Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2009
Op 29 oktober jl. heeft de burgemeester van de gemeente Westland door tussenkomst van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een brief gestuurd waarin hij mededeelt dat het besluit van uw gemeenteraad om vanwege toeristische redenen met toepassing van artikel 3, derde lid, aanhef en onder a, van de Winkeltijdenwet vrijstelling te verlenen van het verbod om winkels op zondag open te stellen, naar zijn oordeel voor vernietiging in aanmerking komt.
Tijdens het debat over de Wijziging van de Winkeltijdenwet van 19 november jl hebben we gesproken over het verzoek tot vernietiging van het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westland tot algehele zondagsopening. Hierbij stuur ik u heden een kopie van de brief die ik aan de gemeente Westland heb gestuurd. In deze brief kondig ik aan dat ik voornemens ben het besluit van de gemeente Westland tot algehele zondagsopening voor te dragen voor vernietiging. Alvorens het definitieve besluit kan worden genomen, dient de gemeenteraad op grond van artikel 10:41 Algemene wet bestuursrecht, de gelegenheid tot overleg te worden geboden. Met de bijgevoegde brief wordt een afvaardiging van de gemeenteraad hiertoe uitgenodigd.1