Ontvangen 19 november 2008
De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bij het voorstel tot wijziging van de Ziektewet om uitkering van ziekengeld mogelijk te maken aan personen die op zaterdagen en zondagen werken.
De regering stelt met genoegen vast dat de leden van de fractie van het CDA met instemming kennis hebben genomen van het wetsvoorstel. Ook merkt de regering op dat de leden van de fractie van de PVV van het wetsvoorstel kennis hebben genomen.
Het wetsvoorstel heeft geleid tot vragen bij de leden van de voornoemde fracties. In deze nota naar aanleiding van het verslag beantwoordt de regering deze vragen.
De leden van de fractie van het CDA achten een goede controle en begeleiding van ziekmeldingen zeer belangrijk, ook op zaterdag en zondag. Zij vragen op welke wijze dit wetsvoorstel regelt dat goede controle en begeleiding van ziekmeldingen op zaterdag en zondag door het UWV wordt gegarandeerd.
Het reguliere controleproces van het UWV voorziet in een adequate controle van de ziekmeldingen, ook als in de eerste week van ziekte over zaterdag en/of zondag ziekengeld wordt aangevraagd. Deze controle vindt plaats op grond van artikel 39 van de Ziektewet en is uitgewerkt in de Controlevoorschriften ziektewet 2004. Deze controlevoorschriften bevatten onder meer de verplichtingen om bij een arts te verschijnen of thuis controle mogelijk te maken door thuis, dan wel elders telefonisch dan wel in persoon beschikbaar te zijn. Het UWV maakt van beide controlemogelijkheden gebruik.
In een aanzienlijk deel van de aanvragen waarin ook over zaterdag en zondag ziekengeld wordt aangevraagd, zal het gaan om ziekmeldingen van verzekerden die niet op zaterdag of zondag ziek worden, maar eerder. Zodra het UWV de ziekteaangifte van deze gevallen ontvangt, wordt direct de controle gestart. Controle in het weekend zelf is dan niet aan de orde.
Van de verzekerden die op een zaterdag of zondag ziek worden ligt het niet in de verwachting dat het UWV hiervan al eerder dan op maandag een aangifte zal ontvangen. Immers de aangifte wordt veelal gedaan door personeelsafdelingen, salarisadministraties, of administratiekantoren en daar wordt doorgaans tijdens het weekend niet gewerkt. De controle door het UWV zal dan ook op maandag starten.
Tevens geldt dat voor uitzendkrachten, de grootste categorie van ziekengeldgerechtigden, eerst twee wachtdagen van toepassing zijn voordat de uitkering ingaat. De praktijk leert dat in een aanzienlijk aantal van deze gevallen, betrokkenen reeds hersteld zijn vóór de ingang van de uitkering, zodat controle niet meer nodig is.
Gelet op dit alles is het niet noodzakelijk om een aparte controle in het weekend in te richten.
Ook vragen de leden van de CDA-fractie of dit wetsvoorstel de toepassing van eventuele wachtdagen van kracht laat als de eerste ziektedag van de werknemer op een zaterdag of zondag valt.
Dat is inderdaad het geval. Het wetsvoorstel brengt geen wijziging aan in de toepassing van wachtdagen.
Met het oog op flexibilisering van arbeidstijden en de vereenvoudiging van wet- en regelgeving vragen de leden van de CDA-fractie hoe de regering aankijkt tegen de toepassing van loontijdvakken in de Wet financiering sociale verzekeringen en het gegeven dat de sociale wetgeving nog systematisch is opgehangen aan de maandag tot en met vrijdag. Daarbij vragen deze leden of het mogelijk is om de wet- en regelgeving gelijk te trekken.
Het loontijdvak is het tijdvak waarover het loon wordt genoten en vormt de basis voor het berekenen zowel van de hoogte van de loonbelasting als van de premies voor de werknemersverzekeringen. De werkgever doet per werknemer aangifte van het genoten loon per vier weken of per maand voor de loonbelasting en de premies werknemersverzekeringen. Deze loongegevens worden in de polisadministratie opgeslagen en de loongegevens zijn de basis voor de dagloonberekening. In de huidige situatie is de systematiek ter bepaling van het loontijdvak reeds op hoofdlijnen gelijk aan de dagloonsystematiek die wordt gebruikt ter berekening van de hoogte van een uitkering op grond van een werknemersverzekering. Net als bij het vaststellen van een loontijdvak, bestaat bij het berekenen van het dagloon (dat bepalend is voor de hoogte van het uit te keren ziekengeld) een week uit vijf dagen. Kortom, zowel bij de premieheffing op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen als bij de uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen wordt uitgegaan van een week van vijf dagen.
Voorts vragen de leden van de fractie van het CDA op welke wijze werkgevers en vangnetters door het ministerie van SZW en het UWV over deze wetswijziging zullen worden geïnformeerd
Het UWV en het ministerie van SZW zullen werkgevers en vangnetters over de wijziging informeren via de eigen websites, brochures en brieven. Daarnaast zullen het UWV en SZW contact opnemen met werkgevers- en werknemersorganisaties (bijvoorbeeld in de uitzendsector), zodat deze organisaties hun leden kunnen informeren.
