Ontvangen 16 maart 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel H wordt na artikel 10a.3a een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a.3aa. Opschorten terugbetaling
1. In afwijking van artikel 10a.3a kan een debiteur met ingang van 1 januari 2012 op aanvraag de terugbetaling voor ten hoogste 5 kalenderjaren opschorten.
2. De aflosfase wordt verlengd met het aantal maanden dat gebruik is gemaakt van de aflosvrije periode op grond van het eerste lid.
3. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de opschorting, bedoeld in het eerste lid.
Met dit nieuwe artikel wordt geregeld dat debiteuren die voor het studiejaar 2009–2010 voor het eerst studiefinanciering ontvingen en die reeds in de aflosfase zijn beland (en dus hun schuld al aan het terugbetalen zijn) vanaf 1 januari 2012 kunnen kiezen om de aflosfase met maximaal 5 kalenderjaren te verlengen door gebruik te maken van een of meer aflosvrije periodes. Een aflosvrije periode beslaat minimaal 3 maanden; er kan dus niet per maand worden opgeschort. Voor de goede uitvoering van dit lid kunnen op grond van het derde lid bij ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voorschriften met betrekking tot de aanvraagtermijn of het opschorten voor een aantal maanden tegelijk.
Budgettaire gevolgen:
De jokerjaren zijn een aanvulling op de draagkrachtregeling. Deze jokerjaren bieden debiteuren de mogelijkheid om de terugbetaling van studieschulden naar eigen inzicht af te stemmen op andere omstandigheden dan de hoogte van het inkomen. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan zaken als een verhuizing, gezinsuitbreiding, een startende onderneming of andere omstandigheden waardoor het beter uitkomt om de terugbetaling even op te schorten. Daarmee kunnen terugbetalingsproblemen worden voorkomen. Aan de inzet van de jokerjaren zijn kosten verbonden, waardoor debiteuren die ze willen inzetten, ze niet langer dan nodig is zullen inzetten: als een (gedeelte van een) jokerjaar wordt opgenomen dan blijft de rente doorlopen en wordt de terugbetalingsperiode verlengd.
Verwacht wordt dat ieder jaar circa 1% van de debiteuren een beroep doet op de mogelijkheid om met jokerjaren een terugbetalingspauze in te lassen. De rijksoverheid ontvangt hun aflossing en rente-inkomsten dan later en de rente-ontvangsten stijgen dan met de doorlopende rente. Daarvan zijn de rente-ontvangsten de voor de begroting relevante ontvangsten. Hier ontstaat een klein en tijdelijk effect op de ontvangsten. Daarna worden de uitgestelde ontvangsten ingelopen.
Deze nota van wijziging onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.