1. Inleiding en hoofdlijnen van het voorstel
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/ uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
De Ziektewet (ZW) voorziet in een uitkering (ziekengeld) voor speciale groepen (ex-)werknemers die bij ziekte vaak geen recht (meer) hebben op loondoorbetaling door de werkgever. Deze werknemers worden ook wel vangnetters genoemd. Vangnetters kunnen per kalenderweek over maximaal vijf dagen ziekengeld ontvangen; het ziekengeld wordt niet uitgekeerd over zaterdag en zondag.
Door de toename van weekendwerk en de grotere variatie in arbeidspatronen, zijn de zaterdag en zondag voor steeds meer werknemers reguliere werkdagen geworden, en dus ook voor vangnetters. Daarom is naar aanleiding van de motie-Van Hijum c.s. onderzocht of het mogelijk is om vangnetters die op zaterdag en zondag werken en dan ziek zijn, ook over deze dagen ziekengeld uit te keren1. Hieruit is gebleken dat een vangnetter die op zaterdag en/of zondag werkt en dan ziek is, in sommige situaties in de eerste week van zijn ziekte minder ziekengeld ontvangt dan de vangnetter die op de doordeweekse dagen een vergelijkbare periode ziek is. Dat heeft geleid tot de voorgestelde wijziging. Kort gesteld regelt de voorgestelde wijziging dat de vangnetter die in de eerste kalenderweek2 van zijn ziekte op zaterdag en/of zondag zou hebben gewerkt, ook over deze dagen ziekengeld kan ontvangen. Het recht op ziekengeld in de tweede kalenderweek van de ziekte en daarna, wijzigt niet omdat het gesignaleerde probleem daar niet speelt. De wijziging van de uitkeringssystematiek is vooral van belang voor uitzendkrachten.
De ZW geeft verschillende groepen vangnetters recht op ziekengeld. De grootste groep zijn de werknemers die ziek zijn als hun arbeidscontract afloopt3. Dit zijn vooral uitzendkrachten, maar ook overige flexwerkers. Andere groepen vangnetters zijn zieke WW-gerechtigden4, werkneemsters die ziek zijn als gevolg van zwangerschap of bevalling5 en bijzondere groepen (ex-)werknemers6.
Een vangnetter heeft recht op ziekengeld als hij ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid en dit rechtstreeks en objectief medisch kan worden vastgesteld1. Het recht ontstaat op de eerste dag waarop hij door ziekte het werk heeft gestaakt of niet kan werken (de zogeheten eerste arbeidsongeschiktheidsdag)2.
Bij aanvang van de uitkering kunnen maximaal twee wachtdagen van toepassing zijn3. Over de wachtdagen wordt geen ziekengeld uitgekeerd. De zaterdag en zondag kunnen fungeren als wachtdagen.
Het ziekengeld wordt per kalenderweek over maximaal vijf dagen (maandag tot en met vrijdag) uitgekeerd. De hoogte van het ziekengeld bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde4. Het dagloon is gemaximeerd5.
3. Knelpunt in de huidige situatie
In de huidige situatie wordt binnen de vijfdaagse uitkeringssystematiek van de ZW (na de vaststelling van de eerste ziektedag en de toepassing van wachtdagen) het ziekengeld niet over zaterdag en zondag uitgekeerd. Hierdoor kan het voorkomen dat de vangnetter die op zaterdag en/of zondag werkt, in de eerste kalenderweek van zijn ziekte over minder dagen ziekengeld krijgt uitgekeerd dan de vangnetter die per week hetzelfde aantal dagen werkt (maar op andere dagen) en over een zelfde periode (hetzelfde aantal) dagen ziek is.
Dit probleem doet zich niet voor vanaf de tweede kalenderweek dat de vangnetter ziek is, ongeacht of de vangnetter in deze weken op zaterdag of zondag zou hebben gewerkt. Voor alle zieke vangnetters geldt vanaf de tweede week dat de uitkeringsweek op maandag start en uiterlijk tot en met vrijdag loopt. Hierdoor hebben alle vangnetters vanaf de tweede kalenderweek waarin de vangnetters ziek zijn tot het moment waarop de vangnetters weer zijn hersteld, op gelijke wijze recht op ziekengeld (maximaal vijf uitkeringsdagen per kalenderweek).
4. Ziekengeld over zaterdag en zondag
Voorgesteld wordt om de vangnetter die op zaterdag en/of zondag werkt, in de eerste kalenderweek dat hij ziek is, ook over de zaterdag en/of zondag ziekengeld uit te keren, mits hij in die kalenderweek (vóór de toepassing van de eventuele wachtdagen) nog niet over maximaal vijf dagen ziekengeld heeft ontvangen. Voor de tweede kalenderweek van de ziekte en daarna blijft de huidige systematiek van kracht (ziekengeld uitgekeerd over maandag tot en met vrijdag). Op deze manier ontvangt de vangnetter die in de eerste kalenderweek van zijn ziekte op zaterdag en/of zondag zou hebben gewerkt, zowel in de eerste kalenderweek van zijn ziekte als in de periode daarna hetzelfde ziekengeld als de vangnetter die niet in het weekend zou hebben gewerkt (en die hetzelfde aantal dagen per week werkt en hetzelfde aantal dagen ziek is).