De leden van de fractie van de PVV willen weten welke invloed het wetsvoorstel heeft op parttimers en werknemers die enkel in het weekend werken.
Het wetsvoorstel is van belang voor alle werknemers (zowel parttime als fulltime) die in het weekend werken en bij ziekte recht hebben op een uitkering op grond van de Ziektewet. De Ziektewet maakt bij de uitbetaling van ziekengeld geen onderscheid tussen deze groepen.
Binnen de groep van parttimers kan het wetsvoorstel gevolgen hebben voor de parttimers die in het weekend werken. Een voorbeeld hiervan is de werknemer die van donderdag tot en met zondag werkt. Als deze werknemer op donderdag ziek wordt, dan krijgt hij (als twee wachtdagen van toepassing zijn) in de eerste kalenderweek van zijn ziekte geen ziekengeld. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel ontvangt deze werknemer in deze week over twee dagen (zaterdag en zondag) ziekengeld.
Of het wetsvoorstel gevolgen heeft voor de werknemer die alleen in het weekend werkt, wordt bepaald door het aantal wachtdagen dat in de desbetreffende situatie van toepassing is. Het aantal wachtdagen kan variëren van nul tot twee. Als geen wachtdagen van toepassing zijn, kan de werknemer die op zaterdag en zondag werkt en op zaterdag ziek wordt en op maandag weer is hersteld, in de eerste kalenderweek van zijn ziekte zowel over zaterdag als zondag recht hebben op ziekengeld. Echter, als in deze situatie slechts één of twee wachtdagen van toepassing zijn, heeft hij alleen in het eerste geval op één dag (zondag) recht op ziekengeld.
In de praktijk zullen vooral uitzendkrachten die in het weekend werken van het gewijzigde artikel 29 van de Ziektewet gebruik maken en in mindere mate ook andere flexwerkers en werkneemsters die ziek zijn als gevolg van zwangerschap of bevalling. Mogelijk werkt ook de (kleine) groep vrijwillig verzekerden deels in het weekend. Het wetsvoorstel zal amper effect hebben voor zieke werklozen en de andere groepen vangnetters, omdat zij (vrijwel) niet in het weekend werken.
Ook vragen de leden van de PVV of in de begroting van het ministerie van SZW rekening is gehouden met de extra lasten die het wetsvoorstel met zich meebrengt.
De extra uitkeringslasten (naar verwachting circa € 3 mln) als gevolg van dit wetsvoorstel zijn verwerkt in de begroting 2009. Deze lasten worden gefinancierd via het Algemeen werkloosheidsfonds en de Sectorfondsen.
Verder vragen de leden van de PVV-fractie om een toelichting waarom het probleem zich alleen in de eerste ziekteweek voordoet.
Op dit moment kan zich de situatie voordoen dat een vangnetter die in de eerste kalenderweek van zijn ziekte op zaterdag en/of zondag zou werken en dan ziek is, in de eerste week van zijn ziekte minder ziekengeld ontvangt dan de vangnetter die op doordeweekse dagen een vergelijkbare periode ziek is. Indien bijvoorbeeld twee vangnetters vijf dagen per kalenderweek werken pakt dit als volgt uit. De eerste vangnetter werkt van maandag tot en met vrijdag en de tweede van woensdag tot en met zondag. Als beide vangnetters een werkweek ziek zijn (dus van maandag tot en met vrijdag en van woensdag tot en met zondag) ontvangt de eerstgenoemde vangnetter (na de toepassing van twee wachtdagen) over drie dagen (woensdag tot en met vrijdag) ziekengeld, terwijl de andere vangnetter slechts over één dag (vrijdag) ziekengeld ontvangt. Met het wetsvoorstel wordt geregeld dat de vangnetter die in het weekend werkt, in de eerste ziekteweek ook over drie dagen (vrijdag tot en met zondag) ziekengeld ontvangt. In de tweede kalenderweek van hun ziekte en daarna hebben de twee vangnetters uit het voorbeeld (evenals alle andere vangnetters) over evenveel dagen recht op ziekengeld, namelijk elke week van maandag tot en met vrijdag, tot het moment dat ze weer zijn hersteld. Daardoor voldoet de huidige regeling voor de periode na de eerste kalenderweek van de ziekte.
Ten slotte vragen de leden van de fractie van de PVV of de werknemers die ziek zijn geweest in het weekend voordat deze wetswijziging van kracht wordt, worden gecompenseerd.
Dat is niet het geval. Alleen de vangnetter die zich ziek meldt in of na de kalenderweek waarin het wetsvoorstel in werking treedt, kan aanspraak maken op ziekengeld over zaterdag en/of zondag. Dit op voorwaarde dat deze vangnetter in de eerste kalenderweek op zaterdag en/of zondag zou hebben gewerkt en de overige voorwaarden van de Ziektewet (zoals de toepassing van wachtdagen en het maximum van vijf uitkeringsdagen per kalenderweek) dit toelaten.