot vrijheidsbeneming, in dezelfde zaak gegeven, eindigt.
Terbeschikkingstelling, ook onder voorwaarden, wordt opgelegd aan «degene aan wie een strafbaar feit wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend». Een langdurige gevangenisstraf voorafgaand aan de tbs-behandeling komt de behandelbaarheid van de betrokkene niet ten goede. De maximale gevangenisstraf van drie jaar in artikel 38 lid 2 Wetboek van Strafrecht is juist gekozen om iemand zo spoedig mogelijk na diens vrijheidsstraf te behandelen. Ook wordt het moeilijker de voorwaarden te formuleren naarmate de tijd waarna deze in zullen gaan langer wordt. Ook de NVvR en de RSJ wijzen op deze problemen.
Het verhogen van de maximale gevangenisstraf voorafgaand aan tbs met voorwaarden is onwenselijk. Dit amendement schrapt de verhoging van de maximale gevangenisstraf voorafgaand aan de tbs met voorwaarden.