De voorgestelde wijziging heeft geen gevolgen voor de vangnetters die in de eerste ziekteweek niet op zaterdag en/of zondag werken. Ook wordt niet afgestapt van het uitgangspunt dat het ziekengeld over maximaal vijf dagen per kalenderweek kan worden uitgekeerd. Voorts blijven de dagloonsystematiek en de toepassing van wachtdagen ongewijzigd.
De voorgestelde wijziging is ook van toepassing op de vangnetter die ziek wordt in de kalenderweek waarin dit wetsvoorstel in werking zal treden en nog steeds ziek is op de eerstvolgende zaterdag en/of zondag na de inwerkingtreding van de wetswijziging en hij op één van die dagen of op beide dagen had moeten werken.
De nieuwe uitkeringssystematiek leidt naar verwachting niet tot misbruik of oneigenlijk gebruik door vangnetters en hun werkgevers. Het UWV kan de ziekte-aangifte controleren door de werkgever of werknemer te verzoeken het opgegeven arbeidspatroon schriftelijk te bevestigen, bijvoorbeeld door het overleggen van een arbeidsovereenkomst.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel is 1 april 2009. Om de nieuwe uitkeringssystematiek uit te kunnen voeren, moet het UWV weten aan welke vangnetters in de eerste week van ziekte ook over zaterdag en/of zondag ziekengeld moet worden uitgekeerd. Het UWV kan dit te weten komen als de werkgever bij de ziekteaangifte de vraag beantwoordt of de vangnetter de eerstvolgende zaterdag en/of zondag na aanvang van de ziekte zou moeten werken. Hiervoor zal het UWV onderdelen van de uitvoering van de ZW moeten aanpassen. Tevens zullen private dienstverleners en softwareleveranciers de nieuwe systematiek in hun uitvoering moeten opnemen.
Het UWV zal de uitvoerbaarheid van de regeling monitoren en hierover rapporteren in het eerste jaarverslag na inwerkingtreding van de wetswijziging. Deze rapportage vervalt als bij de eerste rapportage blijkt dat uitvoering van de wetswijziging niet tot noemenswaardige problemen leidt.
Werkgevers en vangnetters zullen door het UWV en het ministerie van SZW op de gebruikelijke wijze over de wijzigingen worden geïnformeerd.
De aanpassing van de uitkeringssystematiek geeft een structurele toename van de uitkeringslasten van € 3 mln. De uitvoeringskosten van het UWV nemen eenmalig toe met € 1,0 mln en structureel met € 0,66 mln.
De administratieve last voor het bedrijfsleven bedraagt eenmalig minder dan € 1 mln. Voor bedrijven zal een lichte aanpassing in de administratie te verwachten zijn, omdat bij een ziekmelding erop moet worden gelet of een werknemer op zaterdag en zondag zou hebben gewerkt. De structurele consequenties voor de administratieve lasten van bedrijven en burgers zijn nihil.
Het UWV acht de regeling uitvoerbaar en de beoogde inwerkingtredingdatum van 1 april 2009 haalbaar.
De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) acht de regeling toezichtbaar. De IWI merkt op dat de voorgestelde wijziging van de aanhef van artikel 29, tweede lid, de indruk wekt dat een uitkeringsgerechtigde in eerste week over meer dan vijf dagen ziekengeld kan ontvangen. Dit is echter niet het geval. In alle gevallen kan een uitkeringsgerechtigde aanspraak maken op maximaal vijf dagen ziekengeld per kalenderweek, ongeacht of hij in de eerste ziekteweek ook over zaterdag en/of zondag ziekengeld ontvangt.
De in onderdeel A voorgestelde wijziging van artikel 29, tweede lid, van de ZW regelt dat aan een vangnetter ziekengeld wordt uitgekeerd over elke dag dat hij ongeschikt is tot werken, maar over maximaal vijf dagen per kalenderweek. Tevens vindt geen uitbetaling plaats op zaterdag en zondag.
