Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2017
Ter gelegenheid van de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het voorstel van wet dat heeft geleid tot de Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen (Stb. 2011, nr. 275), heeft de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie toegezegd de wet drie jaar na haar inwerkingtreding te evalueren (Handelingen I 2010/11, nr. 28, item 4, blz. 26). Deze evaluatie heeft inmiddels plaatsgevonden. Bij deze zend ik u het resultaat van die evaluatie toe, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Ik heb veel waardering voor de inspanningen die de onderzoekers hebben verricht en de grondigheid waarmee zij de evaluatie gestalte hebben gegeven. De resultaten van het onderzoek zullen worden betrokken bij de nota naar aanleiding van het verslag van het voorstel van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Kamerstuk 34 491, nr. 2 herdruk) en bij de voortgangsbrief over de gelijke kansen van vrouwen op leidinggevende posities van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (zoals toegezegd door haar ambtsvoorganger in de brief van 15 december 2016, Kamerstukken 30 420 en 32 637, nr. 256 herdruk). Het streven is om de nota naar aanleiding van het verslag en de voortgangsbrief begin 2018 aan uw Kamer te sturen.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker