Kamerstuk 31810-9

Gewijzigd amendement van het lid De Roon ter vervanging van nr. 8 over het op eenduidige wijze regelen van strafverzwarende omstandigheden

Dossier: Uitvoering van het op 25 oktober 2007 te Lanzarote totstandgekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58)

Gepubliceerd: 26 juni 2009
Indiener(s): Raymond de Roon (PVV)
Onderwerpen: jongeren recht strafrecht zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31810-9.html
ID: 31810-9
Origineel: 31810-8

100,0 %
0,0 %

SP

PVV

CU

PvdD

GL

SGP

VVD

CDA

PvdA

Verdonk

D66


31 810
Uitvoering van het op 25 oktober 2007 te Lanzarote totstandgekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58)

nr. 9
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DE ROON TER VERVAINGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 26 juni 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel 248 worden onder vernummering van het eerste en tweede lid tot derde en vierde lid, twee leden ingevoegd, luidende:

1. De in de artikelen 240b, 242 tot en met 247, 248a tot en met 248e, 249 en 250 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

2. De in de artikelen 240b, 242 tot en met 247 en 248a tot en met 248e bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte.

Toelichting

Artikel 28 van het op 25 oktober 2007 te Lanzarote tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58) (hierna: Verdrag) legt de verplichting op om te voorzien in strafverzwarende omstandigheden bij de in het Verdrag strafbaar gestelde gedragingen. Met betrekking tot seksueel misbruik van kinderen en kinderpornografie, geregeld in artikel 18 en 20 van het Verdrag, zijn de strafverzwarende omstandigheden van artikel 28 van het Verdrag gefragmenteerd of onvoldoende geregeld in het Wetboek van Strafrecht. Dit amendement ziet op het op een eenduidige wijze regelen van de strafverzwarende omstandigheden. In de formulering van deze strafverzwarende omstandigheden is ook acht geslagen op art. 304 van het Wetboek van Strafrecht alsmede op de Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht enz. welke per 1 juli 2009 in werking zal treden.

De Roon