In de eerste kalenderweek van zijn ziekte kan wél op zaterdag en/of zondag ziekengeld worden uitgekeerd indien één van deze dagen of beide dagen aantoonbaar werkdagen voor de vangnetter zouden zijn geweest en hij zou hebben gewerkt, maar op deze dag of dagen ongeschikt is tot het verrichten van arbeid. De voorgestelde wijziging geldt zowel voor de vangnetter voor wie het gebruikelijk is dat hij voor zijn werkgever op zaterdag, zondag of op beide dagen zou hebben gewerkt, als voor de vangnetter bij wie dit niet wekelijks aan de orde is, maar voor wie dit in de desbetreffende kalenderweek van ziekte wel het geval zou zijn geweest, omdat hij een dienstbetrekking heeft waarbij dat gebruikelijk is, bijvoorbeeld in het geval van een oproepkracht of afgesproken overwerk in het weekend. De werkgever geeft aan op het formulier waarmee hij de aangifte van ziekte doet bij het UWV of de verzekerde zou hebben gewerkt op zaterdag en/of zondag. Indien geen sprake is van een werkgever in de zin van de ZW doet de verzekerde op grond van artikel 38ab van de ZW zelf aangifte bij het UWV en verstrekt deze gegevens. Het UWV kan deze gegevens controleren. De werknemer moet dan aantonen dat op de zondag, de zaterdag of op beide dagen zou zijn gewerkt indien geen sprake zou zijn geweest van ongeschiktheid tot werken.
In de voorgestelde wijziging van de aanhef van artikel 29, tweede lid, van de ZW wordt bepaald dat indien zou zijn gewerkt op zaterdag uitkering van ziekengeld volgt over zaterdag en zondag als dit beide ziektedagen zijn. Het feit dat het moet gaan om ziektedagen vloeit voort uit de bestaande systematiek van artikel 29, tweede lid, van de ZW, waarbij uitkering van ziekengeld slechts mogelijk is over dagen van ongeschiktheid tot werken, ongeacht de vraag om welke dag het gaat. Indien zou zijn gewerkt op zondag, wordt alleen over de zondag ziekengeld uitgekeerd, terwijl als op beide dagen zou zijn gewerkt uiteraard ziekengeld wordt uitgekeerd over de zaterdag én de zondag in de eerste kalenderweek van ziekte.
De voorgestelde wijziging handhaaft het uitgangspunt in de ZW dat ziekengeld over ten hoogste vijf dagen per kalenderweek wordt uitgekeerd en laat daarbij de toepassing van artikel 29, tweede lid, onderdelen a tot en met g onverlet.
Met onderdeel B wordt voorgesteld om in artikel 29a, eerste lid, van de ZW de woorden «behoudens over de zaterdagen en zondagen» te laten vervallen.
Als gevolg van de voorgestelde wijzigingen in artikel I, onderdeel A is deze zinsnede overbodig geworden. De voorgestelde wijzigingen in artikel I, onderdeel A gelden op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel f, van de ZW ook voor vrouwelijke verzekerden die zwanger zijn. Dit betekent dat ook aan zwangere verzekerden geen ziekengeld wordt uitbetaald over zaterdagen en zondagen, behalve als het gaat om de zaterdag en de zondag in de eerste week van de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, indien door de vrouwelijke verzekerde op die dagen arbeid zou zijn verricht.
In redactionele zin wordt met de voorgestelde wijziging in onderdeel B aangesloten op de systematiek van de ZW waarbij een recht op ziekengeld kan bestaan, dat vervolgens op grond van artikel 29, tweede lid, van de ZW tot uitbetaling komt.
Onderdeel C voorziet in een overgangsbepaling voor die vangnetters voor wie de eerste kalenderweek van ziekte is gelegen voor de datum van inwerkingtreding van deze wet. Deze vangnetters ontvangen geen ziekengeld over de zaterdag en de zondag, ook niet als (één van) deze dagen voor de desbetreffende vangnetter (een) werkdag(en) zou(den) zijn geweest.
Artikel 29, tweede lid, onderdeel c, ZW. Deze bepaling heeft betrekking op uitzendkrachten, overige flexwerkers, werknemers met een vaste dienstbetrekking die afloopt, en oproep- en invalkrachten.
Zie respectievelijk de artikelen 29, tweede lid, onderdeel e, 29b, 64, 46, 4 en 5 ZW. Deze bepalingen hebben betrekking op werknemers die een orgaan doneren, personen die werken op basis van de no risk polis, ex-werknemers die vrijwillig verzekerd zijn voor de ZW, ex-werknemers met recht op nawerking van de ZW en werknemers met een fictieve dienstbetrekking.
Artikel 29, derde lid, ZW. Voor het bepalen van deze dag in bijzondere omstandigheden en bij nachtdienst, geldt de Regeling bepaling eerste werkdag (Stcrt. , 2005, nr. 249, p. 31).
Onder het dagloon wordt verstaan 1/261 deel van het loon dat de verzekerde in het jaar voorafgaand aan het intreden van de ziekte heeft verdiend (Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen, Stb. 2005, 546; laatstelijk gewijzigd in Stb. 2006, 435).